Nieuwe belastingregels niet per se verbetering
Spaarders zijn niet blij met de huidige regeling van de vermogensrendementsheffing in box 3. Na jaren onvrede komt er nu eindelijk per 2022 een voor hen gunstige aanpassing.
Beleggers vinden op hun beurt de nieuwe regeling weer niets. De waarheid ligt zoals meestal ergens in het midden. De vraag is of de overheid juist niet het tegenovergestelde bereikt met de plannen.
Spaarders hebben al jaren weinig of geen rendement. Belastingdruk, inflatie en interen op het vermogen zijn de kernwoorden. In de nieuwe voorgestelde plannen wordt er met een fictieve rente gerekend van 0,09 procent per jaar en een vrijstelling van 400 euro. Bij een vermogen van bijvoorbeeld 440.000 euro heb je dan een fictieve rente op je spaargeld van 396 euro en een vrijstelling van 400 euro. Je betaalt dan nog net geen belasting.
Dit lijkt een zeer royaal bedrag, maar dit kan jaarlijks aangepast worden aan de hand van de ontwikkeling van de rente. Als de fictieve rente naar 1 procent stijgt is dat royale bedrag ineens nog maar 40.000 euro. Ongeveer tien jaar terug waren rentes van 3 procent normaal.
Daarmee zou de het bedrag ineens naar 13.333 euro zakken. Mocht dus de rente stijgen, dan kan sparen ineens onaantrekkelijk worden en ontstaat er een stimulans om te beleggen.
Voor de voorzichtigere beleggers slaat een jarenlang voordelige situatie ineens om. Offensief beleggen vinden ze te risicovol.
Maar door te beleggen in vastrentende waardes of veilige obligaties word je in de nieuwe situatie ineens aangeslagen voor een hoger fictief rendement dan dat haalbaar is. Je staat dan voor het dilemma: ga ik sparen –waardoor ik mijn doelkapitaal niet haal– of ga ik risicovol beleggen, wat ik niet verstandig vind.
Familiebank
Mensen die hun vermogen gebruiken voor een familiebank zijn in de nieuwe plannen ineens belegger met een fictief rendement van 5,33 procent. Als ze een lening hebben verstrekt met bijvoorbeeld een rente van 2 procent, dan is dat fors lager dan dit fictieve rendement. Juist nu starters het lastig hebben op de woningmarkt is dat onwenselijk.
Voor mensen die wel risicovol kunnen of willen beleggen is beleggen met geleend geld onaantrekkelijk gemaakt. Voor de vermogende belegger lijken er allerlei mogelijkheden te ontstaan. Het risico bestaat dat mensen rond de jaarwisseling het belegde vermogen omzetten in sparen om na de peildatum dit weer om te zetten in een belegging. De wetgever heeft beloofd met wetgeving hiertegen te komen.
Ik denk dat de overheid uiteindelijk minder belasting binnenhaalt, omdat meer mensen gaan sparen of juist risicovoller gaan beleggen. Vermogende mensen krijgen –zoals het nu lijkt– juist extra mogelijkheden om de belastingdruk te ontlopen. Belasting moet rechtvaardig zijn, maar de onrechtvaardigheid wordt verplaatst naar andere vermogensgroepen. Het systeem wordt complexer en geeft daardoor juist meer mogelijkheden.
De middengroep met de lagere vermogens gaat er juist op achteruit. De plannen zijn nog in ontwikkeling en het laatste woord is er vast nog niet over gezegd, maar ik vind het geen radicale verbetering.
De auteur is Master of Financial Planning. Volgende keer schrijft hij over Prinsjesdag en de gevolgen voor starters. Suggesties of vragen? financieel@refdag.nl