Trump voert tweesporenbeleid in Midden-Oosten
De Amerikaanse president Donald Trump is dezer dagen niet bepaald te benijden. Zijn besluit om troepen uit Syrië terug te trekken heeft niet alleen internationaal een storm van kritiek veroorzaakt, maar bezorgt hem ook in eigen land ongekende politieke tegenwind. Niet in de laatste plaats vanuit zijn eigen partij.
Woensdag nog nam het Huis van Afgevaardigden met overweldigende meerderheid een resolutie aan waarin het in de steek laten van de Koerdische bondgenoten in Syrië scherp werd veroordeeld. Twee derde van de Republikeinse afgevaardigden schaarde zich achter de verklaring. Die is weliswaar niet bindend, maar de stemverhouding weerspiegelt wél de onvrede over het huidige Midden-Oostenbeleid van de president.
Waarschijnlijk als gevolg van die binnenlandse politieke druk, volgt Trump momenteel een merkwaardig tweesporenbeleid. Enerzijds verdedigt hij zijn besluit om Amerikaanse troepen naar huis te halen, door te benadrukken dat de Koerden „geen engelen” zijn en dat ze vooral hun eigen oorlogen moeten uitvechten. De Verenigde Staten hebben niets meer in deze zinloze conflicten te zoeken, is de stelling van het staatshoofd.
Critici die de president woensdag weerspraken, konden dan ook op forse kritiek van Trump rekenen. Vooral de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, moest het ontgelden. Tijdens een briefing in het Witte Huis betitelde Trump haar als „derderangspolitica”, waarop de aanwezige Democraten prompt de zaal verlieten.
Tegelijkertijd heeft Trump sancties tegen Turkije ingesteld. Ook heeft hij minister van Buitenlandse Zaken Pompeo, vicepresident Pence en nationaal veiligheidsadviseur Robert O’Brien naar Ankara gestuurd om een staakt-het-vuren af te dwingen.
De vraag is of de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zich daar veel van aan zal trekken. De Republikeinse senator Mitt Romney omschreef de missie van de Amerikaanse bewindslieden als een „boer die al zijn paarden kwijt is en nu teruggaat om de staldeur dicht te doen.”
De uitspraak van Romney bevat misschien wel een diepere waarheid dan de senator zelf ermee aan wilde geven. Het Midden-Oosten gold decennialang als speerpunt nummer één voor de Amerikaanse wereldwijde veiligheidsbelangen. Dat uitgangspunt is op zijn minst hard aan het schuiven.
Maar er is meer. De recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten weerspiegelen ook een veranderende wereldorde, waarin de Verenigde Staten niet langer automatisch als globale politieman optreden. Waarin ook de internationale verhoudingen steeds meer door belangen en het recht van de sterkste worden bepaald.
Dat is misschien ten diepste nooit anders geweest. Maar er was altijd de dempende invloed van de internationale rechtsorde. Dat systeem schudt op zijn grondvesten. En dat is een zorgelijke ontwikkeling.