Eigen collecties weg bij Bijbels Museum
Het Bijbels Museum in Amsterdam heeft besloten de eigen collecties over te dragen aan andere musea. Dat maakte het museum woensdag bekend.
Het overdrachtsproces van de collecties duurt tot medio mei volgend jaar. Eind 2020 verlaat het Bijbels Museum het pand aan de Herengracht in Amsterdam om een kantoor op een andere plaats in de hoofdstad te betrekken.
Het in 1974 opgerichte museum, dat als doel heeft mensen inzicht te geven in de rol van de Bijbel in het verleden en heden, draagt de kerncollectie over aan Museum Catharijneconvent in Utrecht. De andere collecties komen onder andere in het Leidse Rijksmuseum voor Oudheden en het Joods Historisch Museum in Amsterdam terecht.
„Er is veel geld en mankracht nodig om eigen collecties op een goede manier te beheren, behouden en presenteren”, liet Carolien Croon, directeur van het Bijbels Museum, woensdag desgevraagd weten. „Als klein museum kunnen wij in de toekomst niet meer goed voor onze eigen collecties zorgen en tegelijkertijd reizende tentoonstellingen maken. Daarom hebben we besloten ons in de toekomst vooral op de reizende tentoonstellingen te richten.”
Ruimhartig
De directeur ziet dat de reizende tentoonstellingen erg succesvol zijn; het bezoekersaantal daarvan verdubbelde in 2018 van 45.000 naar ruim 92.000. „Zo komt meer publiek in contact met de inhoud van de tentoonstellingen dan in het Bijbels Museum het geval is. Daardoor wordt er meer over geschreven en gesproken. Ook vinden we het belangrijk om jonge kunstenaars uit te nodigen om zich te laten inspireren door Bijbelse verhalen bij het maken van nieuwe kunst”, aldus de directeur.
De afstoting van de collecties is volgens Croon voor de reizende tentoonstellingen niet hinderlijk. „Daarvoor laten we nieuwe kunst maken op basis van een Bijbels thema of lenen we objecten van kunstenaars of collegamusea.”
De musea waar de collecties naartoe worden gebracht, voeren een ruimhartig bruikleenbeleid, aldus Croon. „Wij vinden het belangrijk dat de objecten getoond kunnen worden.”
Het Bijbels Museum wil op meer plaatsen in het land zichtbaar zijn dan enkel in Amsterdam. „Als je investeert in goede inhoud, wil je dat die door zo veel mogelijk mensen bekeken wordt; niet alleen in Amsterdam, maar ook in Ter Apel en Middelburg”, aldus de directeur.
Straatbeeld
Het feit dat het Bijbels Museum uit het straatbeeld in Amsterdam verdwijnt en daarmee haar symbolische functie verliest, ziet Croon dan ook niet als problematisch. „Wij zoeken naar andere ruimtes in Amsterdam waar wij welkom zijn en waarde toevoegen. Daarover zijn we nog in gesprek.”
Croon maakt duidelijk dat de overdracht van de collecties en de verdwijning van het pand geen gevolgen heeft voor het huidige personeel.