De ontdekking is maandag bekendgemaakt door het Carnegie Instituut voor Wetenschap in de Verenigde Staten. De twintig nieuwe manen zijn allemaal zo’n 5 kilometer in doorsnee. Drie ervan draaien met Saturnus mee, in de richting waarin Saturnus om zijn as draait, maar de andere zeventien gaan tegen de stroom in.

Twee van de twintig manen staan redelijk dicht bij Saturnus. Ze doen ongeveer twee jaar over een rondje rond de planeet. De andere manen hebben meer dan drie jaar nodig voor een omloop. Een ervan is de verste maan van Saturnus die ooit is ontdekt. Mogelijk maakten sommige nieuw ontdekte manen deel uit van een groter object, dat in stukken uiteen is gevallen. De manen kunnen iets meer vertellen over het verleden van Saturnus en zijn directe omgeving.

De nieuw ontdekte manen hebben nog geen naam. Daarvoor vragen de onderzoekers het publiek om hulp. Ze moeten te maken hebben met Noordse, Gallische of Inuit-mythes, net als andere manen van Saturnus.

Jupiter en Saturnus hebben verreweg de meeste manen in ons zonnestelsel. Uranus heeft er 27, Neptunus 14, Mars twee en de aarde één.