Mogelijk nog meer vertraging proces Wilders
De rechtszaak tegen Geert Wilders loopt mogelijk nog meer vertraging op. Voor de zoektocht op het ministerie van Justitie en Veiligheid naar informatie over de zaak die over het hoofd is gezien, neemt minister Ferd Grapperhaus tot de kerstvakantie de tijd. Of nog langer indien „noodzakelijk”.
Het gerechtshof had eerder deze maand het hoger beroep tegen Wilders in het ‘minder Marokkanen’-proces uitgesteld tot 9 december om eerst geïnformeerd te worden over „aanvullende stukken die betrekking kunnen hebben op de vervolgingsbeslissing” van de politicus. Het hof heeft het Openbaar Ministerie opgedragen om alle stukken toe te voegen aan het proces-verbaal.
Wilders denkt dat toenmalig justitieminister Ivo Opstelten er bij het OM op heeft aangedrongen hem te vervolgen en dat is niet toegestaan. De documenten die hij boven water heeft gehaald om dat te bewijzen, hebben ook andere partijen in de Kamer aan het twijfelen gebracht. Zowel Grapperhaus als het OM houdt vol dat van bemoeienis geen sprake was, maar de minister laat voor alle zekerheid onderzoeken of er niets aan zijn aandacht is ontsnapt.
Het „technisch onderzoek” naar mogelijke informatie die de minister tot dusver niet onder ogen heeft gekregen, laat hij over aan „een onafhankelijke derde”. De documenten die dat onderzoek oplevert, worden door weer andere deskundigen van buiten „getoetst”, schrijft Grapperhaus.
De zaak tegen Wilders duurt inmiddels al jaren. De gewraakte uitspraken dateren uit 2014. De rechtbank heeft de politicus in 2016 veroordeeld, maar geen straf opgelegd. Zowel het OM als Wilders was tegen de uitspraak in beroep gegaan. Aanvankelijk stond de uitspraak in hoger beroep half oktober gepland. Dat werd al met een maand uitgesteld en momenteel is onduidelijk hoe het verdere verloop van de zaak eruit gaat zien.
Op 19 maart 2014 stelde Wilders zijn publiek tijdens een bijeenkomst drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder „Minder! Minder!” als antwoord op deze vragen. Hiermee zette de politicus volgens het OM aan tot haat.