Eerlijk handelsbeleid beter dan hulpacties
Beste lezer, er is een tijd van schrijven en een tijd van de pen neerleggen. Na ruim elf jaar maak ik plaats voor een andere scribent. Laat dit voor mij nu net samenvallen met een nieuwe baan. Op 1 december ga ik aan de slag als woordvoerder bij het Planbureau voor de Leefomgeving. November 2019 is daarmee voor mij een mijmermaand. Wat blijft mij bij na heel wat jaren in de sector van ontwikkelingssamenwerking?
Ik heb met eigen ogen mogen zien (van Burkina tot Haïti, van Bangladesh tot Colombia, van India tot Ethiopië) hoe belangrijk het is om in Woord en daad verbonden te zijn met onze verre naasten. Ik heb met mijn handen gegeten, enge beesten in mijn bed gehad, geroosterd varken in bananenblad genuttigd, Indianen omhelsd, stil genoten van de Afrikaanse sterrenhemel, en veel meer. Ik ben getuige geweest van diepe armoede, maar ook van geduld, veerkracht en creativiteit. Van zichtbare resultaten op ontwikkelingswerk. Al deze ontmoetingen motiveerden me om in Den Haag en Brussel stem te geven aan mensen die geen directe toegang hebben tot vergaderzalen waar belangrijke besluiten vallen.
Werken als pleitbezorger in deze sector is niet altijd gemakkelijk. Ontwikkelingsorganisaties zitten in een glazen huis. De verwachtingen van politiek en publiek zijn onrealistisch hoog. Als er in Afrika een overstroming is geweest, moet na een jaar alles weer op orde zijn. Maar in Nederland trekken we gerust vijftien jaar uit voor een eenvoudige wijkvernieuwing. Politici en burgers zouden iets meer geduld mogen beoefenen. En niet gelijk in de hoogste boom zitten als een project mislukt.
Wat ik wél terecht vind, zijn de eisen die aan ons soort organisaties gesteld worden ten aanzien van integriteit. Vreselijk dat in onze sector professionals zich vergrepen hebben aan mensen in afhankelijkheidssituaties. Het bederf van het beste is het slechtste. We moeten voor onszelf de hoogste standaarden hanteren.
Ingrijpend vond ik hoe ontwikkelingssamenwerking in de afgelopen tien jaar een politiek stiefkindje is geworden. Vanwege een onvoorziene cocktail van terechte, scherpe vragen aan hulporganisaties én de opkomst van politiek populisme is solidariteit met onze verre medemens uit de gratie. Kabinet na kabinet werd er drastisch bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking – voor deze bezuinigingen kwam toch niemand naar het Malieveld! Pas het kabinet-Rutte III bracht een kleine correctie aan op de neerwaartse trend. Nederland zal echter méér moeten doen om de vroegere sterke reputatie van solidair land terug te winnen. Christenpolitici kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.
Politiek is grillig. Nederland startte nieuwe samenwerkingen, brak oude relaties af. Subsidies namen in omvang toe en weer af. Ontwikkelingsorganisaties moeten daarom hun kracht vooral ontlenen aan een betrokken achterban. Woord en Daad en andere christelijke organisaties hebben wat dat betreft goud in handen.
Een ontwikkeling waarmee ik blij ben, is het toegenomen besef dat ontwikkelingssamenwerking geen doekje voor het bloeden mag zijn. Zeg maar om schade te herstellen die we langs andere wegen in arme landen aanrichten. Politici realiseren zich meer en meer dat we óók via ons klimaat- en energiebeleid, ons handelsbeleid en ons landbouwbeleid de kansen voor mensen in ontwikkelingslanden kunnen vergroten of verkleinen. Ik geloof dat een goed klimaatbeleid of een eerlijk handelsbeleid méér goeds brengt voor veel ontwikkelingslanden dan duizend goede hulpprojecten.
Ik kijk uit naar mijn nieuwe werk. Maar ik ga ook dingen missen. Het opstellen van scherpe brieven, het voeren van gesprekken met politici en ambtenaren, functioneel koffiedrinken in talloze gelegenheden, het vieren van lobbysuccessen, het analyseren waarom de ene actie wel lukt, de andere niet. En ja, ook het schrijven van columns ga ik missen. De kloof tussen rijk en arm wereldwijd zal me niet loslaten. Als Woord en Daad-donateur en RD-abonnee ga ik nieuwsgierig volgen hoe velen zich blijven inzetten voor verkleining daarvan.
Lezer, ik wil u danken voor de tijd die u nam om af en toe mijn stukjes te lezen. Ik groet u, het ga u goed!
De auteur is adviseur Woord en Daad