Brexit is koren op de molen van Schotse nationalisten
Koningin Elizabeth zou tegen het plafond zijn gesprongen toen ze in 2014 hoorde dat de Schotten tegen zelfstandigheid stemden, aldus oud-premier Cameron. De vraag is hoelang de blijdschap duurt.
De premier en de koningin hadden bij dat referendum over onafhankelijkheid in september 2014 geen mooiere uitslag kunnen wensen: 55 tegen 45 procent ten gunste van de Britse eenheid. Dat verschil van 10 procent is overtuigend om te kunnen zeggen: de mensen in Schotland willen geen onafhankelijkheid. Daarmee zou het vraagstuk weer een generatie lang de kast in kunnen.
En toch, zo’n referendum laat meer sporen achter dan alleen een percentage. Wekenlang werd er in Schotland over dit thema gediscussieerd. Onafhankelijkheid was geen lelijk woord meer, maar een thema voor nette mensen. Nationalisme werd hier gefatsoeneerd.
De Schotse nationalisten vonden de uitslag onbevredigend en vroegen al op de eerste dag om een nieuwe stemming. Toen hoorde ik voor het eerst dat mooie woord: neverendum.
Voor de centrale regering in Londen is het lastig dat de Schotse nationalisten de deelregering in Edinburgh leiden. De eerste minister daar, Nicola Sturgeon, is bezig met een permanente campagne voor een tweede referendum (#indyref2 op Twitter). Ze doet dat niet in de avonduren, maar tijdens werktijd en vanuit de dienstauto.
Het gevoel dat de Schotse Nationale Partij (SNP) probeert te verspreiden, is dat de regering in Londen geen mandaat heeft in Schotland. Met een moeilijk woord: die regering wordt gedelegitimeerd.
De SNP is een linkse nationalistische partij. In haar visie op liberale waarden en op de EU lijkt ze erg op D66. Maar in de ondermijning van de centrale regering in Londen is het een typische populistische beweging en lijkt ze meer op de PVV. Zo van: wíj vertolken de stem van het volk, en wij alléén. De deelregering in Schotland is daarmee gewoon een extra oppositiepartij.
Voorstanders van de Britse unie (van Engeland en Wales, Schotland en Noord-Ierland) noemen Groot-Brittannië graag de „meest succesvolle politieke unie van de geschiedenis.” Dat is een knipoog naar die andere politieke unie –de Europese Unie– die volgens hen niet succesvol is. De SNP wil die ene politieke unie verlaten (de Britse), maar die andere juist vasthouden (de Europese). Daar voelen veel Schotten zich prima bij.
De kans is groot dat de steun voor Schotse onafhankelijkheid toeneemt. Want door de brexit veranderen de omstandigheden snel, waardoor die overtuigende uitslag uit 2014 snel aan actualiteit verliest.
In Schotland koos namelijk bij het referendum over vertrek uit de EU in 2016 geen enkel district vóór brexit. In totaal stemde 62 procent van de inwoners vóór de Europese Unie. Dat is natuurlijk koren op de molen van de Schotse nationalisten. Zij voeren doorlopend aan dat de brexit die premier Johnson in zijn hoofd heeft, helemaal niet de wil van de kiezer vertegenwoordigt. En twijfel zaaien over de wettigheid van de overheid werkt altijd in het voordeel van de populisten.
Duidelijk is dus dat de brexit de Britse unie onder druk zet. Als dat afscheid uit de EU ooit goed wordt geregeld, is de politieke onrust dus nog lang niet voorbij. Want dan gaat de binnenlandse discussie door. Wordt daarom vervolgd.