Het Nieuwe Testament in twintig thema’s
Het Nieuwe Testament kenmerkt zich door een grote diversiteit aan auteurs en onderwerpen. Toch is het een eenheid. Welke boodschap komt in die verscheidenheid tot uiting?
Achttien deskundige auteurs hebben in het boek ”Theologie van het Nieuwe Testament” deze vraag thematisch uitgewerkt. De bundel is het resultaat van een samenwerkingsproject tussen nieuwtestamentici uit Nederland, Duitsland, België, Zwitserland en Groot-Brittannië. Zij hebben elkaar als vakgenoten leren kennen via de Facharbeitsgruppe Neues Testament. Dr. Armin Baum, hoogleraar in Giessen en Leuven, en dr. Rob van Houwelingen, hoogleraar in Kampen, vormen de redactie. Het boek verschijnt zowel in het Nederlands als in het Duits.
Zes jaar terug is in Nederland een ”Theologie van het Oude Testament” gepubliceerd, geschreven door een vergelijkbare groep oudtestamentici. Het aantal pagina’s van beide boeken is ongeveer gelijk en vanwege de veel kleinere omvang van het Nieuwe Testament is nu een gedetailleerder bespreking mogelijk.
De auteurs hebben geen centraal onderwerp geselecteerd, maar kiezen voor twintig thema’s. Het voordeel is dat allerlei onderwerpen besproken kunnen worden. De hoofdstukken zijn ongeveer op dezelfde manier opgebouwd. Na een korte inleiding wordt de stand van het wetenschappelijke onderzoek geschetst. Dan volgt, als hoofdschotel, de behandeling van de belangrijkste tekstgegevens. Na de conclusie is er aparte aandacht voor de actuele betekenis van het thema.
De auteurs beschouwen de Bijbel als het Woord van God en zij kiezen voor een heilshistorische benadering. Natuurlijk zijn er accentverschillen te merken tussen de schrijvers, maar het is duidelijk dat de eenheid overheerst.
Normatief kader
De eerste thema’s gaan over de gekozen aanpak, en over de relatie tussen openbaring en geschiedenis. Hier vallen belangrijke keuzes en komt het onderscheid naar voren met andere theologieën die niet uitgaan van goddelijke openbaring. Het open graf en de afgewentelde steen op de voorkant tonen het uitgangspunt. De schrijvers kiezen bewust voor de canon als normatief kader. Daarna volgt een bespreking van het ene verbond achter de diverse verbonden.
De betekenis van Israël als het oude verbondsvolk komt twee keer naar voren: in hoofdstuk 4, waar het „mysterie” aan de hand van Efeze 2-3 en Romeinen 9-11 behandeld wordt, en in hoofdstuk 14 over het Evangelie voor de Joden. Hier klinkt de oproep tot het gesprek met Israël rondom de Schrift. De laatste jaren wordt steeds meer bekend over de achtergronden van het Nieuwe Testament en tevens is de inbreng van de Messiasbelijdende Joden van belang. Op grond daarvan kunnen verouderde en verkeerde voorstellingen rechtgezet worden. Het vaak genoemde verschil tussen een oudtestamentisch-straffend en een nieuwtestamentisch-liefdevol godsbeeld blijkt niet meer te kloppen. Ook het contrast van het jodendom als ”religie van zelfverlossing” met de boodschap van rechtvaardiging door genade is een ontoelaatbare versmalling. Zelfs bij de aanname van een breuk met de wetten van Mozes worden tegenwoordig steeds meer vraagtekens gezet. Dat Jezus principieel de Thora opzij wil zetten of feitelijk zou willen breken met het sabbatsgebod, de voedselvoorschriften of de reinheidswetten, kan niet langer worden aangenomen. Hierin kiest auteur Guido Baltes terecht een andere benadering dan vroeger in lutherse en gereformeerde geschriften vaak naar voren kwam.
Andere thema’s in dit boek betreffen Jezus als God, de betekenis van Jezus’ dood en opstanding, het werk van de Heilige Geest en de kerk als het lichaam van Christus. Bij dit laatste onderwerp komen ook de plaatselijke gemeente en het belang van bovenplaatselijke betrekkingen aan de orde. Ook het oude en nieuwe perspectief ten aanzien van Paulus’ visie op de rechtvaardiging worden behandeld. Na ”Christenen als vernieuwde mensen” krijgen gebed, gebedsverhoring en onverhoorde gebeden een plaats. Dit laatste onderwerp wordt niet vaak in een Theologie behandeld. Een actueel thema is ook ”Het lijden om Christus’ wil”, vooral in het licht van eer en schaamte. De bundel eindigt met de opwekking van de doden bij de wederkomst van Christus.
De veelzijdige bundel biedt verrassend veel om de hedendaagse lezer op de hoogte te stellen van de huidige wetenschappelijke stand van zaken in binnen- en buitenland. Toch heeft de keuze van twintig thema’s ook iets willekeurigs en het is niet moeilijk meer onderwerpen te bedenken. De beschreven toekomstverwachting is vooral gericht op de toekomst van de gelovigen. De donkere kant van de verlorenheid voor de ongelovigen, de ”tweede dood” en de hel worden wel genoemd maar niet uitgewerkt. Hiermee hangt waarschijnlijk samen dat het boek Openbaring ook niet veel aandacht krijgt. Het is moeilijk is om dit Bijbelboek in kort bestek recht te doen, maar juist hier hebben lezers behoefte aan hulp. De toekomst van deze aarde krijgt in de actualiteit steeds meer aandacht, en vanuit het boek Openbaring valt hierover meer te zeggen dan nu gebeurt. Zo blijven er wensen, maar de centrale thema’s komen zeker aan bod.
De schrijfwijze van de namen is overeenkomstig de Nieuwe Bijbelvertaling, terwijl de auteurs ook andere vertalingen vermelden en vaak toelichten aan de hand van de Griekse woorden. Het boek richt zich vooral op theologen, maar de schrijfstijl is zodanig dat belangstellende gemeenteleden het goed kunnen lezen. Het is een waardevolle bijdrage tot het verstaan van de boodschap van het Nieuwe Testament.
Boekgegevens
Theologie van het Nieuwe Testament in twintig thema’s, Armin Baum en Rob van Houwelingen (red.); uitg. KokBoekencentrum; 416 blz.; € 39,50