Van Haga overweegt aangifte wegens „chantage”
Wybren van Haga, het Tweede Kamerlid dat onlangs uit de VVD-fractie werd gezet, overweegt aangifte te doen tegen een van zijn huurders en diens advocaat. Van Haga meent dat zij hem onder druk hebben gezet, dan wel gechanteerd, door in een hoog oplopend huurconflict te dreigen de pers in te schakelen.
Van Haga maakte woensdag gewag van zijn mogelijke juridische stappen tijdens een kort geding tegen de betrokken huurder. Het huurcontract van de man is afgelopen en Van Haga wil dat hij vertrekt uit de woning in een hofje aan de Van Essenstraat in Haarlem. De huurder beroept zich op een mondelinge afspraak die volgens Van Haga niet bestaat. Die zou erop neerkomen dat het contract wordt verlengd als de huurder netjes zijn huur betaalt.
Of Van Haga de aangifte ook echt gaat doen, staat te bezien. „Ik probeer iedere juridische procedure te vermijden. Niemand moet dat willen.” Volgens Van Haga zijn er vier momenten geweest waarin „de grenzen zijn opgezocht van wat strafrechtelijk toelaatbaar is”. In de dreigementen is er „gebruikgemaakt van mijn kwetsbaarheid als Kamerlid”, zei hij.
Van Haga zegt dat hij niet persoonlijk betrokken is geweest bij het beëindigen van het tijdelijke huurcontract en verwijst daarvoor naar de beheerder. Een groep huurders van woningen in het betreffende hofje was bij het kort geding aanwezig, ter ondersteuning van de huurder die moet vertrekken. Van Haga meent dat de vermeende chantagepraktijken iedere oplossing –anders dan een uitzetting– van het huurconflict onmogelijk hebben gemaakt.
De betrokken huurder heeft een bodemprocedure aangespannen, waarin hij aan de hand van getuigen probeert te bewijzen dat de mondelinge afspraak waarop hij zich beroept wel degelijk bestaat. Deze dient op 9 oktober. Op dezelfde dag beslist de kort-gedingrechter over de door Van Haga geëist onmiddellijke uitzetting.
De VVD-fractie stuurde Van Haga weg omdat hij zich niet aan een afspraak had gehouden om zich niet meer met zijn zakelijke belangen te bemoeien. Het Kamerlid kwam vorig jaar al in opspraak omdat hij zich als vastgoedondernemer niet aan regels voor het verhuur van woningen zou hebben gehouden.