Koning reikt prijzen voor schilderkunst uit
Koning Willem-Alexander heeft vrijdag aan drie kunstenaars de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2019 uitgereikt. De jonge kunstenaars ontvingen 9000 euro. Na de uitreiking, in het Koninklijk Paleis in Amsterdam, opende de koning de tentoonstelling met werken van de winnaars en de genomineerden.
Er waren vijftien kanshebbers. De jury van deze aanmoedigingsprijs benoemde tot winnaar Leo Arnold, Cian-Yu Bai en Machteld Rullens. Uit de juryrapporten: „Arnolds doeken zijn grappig en pijnlijk tegelijk. Terwijl veel schilderkunst vooral prettig is om naar te kijken, strijkt zijn ‘badsex-painting’, zoals hij het zelf noemt, tegen de haren in.” Cian-Yu Bai „volgt het ritme van de verf en laat alle dingen samenvloeien”. De beschilderde kartonnen dozen van Machteld Rullens „creëren een schilderkunstige ruimte met een psychologische laag”.
Koning Willem III introduceerde deze prijs in 1871 als koninklijke subsidie voor vrije schilderkunst. Na hem hebben koningin Emma, koningin Wilhelmina, koningin Juliana, koningin Beatrix en nu dus koning Willem-Alexander deze aanmoedigingsprijs ontwikkeld tot een traditie van koninklijke aandacht voor de schilderkunst.
De expositie is te zien tot en met 17 november.