Duits eurobiljet overheerst in Nederland
In Nederland zijn sinds twee maanden meer Duitse dan Nederlandse eurobiljetten in omloop. De kans om een Duits biljet aan te treffen is 39 procent, tegen 33 procent voor een biljet van eigen Nederlandse makelij.
Dat meldde de website eurobilltracker.com dinsdag. Ruim 33.000 vrijwilligers uit heel de wereld rapporteren op de site maandelijks de herkomst van de eurobiljetten in hun portemonnee.
De herkomst is te herkennen aan een letter op het biljet. Een P staat voor Nederland, een X voor Duitsland. Zij vormen samen bijna driekwart van de biljetten. Op de derde plaats staat de U van Frankrijk (ruim 7 procent van de keren gemeld) en de Z van België (bijna 7 procent). Uiterst zeldzaam is de letter R: deze Luxemburgse biljetten zijn praktisch niet gemeld door de vrijwillige geldwatchers in Nederland.
De Nederlandse biljetten zijn langzaam over de grenzen verdwenen. In januari 2002 bij de invoering van de euro was 94,9 procent van de biljetten nog van Nederlandse makelij. Ook in andere eurolanden zijn buitenlandse biljetten de portemonnees gaan overheersen.
De Nederlandsche Bank (DNB) houdt niet bij waar de biljetten zich precies bevinden. Een woordvoerder licht toe dat ook de banken zelf meewerken aan de verspreiding van de briefjes in andere landen. De banken maken sinds kort niet langer alle biljetten zelf, maar bestellen ze bij elkaar.
Frankrijk is bijvoorbeeld het enige land dat van 2003 tot en met 2005 nog briefjes van 5 euro drukt. Duitsland maakt veel biljetten van 10 euro. Nederland is inmiddels gespecialiseerd in briefjes van 20 en 50. De specialisatie verklaart ook waarom Luxemburgse biljetten zo zeldzaam zijn: het groothertogdom maakt alleen nog briefjes van 500 euro.