Campagne voor verlichting op de fiets
Met de wintertijd is de periode van de fietsverlichting officieel begonnen. En daarmee komt een nieuw onderscheid tussen mensen aan het licht. Er zijn de mensen –vaak senioren– die op een dure fiets rijden met lampen die vanzelf aanfloepen als het donker genoeg is. Er zijn de verstrooide professors die hun achterlamp consequent aan laten staan, ook als hun fiets geparkeerd en wel in het volle daglicht staat. En er zijn de studenten die op een afgetrapte fiets rijden met een in een grijs verleden werkende dynamo. Ze behelpen zich met lampjes aan touwtjes en exemplaren uit de supermarkt, soms van minuscuul formaat.
De donkere dagen tussen herfstvakantie en Kerst zijn een gouden tijd voor de politie. Een fietser zonder verlichting moet een boete van 55 euro dokken.
Behalve duur is fietsen zonder licht vooral gevaarlijk. Liefst 20 procent van de fietsongevallen vindt volgens Veilig Verkeer Nederland (VVN) in het donker plaats, terwijl slechts een tiende van alle fietskilometers in het donker wordt afgelegd. Door werkende verlichting neemt het risico op een ongeluk met 17 procent af.
VVN trapte maandag af met de fietsverlichtingscampagne ”Ik val op”. De ANWB koos dit jaar met de leus ”Zet je licht aan” –in opvallend geel gespoten op diverse fietspaden– een eigen strategie.
Het is te hopen dat bij notoire overtreders een lampje gaat branden.