Inlichtingenapparaat VS vereist meer dan reorganisatie
Senator Pat Roberts heeft Washington deze week verrast met voorstellen voor een hervorming van het Amerikaanse inlichtingenapparaat die veel verdergaan dan wat de onafhankelijke septembercommissie heeft voorgesteld. In feite gaat het de Republikein Roberts -voorzitter van de inlichtingencommissie van de Senaat- om een radicale hervorming van de inlichtingendienst CIA (Central Intelligence Agency), plus het einde van de dominantie van het ministerie van Defensie binnen de inlichtingengemeenschap.
Het Amerikaanse inlichtingenapparaat is volgens deskundigen dringend aan hervorming toe. Daarbij wijst men niet alleen op de Iraakse vermeende massavernietigingswapens die nog steeds niet gevonden zijn. „De CIA miste in de jaren tachtig de naderende ineenstorting van het Sovjetimperium, men zag te laat dat voormalige bondgenoten in de strijd tegen de Russen in Afghanistan als Osama bin Laden zich tegen Amerika keerden, men miste de militaire nucleaire ontwikkeling van Pakistan en India, men zag de septemberaanslagen in 2001 niet aankomen en de CIA zat er wat Irak betreft volkomen naast”, aldus Christopher Paine, analist van de milieuorganisatie Natural Resources Defense Council (NRDC) in New York.
De NRDC zet zich onder meer in voor afschaffing van kernwapens en vermindering van de risico’s van het civiel gebruik van kernenergie. Paine is analist voor de nucleaire afdeling van de NRDC en hij benadrukt dat de VS er de afgelopen jaren niet in geslaagd zijn om de wereldwijde verspreiding van kernwapens tegen te gaan. „Een van de belangrijkste redenen daarvoor was het falen van de CIA”, aldus Paine.
Heeft de inlichtingendienst dan niet genoeg spionnen om Washington op de hoogte te houden van alle internationale ontwikkelingen? „Dat is een van de problemen, maar een belangrijker kwestie betreft de analyse van al het materiaal dat bij de CIA binnenkomt. In 1981 benoemde president Ronald Reagan William Casey tot directeur van de CIA. Casey besloot de analyse van de feiten meer te politiseren om -zoals hij dat noemde- „ons begrip van de Sovjetdreiging tegenover de VS beter te begrijpen.” Met andere woorden, Casey maakte het analysewerk van de CIA ondergeschikt aan de politieke agenda van zijn bazen. Dat is sindsdien nooit meer veranderd en deze politieke oriëntatie is een van de grootste handicaps van ons inlichtingensysteem”, aldus Paine.
Daarnaast wordt het geen eenvoudige klus om het apparaat te hervormen, meent John Prados, politiek analist van het National Security Archive, een onderzoeksinstituut van de George Washington Universiteit in Washington. Prados wijst op enorme weerstanden binnen de regering-Bush tegen een hervorming. „President Bush heeft een van de voorstellen van de onafhankelijke septembercommissie overgenomen, namelijk de benoeming van een nieuwe nationale inlichtingendirecteur, die het werk van de zestien inlichtingendiensten moet coördineren. Maar hij krijgt van Bush niet de volmachten die de commissie voorstelt, namelijk zeggenschap over de volledige begroting voor al het inlichtingenwerk plus de bevoegdheid om chefs van de afzonderlijke diensten naar eigen inzicht in te huren of te ontslaan. Volgens nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice zal de nieuwe functionaris „grote invloed” kunnen uitoefenen op de inlichtingenbegroting, maar dat is niet wat de onafhankelijke commissie wil, en zeker niet wat senator Pat Roberts nu voorstelt”, aldus Prados.
President Bush benoemde onlangs Porter Goss tot nieuwe directeur van de CIA. Het is niet waarschijnlijk dat Goss die benoeming aanvaard zou hebben als Bush van plan geweest was om de functie van CIA-directeur uit te hollen door de nieuwe directeur inlichtingen belangrijke volmachten te geven. Minister van Defensie Donald Rumsfeld is fervent tegenstander van een nieuwe centrale figuur, omdat zo’n benoeming zijn eigen bevoegdheden zouden aantasten. De minister van Defensie beheert namelijk 80 procent van het Amerikaanse inlichtingenbudget van in totaal 40 miljard dollar.
„Senator Roberts stelt voor de belangrijkste diensten die nu onder Defensie vallen daar weg te halen. Dat betekent dat Rumsfeld bijna eentiende van zijn begroting kwijtraakt. Je kunt ervan verzekerd zijn dat hij als een leeuw zal vechten om dat te voorkomen”, aldus Prados. Rice als hoofd van de nationale veiligheidsraad (en hoogste chef van de CIA) en Rumsfeld zijn niet de enigen die bevoegdheden kwijtraken als het plan van Roberts doorgaat. „Minister van Energie Spencer Abraham raakt zijn nucleaire spionagedienst kwijt en dan hebben wij het nog niet gehad over de FBI (Federal Bureau of Investigation), die onder Justitie valt. Die zou voor wat de binnenlandse spionage betreft ook onder de nieuwe directeur vallen, en dat valt zeker niet goed bij minister van Justitie John Ashcroft”, meent Prados.
Is het Amerikaanse politieke establishment in staat om deze knopen te ontwarren en een effectieve nieuwe structuur te ontwerpen voor de inlichtingensector? Gregory Treverton is daar niet zeker van. De politiek analist van het onderzoeksinstituut Rand Corporation was medewerker van de nationale veiligheidsraad onder president Jimmy Carter. „De chaos die de afgelopen jaren is ontstaan en gegroeid is niet alleen de verantwoordelijkheid van de presidenten Reagan, Bush senior, Clinton en Bush junior. Het is ook de verantwoordelijkheid van het parlement, dat zijn taak als toezichthouder ernstig heeft verwaarloosd. Porter Goss heeft als voorzitter van de inlichtingencommissie van het Huis van Afgevaardigden aan die chaos bijgedragen. Hoe kan zo’n man functioneren in een nieuwe inlichtingenstructuur?” vraagt Treverton zich af.
Hij wijst erop dat er niet minder dan zeventien parlementaire commissies zijn die zich op een of andere manier bezighouden met inlichtingen en veiligheid. „Hier moet radicaal gesaneerd worden, wil men de parlementaire begeleiding van het inlichtingenapparaat verbeteren. Dat betekent dat veel parlementariërs prestigieuze baantjes in hun respectievelijke commissies moeten opgeven. Dat wordt niet eenvoudig. Maar het grootste probleem is dat de regering-Bush geen beleid heeft. Washingtons strijd tegen het internationaal terrorisme is een antibeleid, een deelbeleid bovendien. Het is geen veelomvattend beleid waarin de Amerikaanse binnenlandse en de buitenlandse prioriteiten geïntegreerd zijn. Binnen zo’n breed beleid moet het inlichtingenapparaat een plaats krijgen. Zolang dat niet gebeurt, is elke zogenaamde hervorming van dit apparaat tot mislukken gedoemd”, aldus Treverton.