Column: De januskop van de landbouwpolitiek
„Nooit meer honger” was het motto van de grondlegger van het huidige landbouwbeleid, Sicco Mansholt. Voor de eerste naoorlogse landbouwcommissaris bij de Europese Commissie was het zelfs een diep doorleefd moreel gebod. Nederland sloeg na de Tweede Wereldoorlog aan het produceren en werd daar heel erg goed in. Ruilverkavelingen, aanleg van infrastructuur, zaadveredeling en andere modernisering en mechanisering van de landbouw werden in gang gezet. Innovatie, efficiëntie en ondernemerschap van onze boeren was al wat de klok sloeg en nog immer slaat. Nederland schopte het daardoor, na de VS, tot tweede agrarische exporteur ter wereld, met vorig jaar een export van ruim 91 miljard euro. In een land als Rwanda ziet men onze boeren als landbouwgoeroes. In plaats van 12 ton aardappelen halen onze boeren 60 ton van een hectare.
Nu heeft deze landbouwpolitiek een januskop, met twee totaal verschillende gezichten. Naast de succesvolle kant is er ook die andere kant van mestoverschotten en stikstof- of ammoniakproductie. De crisis laat zien dat de huidige agrarische productie niet houdbaar is vanwege maatschappelijke vraagstukken over landschapsbeheer, stikstof, klimaat- en biodiversiteitsbedreigingen. En moet dan de veestapel inkrimpen? Breng liever de hoeveelheden kunstmest en vooral geïmporteerd voer drastisch omlaag voor stikstofreductie, zoals de stikstofhoogleraar aan de VU, Erisman, recent in het tijdschrift ”Boerderij” stelde.
Ja, de boeren kunnen nog op een nostalgische sympathie rekenen van de Nederlanders. Maar de samenleving is veranderd, het gaat niet meer om ”nooit meer honger”. De consument wil anders eten en natuur beleven.
De afgelopen twintig jaar is roofbouw gepleegd op de politiek-bestuurlijke agrarische infrastructuur. Het ministerie van Landbouw en Visserij ging in 2010 op in dat van Economie, Landbouw en Innovatie. Ook schrapte men de product- en bedrijfschappen voor onder andere akkerbouw, diervoeder, vee en zuivel. Wat resteerde, is de brancheorganisatie LTO Nederland. En die wordt met argwaan bekeken door juist de boeren. Ook daar erodeert de solidariteit. Boeren starten kleine organisaties die op specifieke gebieden hun belangen moeten behartigen. Daarmee is de slagkracht van belangenbehartiging ernstig verzwakt.
Boeren zijn innovatief. Hun trekkers zijn voor mij het symbool van innovatiekracht en de sterke positie van de Nederlandse landbouw. Tachtig procent van de boeren wil overstappen naar natuurvriendelijker methoden en weg van het naoorlogse, neoliberale beleid, toonde het onderzoek van dagblad Trouw vorig jaar al aan. Geef de boeren tijd om over te schakelen - en laat hun de bedrijfsvrijheid hoe dit te doen - naar een levensvatbare bedrijfsvoering met toekomst voor hun navolgende generaties! Voor een kringlooplandbouw is afstemming nodig op de lokale en regionale consumentvraag.
Tevens moet de Europese voedselvoorziening veiliggesteld worden. We dienen ervoor zorg te dragen dat de productie niet naar landen wordt verplaatst waar men het niet zo nauw neemt met bijvoorbeeld dierenrechten! Dat betekent géén vrijhandelsverdrag met Mercosur-landen uit Zuid-Amerika waardoor goedkope landbouwproducten op onze Europese markten terechtkomen die zijn geproduceerd onder omstandigheden die wij niet willen.
Het ministerie van Landbouw negeerde de waarschuwingen over stikstofbeleid, kopte afgelopen maandag de Volkskrant. Nu maar eens zien of politiek Den Haag over haar schaduw kan springen en probleemoplossend vermogen gaat vertonen. Of wordt het politiek zwartepieten? Als er iets bij deze stikstofaffaire aan het licht komt, is het wel een bestuurlijke crisis in de samenwerking tussen het Rijk en de provincies. Wij moeten onze innovatieve boeren die de voedselvoorziening in stand houden en tegelijkertijd zorgvuldig de natuur beheren, koesteren. Dat vereist een grondige aanpak en een zorgvuldige planning, mét de boeren, en tevens bijstelling van het Natura 2000-beleid over de natuurgebieden in Nederland. Met een helder politiek zicht op een gezonde toekomst!
De auteur werkt bij Nyenrode en CHE.