Kort geding om terughalen IS-vrouwen uit Syrië
Advocaten van 23 vrouwelijke Syriëgangers proberen vrijdag in een kort geding voor de rechtbank in Den Haag voor elkaar te krijgen dat de Nederlandse staat ze naar Nederland terughaalt, samen met hun in totaal 56 kinderen. De vrouwen zitten in kampen in Noord-Syrië en willen zo spoedig mogelijk worden gerepatrieerd.
De betrokkenen vinden dat de „overheid verplicht is om zich tot het uiterste in te spannen om ernstige mensenrechtenschendingen voor haar onderdanen te voorkomen”, stelt André Seebregts, een van de advocaten. Hij vindt dat Nederland de vrouwen en kinderen zelf moet terughalen of dat door de Amerikanen moet laten doen. De Amerikanen hebben dat al eerder aangeboden en recent nog herbevestigd, aldus Seebregts.
De vrouwen zitten in twee kampen, één buiten de beoogde bufferzone en één daarbinnen. In die zone wordt gevochten tussen de Turken en Koerden, maar volgens Seebregts is het nu rustig in beide kampen. Omdat de ontwikkelingen snel gaan, wil hij spoed achter de terugkeer. Hij wijst op de kans dat de troepen van president Assad zich daar gaan manifesteren en schuldig maken „aan verschrikkelijke mensenrechtenschendingen”.
Het OM wil ook dat de Syriëgangers worden teruggehaald, maar het kabinet houdt dat tegen.