Onderzoek vlieggedrag roofvogel bij windmolen
De Wageningen Universiteit is een onderzoek begonnen naar het vlieggedrag van roofvogels in de buurt van windmolens in de provincie Flevoland. Uiteindelijk moet dat leiden tot minder vogels die zich doodvliegen tegen de wieken van molens.
De onderzoekers gaan tien zeearenden en tien bruine kiekendieven voorzien van zenders. Daarmee kunnen ze het vlieggedrag van de vogels volgen. Tot nu toe wordt het vlieggedrag van roofvogels bij windmolens voorspeld met theoretische modellen. Maar in de praktijk blijken deze modellen volgens de provincie niet goed genoeg. „Met dit onderzoek hopen de universiteit en de provincie meer inzicht te krijgen in het vlieggedrag van deze roofvogels en welke effecten windmolens op dit gedrag kunnen hebben.”
Hoeveel vogels jaarlijks sterven doordat ze tegen windmolens vliegen is onbekend. Bij het windpark Noordoostpolder bij Urk (met 80 tot 90 molens) gaat het volgens de provincie om in totaal 1000 vogels in één jaar tijd. Volgens een woordvoerder geldt dat aantal voor een gemiddeld windpolenpark in Nederland.