Cultuur & boeken

Actieboek ”Plan B” was voor Leanne van Spronsen echt een plan B

Aan haar eerste journalistieke klus op Aruba hield ze een beet van een straathond over. Aan haar eerste boek de EigenWijsPrijs. Vorige maand sleepte ze die kinderjuryprijs ook met haar tweede boek in de wacht. En dat terwijl Leanne van Spronsen als auteur van actieboek ”Plan B” dit najaar toch al in de schijnwerpers staat.

Mariëlle Oussoren-Buys
11 October 2019 13:52Gewijzigd op 16 November 2020 17:13
Leanne van Spronsen schreef actieboek”Plan B". beeld Cees van der Wal
Leanne van Spronsen schreef actieboek”Plan B". beeld Cees van der Wal

De motor van Leanne van Spronsen-Monster (1992) staat op de stoep van haar ouderlijk huis in Puttershoek. Deze middag neemt ze hier de honneurs waar. Haar ouders zijn niet thuis, haar tienerzussen en -broer zitten op school. Hun 2-jarige broertje („een heel erg nakomertje”) slaapt.

Op nog geen halve kilometer afstand staat de Petrus Datheenschool, waar Van Spronsen een groot deel van haar kinderjaren doorbracht. Later studeerde ze journalistiek aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Inmiddels woont ze in Ridderkerk, waar haar man Maurits vandaan komt.

Samen met hem verbleef ze ook twee jaar op Aruba, vanwege zijn werk bij het Korps Mariniers. Zelf vond Van Spronsen er al snel een baan bij een Nederlandstalige krant – en haar eerste interview daar zal ze niet snel vergeten.

„Ik had een afspraak met een ondernemer, die een kas had. Heel bijzonder, er groeit daar namelijk helemaal niks, alleen cactussen. Er was me verteld hoe ik bij hem kon komen: bij het paarse huis links, doorrijden tot aan een paar cactussen, dan zie je een verroeste auto, daar moet je links, zoiets. Tijdens het interview werd ik gebeten door een straathond. Maar ik móést het afmaken, vond ik, en ben gewoon doorgegaan. Na afloop reed ik snel naar het ziekenhuis van de kazerne. Alles viel gelukkig mee, ik hoefde geen prik.”

EigenWijsPrijs

Haar eerste kinderboek was succesvoller dan haar eerste klus op Aruba. ”Keet!” werd in 2017 genomineerd voor Het Hoogste Woord, de prijs voor het beste christelijke kinderboek van het jaar, en won de kinderjuryprijs, de EigenWijsPrijs. Haar tweede boek, ”Vast”, kreeg eind vorige maand dezelfde prijs.

Over belangstelling had de 27-jarige auteur toch al niet te klagen: ze is dit jaar de maker van een van de drie actieboeken van de Christelijke Kinderboekenmaand: ”Plan B”. Door miscommunicatie wist ze dat pas in januari. „Toen had ik eigenlijk het schrijfplan al klaar moeten hebben. Eerst had ik een ambitieus idee: ik wilde een boek over een reis in de tijd maken. Met een hoofdpersoon die nu leeft en een personage dat honderd jaar geleden op die plek rondliep. Maar in zo’n korte periode lukte dat niet.”

”Plan B” was echt een plan B?

Van Spronsen lacht. „Ja. Maar uiteindelijk ben ik blij hoe het is gegaan. Ik wil kinderen graag meenemen naar een andere wereld. Door het lezen van dit boek gebeurt dat, en kom je ook wat te weten over Spanje. Zelf ben ik daar nog nooit geweest, trouwens. Wel in Portugal.”

En de lezer maar denken: zó gaat het er dus aan toe in Spanje…

„Ik denk ook wel dat het is zoals ik het beschrijf. Ik heb veel Spaanse series bekeken om een beeld te krijgen van het land. En vreemd genoeg is het soms juist lastig om te schrijven over plekken die je heel goed kent. Ik zal niet snel een verhaal op Aruba laten spelen. Dat eiland is zo klein, dan moet elk detail kloppen. In ”Vast” viert de familie van Stijn daarom vakantie op Curaçao.”

”Plan B” heeft een heftig thema: Emilia wordt door haar moeder vastgehouden in Spanje.

„Ja. Ik had gelezen dat er elke zomer weer meer kinderen in de vakantie worden ontvoerd door hun eigen ouder. Ook naar Spanje. Mede daarom speelt het verhaal zich daar af.

Ik heb ermee geworsteld hoe ik dit thema moest aanpakken, juist voor een christelijke doelgroep. Ik denk dat maar weinig ouders van kinderen uit mijn leespubliek hun kind zullen ontvoeren. Ik heb daarom van Emilia’s moeder een Spaanse gemaakt, met een rooms-katholieke achtergrond. En Emilia’s vader komt door alle problemen niet meer in de kerk. Aan het einde van het boek verandert daar iets in.”

Emilia’s ouders zijn gescheiden. Dat is essentieel voor het boek, maar is geen hoofdthema.

„Ik wilde niet de hele scheiding uitpluizen, daar gaat dit boek niet over. Ook in christelijk Nederland zijn veel gescheiden ouders, daarom wilde ik het eens aan de orde laten komen. Als ik aan jongens vraag waar ze een boek over zouden willen lezen, zeggen ze: „Iets met drugshandel.” Maar een meisje zei een keer tegen me: „Wilt u schrijven over een kind van wie de ouders zijn gescheiden?” Haar eigen ouders waren ook niet meer bij elkaar.”

”Keet!”, ”Vast” en ”Plan B” zijn realistische boeken over een probleem in de gezinssfeer. Waarom?

„Dat gebeurt gewoon. Maar ergens is het ook wel een bewuste keus. Schrijven over drie kinderen die een terroristenbende oprollen, of met dolfijnen avonturen beleven, dat is niks voor mij. Ik verweef graag in mijn boeken welke invloed een situatie heeft op personages, en dus niet alleen op de hoofdpersoon. In ”Vast” valt de moeder op een gegeven moment erg uit naar de vader omdat die zaken verzwegen heeft. Zulke dingen wil ik laten zien.”

Wat is leuker: een verhaalidee bedenken of schrijven?

„Ik hou vooral van het schrijven. Ik wil mooie zinnen maken, daar besteed ik echt tijd aan. Zelf kan ik ook erg genieten van lezen, van bepaalde beschrijvingen. Ik heb een lijstje met klassiekers waar ik af een toe een boek van uitkies. ”Lord of the flies” bijvoorbeeld. En ”To kill a mockingbird” van Harper Lee.

Soms heb ik als schrijver de neiging te veel in te vullen. Ik had bijvoorbeeld heel precies beschreven hoe de kamer van Emilia eruitziet. Misschien hoef ik niet te zeggen dat de lamp roze is, bedacht ik. Dat was ook het commentaar van de Hoogste Woordjury bij ”Keet!”: het mocht wat subtieler, zodat er ruimte is voor eigen interpretatie.”

Nieuwe baan

Van Spronsen begon haar carrière met een stage bij uitgeverij Den Hertog, waar ze nu ook publiceert. Ze interviewde er onder meer kinderboekenauteurs voor de website („Ja, het interview met mezelf is ook door mij geschreven”). Ook werkte ze, tot mei dit jaar, bij Bruidmedia in Amersfoort, dat Bruid & Bruidegom Magazine uitgeeft. Binnenkort start ze als medewerker decoraties en advies bij de Kanselarij der Nederlandse Orden in Den Haag, de organisatie die gaat over onderscheidingen.

„Juist doordat ik een paar maanden thuis heb gezeten heb ik nagedacht: wat wil ik eigenlijk? Schrijven als vaste baan hoeft niet per se – ik doe het toch wel, als freelancer of voor een boek.”

Met 24 jaar lag er een debuut, drie jaar later liggen er twee prijzen. Wat wil auteur Leanne bereiken?

„Bij elk boek probeer ik iets anders te doen. Ik hou van uitdaging. Na een boek over het meisje Keet maakte ik een boek over een jongen. Het volgende zou ik graag vanuit een ik-persoon vertellen.

Schrijven is voor mij echt een hobby. Elke twee jaar een boek maken, dat lijkt me mooi. Meer hoeft niet. Ik zoek naar thema’s waar nog niet veel over geschreven is. Daarom gaat het in ”Keet!” niet over een ziek kind, maar over haar zus. Ja, ik zou ook wel een roman willen schrijven. Niet dat dat een trapje hoger zou zijn dan een kinderboek. Maar je moet er simpelweg méér voor schrijven. Er moeten meer lagen in en je kunt meer qua personages.

Ik hou heel veel van historische romans. Ik zou het leuk vinden om zelf in zo’n thema te duiken en onderzoek te doen.”

Boekgegevens

Plan B, Leanne van Spronsen; uitg. Den Hertog; 91 blz.; € 5,95 tijdens de Christelijke Kinderboekenmaand tot eind oktober

Verder reizen in boeken

De Kinderboekenweek is bijna voorbij, de Christelijke Kinderboekenmaand duurt nog tot eind oktober. Alleen al rond het thema van dit jaar, reizen, zijn er boeken te over. Een selectie.

• ”De mug op de brug” is gebaseerd op het liedje ”De brug bij Breukelen is kapot” van Annie M. G. Schmidt. Het verscheen in 1956, maar illustrator Noëlle Smit maakte er nu met levendige, kleurrijke illustraties een boek van (uitg. Querido; € 12,50).

• ”Met de bus” van de Canadese illustrator Marianne Dubuc verscheen in 2014 en is nu in Nederland uitgebracht. In verstilde prenten met originele vondsten volgt de lezer een meisje tijdens haar busreis. Het –langgerekte– formaat past perfect bij het onderwerp: de bus (uitg. Querido; € 15,99).

• ”Reizigers in het dierenrijk” is non-fictie voor kinderen over het reisgedrag van dieren. De gestileerde illustraties van de Tsjechische Jana K. Kudrnová en de uitklappagina’s met landkaarten maken het tot een mooi kijkboek (uitg. KokBoekencentrum; € 17,50).

• ”Wereld in een koffer” van Lianne Biemond gaat over een meisje in Afghanistan voor wie de wereld maar heel klein is sinds de taliban macht uitoefenen. Ze leert dat haar gedachten ondanks dat vrij zijn (uitg. Den Hertog; € 10,50).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer