Bruisend CDA-congres overstemd door boeren
Woédend was CDA-europarlementariër Annie Schreijer, het gezicht van de boeren in het CDA. Duurzaamheid en dierenwelzijn gaan voor het zoveel mogelijk exporteren van vlees, stelde een denktank van de partij deze week. Zaterdag, op een congres, haalden de auteurs bakzeil: de passage wordt afgezwakt.
„Je kunt niet zeggen dat er geen leven in de partij zit”, zucht Jaco Geurts. „Er is heel veel leven op dit moment.” De werkdag van de CDA-landbouwwoordvoerder in de Tweede Kamer begon zaterdag vroeg: Geurts schoof aan bij een boerenontbijt in Kockengen. Daarna wachtte een ledencongres; tussen Utrecht en Maarssen, in een voormalige fabriek langs het Amsterdam-Rijnkanaal.
Die verliep anders dan de opstellers van de discussienota zich vooraf hadden voorgesteld. In plaats van onbevangen het gesprek te voeren over de toekomst dienden de gemoederen te worden gesust. Niet alleen agrariërs, ook lokale bestuurders toonden op het congres hun ongenoegen over het document. Zij kruisten onder meer de degens met de Gelderse CDA-gedeputeerde Peter Drenth tijdens een sessie voor de CDA-bestuurdersvereniging.
Drenth zette uiteen dat ook de landbouwsector zijns inziens verantwoordelijkheid moet nemen voor het herstel van de biodiversiteit. „Niet als enige, maar ook de boeren staan aan de lat. Met elkaar zijn we er verantwoordelijk voor dat ook de bouwsector weer op gang komt”, aldus Drenth.
De gedeputeerde riep alle CDA-provinciebestuurders op om samen met de boeren naar oplossingen te zoeken. Ongeveer de helft van de vergunningenprocedures die vanwege de stikstofproblematiek zijn stilgelegd kan over drie, vier weken weer worden hervat door goed te kijken welke ruimte de regels bieden, hield hij de zaal voor.
Niet iedereen deelde die optimistische visie. „Wij hebben geen stikstofprobleem, wij hebben een politiek besluitvormingsprobleem”, riep Nico Slagter, tevens CDA-wethouder in Stede Broec. „De wereldbevolking groeit, straks moeten we 2 tot 4 miljoen extra monden voeden. Wij moeten de krachten bundelen om de agrosector te promoten. Als het CDA de richting inslaat die Drenth voorstaat, worden we bij de volgende verkiezingen weggevaagd.”
„U draagt bij aan de Babylonische spraakverwarring rond een gemanipuleerde en geregisseerde stikstof- en PFAS-crisis”, beet de Groningse CDA’er Ate Kuipers Drenth toe. Het Wetenschappelijk Instituut heeft de partij overvallen met een visieloze keuze, meent Kuipers. „Daardoor staan we nu op een serieus breekpunt.”
Ook het Noord-Hollandse Statenlid Willemien Koning plaatste vraagtekens bij de maximaal toegestane stikstofuitstoot in haar provincie. „Als we niet oppassen, geven we prioriteit aan rietmosplantjes die sowieso niet kunnen gedijen in Nederland.”
Na de sessie waren aller ogen gericht op Geurts: wat vindt hij? Dit is nog maar een discussiestuk, weerde het Kamerlid de vraag af. Één ding verzekerde hij: het gedwongen laten inkrimpen van de Nederlandse vleesexport is niet de insteek van het CDA. „Maar gedwongen minder uitvoeren stond de opstellers van het rapport ook niet voor ogen. Zij vroegen aandacht voor de disbalans tussen het steeds meer opvoeren van de landbouwproductie en de almaar dalende winsten van de boer”, aldus het Kamerlid.
Neem van mij aan, zegt Geurts, als er in maart een definitief rapport ligt, ziet dat er anders uit. „Ook op dit onderdeel.”
Geurts kreeg sneller gelijk dan hij dacht. Keek Schreijer tijdens de sessie van de bestuurdersvereniging nog zwijgend toe, tijdens een later treffen van de massaal opgekomen CDA-leden met commissievoorzitter Geluk neemt ze het woord. „Hoe heeft u dat citaat over de landbouwexport in uw rapport kunnen opnemen, terwijl elk boerengezin aan de keukentafel worstelt met maar één vraag: Hoe overleven we?”, fulmineert Schreijer.
De uitleg van de commissie dat het CDA vooral naar een ander landbouwsysteem toe wil om het inkomen van de boeren te verbeteren, snijdt volgens de kritische Europarlementariër geen hout. „Richtlijnen over eerlijker prijzen zijn al aangenomen door het EU-parlement. Lidstaten kunnen daar al mee aan de gang. Daar is geen rapport voor nodig.”
Het CDA sluit volgens Schreijer haar ogen voor het echte gevaar; dat een politieke meerderheid de boeren wil weghebben uit de natuurgebieden. „Het gaat om de landbouwgrond. Maar zover mag het CDA het niet laten komen.”
Schreijer krijgt bijval van CDA-senator Joop Atsma, die bitst: „U wilt de financiële positie van de boer verstevigen en daarvoor gaat u de export inkrimpen. Legt u dat eens uit.”
Temidden van het tumult dat vervolgens ontstaat, doet een van de leden een constructief voorstel. Als Geluk en de zijnen nu eens een kleine aanpassing overwegen en niet schrijven dat duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van de boeren „belangrijker” moeten zijn dan de ambitie om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven, maar daarmee „in balans” moeten worden gebracht? „Ik ben zeer bereid die suggestie uit te voeren”, zegt een opgeluchte Geluk.
Tijdens het plenaire slotgedeelte blijkt de liefde tussen de boeren en het CDA niet plotsklaps volledig te zijn bekoeld. CDA-raadslid Toos van Soest uit Woerden mag op het podium een toelichting geven op een door haar opgestelde motie. Die roept alle gemeentelijke colleges op te gaan lobby’en bij de provincie om niet mee te werken aan een gedwongen inkrimping van de veestapel.
Ook het Brabantse CDA-Statenlid Tanja van de Ven wordt als een heldin onthaald. De Brabantse CDA-fractie keerde zich de afgelopen tijd tegen het eerder overeengekomen beleid dat boeren uiterlijk 1 april een vergunning moeten hebben aangevraagd voor een milieuvriendelijke stal, met als gevolg dat de Brabantse gedeputeerden in de nacht van vrijdag op zaterdag uiteindelijk uit het college stapten. Pieter Heerma, interim-partijleider, wijst naar de dames en roept het nog één keer: „Wij staan zij aan zij met onze boeren.” Geurts krijgt van de CDA-vrouwen een speelgoedtrekkertje aangeboden. „Als aanmoediging.”