„Puriteinen hebben ook vandaag nog veel te zeggen”
Wie de puriteinen leest, komt onder de indruk van hun inzicht in de Bijbel en het geestelijk leven van mensen, aldus W. B. Kranendonk van uitgeverij De Banier.
In het Rotterdamse Wartburg College, locatie Revius, werden vrijdagavond drie nieuwe delen in de Banierserie Puriteinse Klassieken gepresenteerd.
Dr. J. van de Kamp, docent kerkgeschiedenis aan het Hersteld Hervormd Seminarium aan de Vrije Universiteit Amsterdam, sprak over het door hem vertaalde boek van Stephen Charnock: ”Tenzij dat iemand… Over de wedergeboorte”. Wedergeboorte schetst Charnock (1628-1680) als het begin van het nieuwe leven. „Zonder wedergeboorte kan niemand het Koninkrijk van God ingaan”, schreef hij.
De puriteinse predikant zet het thema wedergeboorte diepgaand uiteen, aldus Van de Kamp. Charnock noemt deze „het fundament van de hele praktijk van het geloof in het hier en nu en in de gelukzaligheid hierna.”
Charnock gebruikte de grondtekst van de Bijbel en diverse klassieke auteurs, onder wie Plato en Plotinius, Augustinus en Thomas van Aquino, en protestantse schrijvers. „In zijn boek bestrijdt hij onder meer de rooms-katholieke leer”, zei Van de Kamp.
Geen hagiografie
De schrijfster N. J. Spaan sprak over het leven van Thomas Halyburton. Spaan schreef een biografie over hem. Vrijdag verscheen de vertaling van ”Groot belang van de zaligheid”. Vertaalster was Christine Pas-Donker. „Zijn dagboekaantekeningen hebben mij behoed voor een hagiografie”, aldus Spaan.
Halyburton (1674-1712) beschrijft in het boek de toestand van de zondaar zonder God en de noodzaak van redding. Hij wijst op de genezing die er is in Christus. Verder gaat hij in op de vraag hoe een waar christen zijn leven moet inrichten en hoe hij zijn gezin moet vormen door huisgodsdienst, Schriftonderzoek en gebed. Zijn sterven beschrijft hij als een ingaan in „een vroeg gerijpte korenschoof.” Prof. dr. A. Baars voorzag deze nieuwe vertaling van zijn boek van een inleiding.
Ongepast
”De Christinnereis” behoort met ”De Christenreis” tot de belangrijkste werken die uit de pen van John Bunyan (1628-1688) zijn voortgekomen. Was Bunyan een vrouwenhater, waarvan hij wel beschuldigd is? vroeg prof. Baars, emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. „Volkomen uit de lucht gegrepen, ongepast en schandalig.”
Oudere vertalingen zijn volgens prof. Baars vaak moeilijk leesbaar of bieden slechts een bewerking van de tekst. Vandaar dat hij een nieuwe vertaling heeft geschreven die meer recht doet aan de oorspronkelijke uitgave. Ook heeft hij de kanttekeningen uit de oorspronkelijke uitgave opgenomen. „Die helpen het boek te verstaan en laten zien dat Bunyan steeds teruggrijpt op de Bijbel.” In de voetnoten licht prof. Baars historische en biografische bijzonderheden toe en geeft hij theologische verduidelijkingen en wijst hij op Bijbelse toespelingen.
Bunyan wilde in De Christinnereis mogelijke misverstanden uit De Christenreis wegnemen, aldus prof. Baars. De ervaringen van beide vrouwen in de Christinnereis beschrijft Bunyan volgens hem niet als normatief voor andere christenen. „Bunyan wil voortdurend wijzen op de verschillen en overeenkomsten in geestelijke leiding tussen de hoofdpersonen van De Christenreis en De Christinnereis. God breekt harten van mensen niet op dezelfde wijze. Bunyan tekent de verschillen als een spiegel voor ons.”
Volgens prof. Baars wekt Bunyan de indruk dat Christen tot zijn pelgrimstocht wordt gedreven door een diep zondebesef, terwijl daarvan bij Christiana nauwelijks of geheel geen sprake is. Zij zou meer op een lieflijke wijze op reis gelokt worden. „Hoe verschillend ons leven ook is en waar wij in geestelijk opzicht ook toeven, Bunyan wil ons oproepen om pelgrims te worden, echte pelgrims die de goede weg gaan naar de hemelstad.”
De emeritus hoogleraar zei geraakt te zijn door de gloed van Bunyans bewogenheid met onbekeerden.