Scouts Harderwijk vieren eeuwfeest
Scoutingvereniging Ragay Redoz uit Harderwijk bestaat honderd jaar. Met honderd jeugd- en vijftig oudere leden is de vereniging nog springlevend.
Leden en oud-leden vieren dit weekend feest tijdens een reünie en jubileumkamp. Als een van de weinige jeugdverenigingen in de omgeving haalt Ragay Redoz de honderd jaar, vertelt voorzitter Maarten Roelofsen (34).
Hoe lang bent u al bij de scouting?
„Als klein guppy ben ik op mijn vijfde begonnen bij de eerste speltak. Totdat ik leiding ging geven heb ik als jeugdlid bij Ragay Redoz rondgelopen. Mijn beste vrienden ken ik van de scouting: we zijn met elkaar meegegroeid in de speltakken, we hebben elkaar gezien op hoogte- en dieptepunten en hebben samen veel mooie momenten beleefd. Toen ik later kinderen kreeg, was mijn deelname minder intensief, maar nu ze wat ouder zijn, doe ik weer volop mee.”
Wat zijn belangrijke herinneringen aan de afgelopen honderd jaar?
„Ons archief is verloren gegaan door een brand in de jaren zeventig bij een van de leden thuis, maar gelukkig hebben oudere leden nog genoeg te vertellen. Zo heb ik gehoord dat onze voorzitter tijdens de Tweede Wereldoorlog het clubgebouw in brand heeft gestoken om te voorkomen dat de bezetter het in gebruik zou nemen. In het streekarchief vonden we allerlei krantenberichten, zoals de aankondiging van onze oprichting en een artikel over een jaarfeest met een leeuwentemmer.”
Wat is er veranderd?
„We zijn natuurlijk met onze tijd meegegaan. De persoonlijke ontwikkeling van kinderen en tieners is nog steeds belangrijk, maar de militaire discipline is minder geworden. De uniformen, bijvoorbeeld, bestaan nog, maar we dragen ze niet meer de hele dag. En een verandering is natuurlijk dat we zijn begonnen als jongensvereniging, maar dat nu al ruim zeventig jaar ook meisjes welkom zijn.”
Is scouting nog van deze tijd?
„Ik denk dat scouting steeds relevanter wordt. Kinderen spelen minder buiten en als ze al buiten spelen, doen ze dat op straat of in de speeltuin. Bij ons klimmen ze in bomen en bouwen ze hutten met materiaal dat ze zelf gevonden hebben. Zo leren ze samenwerken, houthakken, pionieren, navigeren. En natuurlijk brengen we ze discipline bij. Als we ’s zomers op kamp zijn, moeten ze hun eigen tent opruimen – de leiding controleert dat. Zo krijgen ze respect voor de natuur, voor spullen en voor elkaar. We leren ze ook leidinggeven. Zo krijgen de tieners tussen elf en veertien jaar een patrouilleleider uit hun eigen groep. Dan ben je dertien en tijdens het zomerkamp verantwoordelijk voor acht jongens.”
In de schijnwerpers: rubriek voor opmerkelijk regionaal nieuws