GG steunen toerusting classis en gemeente bij evangelisatiewerk
Waar ligt de taak van een landelijk kerkverband op het moment dat steeds meer plaatselijke gereformeerde gemeenten starten met evangelisatiewerk?
Die vraag lag woensdagmorgen voor in Gouda tijdens de vervolgvergadering van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten (GG).
Vanouds is het evangelisatiewerk in de gg landelijk georganiseerd, met evangelisatieposten in Nederland en België en evangelisten die in dienst zijn bij het deputaatschap voor evangelisatie. De afgelopen decennia is binnen de GG classicaal en plaatselijk evangelisatiewerk opgekomen. De verantwoordelijkheid daarvan ligt niet in alle gevallen bij het deputaatschap. Tegelijkertijd leven er bij de synode vragen, onder andere over hoe vanuit de landelijke kerk met een stem gesproken kan worden bij evangelisatie-activiteiten.
„Het plaatselijke evangelisatiewerk valt onder verantwoordelijkheid van de plaatselijke kerk”, lichtte ds. M. Joosse, voorzitter van het deputaatschap toe. Volgens de predikant uit Ede komt het accent bij het werk vanuit het deputaatschap te liggen bij de ondersteuning van plaatselijk en classicaal werk met begeleiding, toerusting, opleiding, meedenken en zorgen voor lectuur.
Kennisdeputaatschap
Ouderling A. G. Bregman (Naaldwijk): „Het deputaatschap wordt steeds meer een kennisdeputaatschap dat faciliteert. Het kan werkers begeleiden, of die nu zijn aangesteld door plaatselijke gemeente of door een classis.” De synode stemde in met een mandaat voor het deputaatschap dat deze lijn ondersteunt. Ds. Joosse: „Het is het van belang dat er de komende jaren een structuur wordt uitgedacht, zodat gemeenten en classes weten wie wat doet en waar verantwoordelijkheden liggen.”
De synode benadrukte dat het evangelisatiewerk de aandacht verdient van de classes, onder andere tijdens de kerkvisitatie. Het bovendien van belang dat plaatselijke gemeenten in hun beleid aansluiten bij de door het deputaatschap uitgezette lijn, zo onderstreepte synodepreses ds. P. Mulder. Maar, zo merkte ouderling G. Roos (Kampen) op: „In de Vroege Kerk waren er geen evangelisatiecommissies, maar chrístenen. Zij waren evangelist op hun eigen plekje. Als er steeds meer plaatselijk gebeurt, zou dat aspect vanuit het deputaatschap meer aandacht kunnen krijgen in de toerusting?”
Digitale toerusting
Een andere kwestie is hoe vanuit het landelijk kerkverband wordt gereageerd op de behoefte vanuit de gemeenten aan digitaal toerustingsmateriaal, onder meer over de geloofsleer. De toerusting van de eigen gemeenten is geen taak van het deputaatschap voor evangelisatie, zo concludeerde tweede voorzitter ds. A. Schreuder (Beekbergen). Toch ligt hier een taak voor de kerk, omdat jongere generaties niet op papier, maar juist op internet zoeken naar toerusting, zo stelde ds. Mulder. „Het gaat om kennisoverdracht en apologie in hedendaagse vorm.” Op zijn voorstel wordt een commissie gevormd vanuit het moderamen, de deputaatschap Kerk, Gezin, Jeugd en Onderwijs – waarbij onder andere de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten is betrokken – en de commissie catechese, waarbij ook de Theologische School is betrokken. De commissie moet in januari met een rapport komen.