Dankzij stijgende rente neemt dreiging lager pensioen af
Dankzij een stijgende rente in de voorbije weken, is de positie van de pensioenfondsen verbeterd. Dat vergroot de kans dat er volgend jaar geen of kleinere kortingen op de uitkeringen nodig zijn.
Afgelopen zomer leidde economische onzekerheid ertoe dat beleggers vluchtten in veilige staatsobligaties. Daardoor ging de koers van die stukken omhoog en, als spiegelbeeld, daalde de rente. De laatste tijd gebeurt het omgekeerde en vertoont de kapitaalmarktrente een opwaartse lijn. De Nederlandse overheid kan nu lenen tegen ongeveer min 0,2 procent, in augustus was er sprake van bijna min 0,6 procent.
De pensioenfondsen profiteren van deze ontwikkeling. Zo klom de dekkingsgraad van het ABP (ambtenaren), de grootste speler in Nederland, met 2,2 procentpunt, tot 93,2 procent aan het eind van het derde kwartaal. Bij deze stand –bepalend is de situatie op 31 december– en bij de huidige spelregels zou het fonds een kleine korting moeten doorvoeren. De metaalfondsen PMT en PME zouden de verlaging kunnen beperken tot 5 procent. Eerder werd gevreesd voor 10 procent. Bij PFZW (zorg en welzijn) is de dekking verbeterd tot boven de kritische grens.
Versoepeling
Verwacht wordt overigens dat minister Koolmees (Sociale Zaken) volgende week bekend zal maken dat de bepalingen voor één jaar worden versoepeld. Dat zou de grote fondsen in 2020 behoeden voor het snijden in de hoogte van de uitkeringen.
ABP-voorzitter Corien Wortmann vindt het niet uit te leggen dat er bij de fondsen meer geld in kas zit in dan ooit, maar dat toch een verlaging van de pensioenen dreigt. Ook vakbonden, werkgevers en oppositiepartijen oefenen flinke druk uit op het kabinet om kortingen af te wenden.