Praktisch-theologische reflecties op kerk-zijn
Een pittige bundel praktisch-theologische opstellen. Mooi idee om zo de intrede als hoogleraar te markeren met meer dan een oratie. Grootste wens voor het vervolg? Meer van Christus erin en de radicaliteit van zonde en genade. Meer gebrokenheid, minder volzinnen.
Met ingang van dit jaar is dr. Hans Schaeffer als hoogleraar praktische theologie aan de Theologische Universiteit van Kampen verbonden. Onlangs hield hij zijn inaugurele rede en die is als zevende hoofdstuk opgenomen in de bundel ”Kerk om te vieren”. De zes hoofdstukken daarvoor markeren een weg die dr. Schaeffer gegaan is in de achterliggende jaren binnen het vakgebied van de praktische theologie. Het gaat in alle bijdragen om praktisch-theologische reflecties op kerkzijn. Na een inleidend hoofdstuk volgt een hoofdstuk om de keuze van etnografie als onderzoeksmethode te verantwoorden. Als onderzoeker ga je daarbij als participant je onderzoek doen. Daarna volgen een opstel over de rol van de Schrift in de praktische theologie, een bezinning op de flexibiliteit van het ambt (instituut en institutie), gemeenteopbouw en liturgie en de kerk als schepping van het Woord.
Schaeffers uitgewerkte inaugurele rede heeft als titel ”Liturgie als centrum van kerk-zijn. Over de relatie tussen praktische ecclesiologie en liturgie”. De ecclesiologie betreft de leer van de kerk, maar Schaeffer ziet alleen maar schadelijke gevolgen van een „blueprint-ecclesiologie”, waarvan je op basis van de Schrift, belijdenis en traditie komt tot een normatieve omschrijving van wat kerk-zijn betekent. Het gaat hem om een ecclesiologie die opgebouwd wordt vanuit de bestaande praktijken. Naar zijn overtuiging is daar een samengaan van goddelijk en menselijk handelen. De vraag die opkwam, is of wat we belijden in art. 27-29 NGB ook valt onder slechts „blueprint.”
Containerbegrip
Het woord ”(handelings)praktijken” is hét trefwoord in deze bundel. Het past uiteraard goed bij praktische theologie. Toch zijn daar vragen bij te stellen. Allereerst blijkt het een containerbegrip te zijn zonder duidelijke afbakening. Eerder heeft prof. Gerrit Immink al de vinger gelegd bij het gevaar van te weinig aandacht voor de geloofsdimensie wanneer we te veel uitgaan van een handelingswetenschap. In de afscheidsbundel voor de Kamper hoogleraar C. J. de Ruijter schreef hij: „Geloofspraktijken hebben een geestelijke dimensie, en met geestelijk bedoel ik dan zowel het mentale, psychische leven als de vroomheid en de spiritualiteit” (”Instemmend luisteren”, 176).
Er staan heel veel uitspraken in deze bundel die tot nadenken stemmen –na een aanvankelijke instemming of tegenspraak– en die vragen om een nadere doordenking en verdere verwerking. Dat is mooi in een bundel met studies. Al lezend bekroop me soms ook het gevoel dat we in de praktische theologie misschien toch ook iemand als Japke-d. Bouma nodig hebben. Zij rekent af met management- en kantoorjargon. Maar als ik „mijn rol mag pakken” (de topper van 2018), dan stel ik voor iemand ook eens kritisch ons bellenblazen met vaktaal door te laten prikken. Ik zal eerlijk opbiechten dat ik het al lezend soms gewoon niet meer kon volgen waar het nu bij wat er staat in onze werkelijkheid om gaat. Ik geef een enkel voorbeeld: „Door het belichamen van christelijke geloofspraktijken binnen onze complexe en gebroken werkelijkheid, lezen en leven volgelingen van Jezus de Schrift” (84). „Liturgische praktijken zijn de bouwstenen van en vooronderstellen de kerk” (143).
De auteur geeft in zijn inaugurele rede (laatste hoofdstuk) aan dat de komende jaren „de praktijken van het kerkzijn” in zijn onderzoek centraal zullen staan. De kernvraag daarbij is voor hem: ”Hoe wordt in de praktijken van kerkzijn, vooral de liturgie, heil ervaren?” Met zijn onderzoek wil hij bijdragen aan de vitaliteit van de gereformeerde geloofservaring in relatie tot de liturgie en de gemeenschap. Daarbij wens ik mijn collega van harte de leiding van Woord en Geest toe. Naar mijn overtuiging kan dan het kloppend hart van de gereformeerde geloofservaring niet ontbreken: de gemeenschap met Christus. Er mag een scheut ”Christopraxie” (Andrew Root) bij.
Kerk om te vieren, Hans Schaeffer; uitg. Summum Academic; 234 blz.; € 24,99