Verdwenen panorama van Nova Zembla herleeft
Het kolossale panorama van Nova Zembla dat kunstenaar Louis Apol in 1896 schilderde en dat spoorloos verdween, is gereconstrueerd aan de hand van acht foto’s ervan uit de Koninklijke Verzamelingen. De fotomontage, 2,70 hoog en met een diameter van 6 meter, is vanaf zaterdag te zien in museum Panorama Mesdag in Den Haag. Het is onderdeel van een tentoonstelling van het werk dat Apol (1850-1936) maakte tijdens en na zijn expeditie naar Nova Zembla in 1880.
Niemand heeft ook maar enig idee waar het panorama van Apol, dat ongeveer zo groot was als het beroemde panorama dat Hendrik Willem Mesdag van Scheveningen maakte, is gebleven, zegt Suzanne Veldink van Panorama Mesdag. „Tot 1901 was het te bezoeken in Amsterdam. Daarna is het lange tijd opgerold bewaard. In 1930 heeft iemand het nog gezien, maar sindsdien ontbreekt ieder spoor. Er gaan verhalen dat het naar Haarlem is gebracht en dat het is verbrand.”
De hoop bestaat dat er toch nog een stukje van Apols panorama boven water komt, want het is ook niet helemaal uitgesloten dat het in stukken is gesneden en verdeeld, overweegt Veldink. Intussen moeten we het echter doen met de aan elkaar geplakte foto’s die zijn afgedrukt op doek. Te zien zijn onder meer een nederzetting van de lokale bevolking en een woest landschap met een ijsbeer.
Op de tentoonstelling worden verder vijftig werken van Apol getoond: vooral de tekeningen die hij tijdens zijn vier maanden lange reis per poolschoener maakte, maar ook de schilderijen die hij naderhand op basis van schetsen vervaardigde. „De schetsen zijn losjes, hij had aan boord niet zoveel tijd. Hij moest ook gewoon wacht lopen en in het kraaiennest klimmen, net als de rest van de bemanning, al werd hij niet betaald. Hij had zich vrijwillig aangemeld. Als schilder van winterlandschappen wilde hij dat gewoon graag.”
„Apol teekent en schetst overal; zelfs op de jacht verzuimt hij niet, zijn schetsboek mede te nemen”, noteerde de kapitein destijds. De kou komt je bijna uit het werk tegemoet. „Je ziet ijsbergen en gletsjers, hij gebruikte veel blauw en wit. Hij gaat ook los op het noorderlicht”, aldus Veldink. De reis heeft een blijvend stempel op Apols loopbaan gedrukt, zegt ze. „Hij was 29 jaar toen hij de reis maakte. Op zijn 85e tekende hij nog een ijsbeer.”
De tentoonstelling duurt tot en met 1 maart.