Herman Bavincks denken gedragen door een kosmisch perspectief
Bavincks ”Gereformeerde Ethiek” is een product van zijn tijd, maar zijn openheid voor nieuwe ontwikkelingen in wetenschap en samenleving maakt hem actueel. Sommige academici spreken zelfs van een kosmisch perspectief.
Wat heeft Bavinck met ”ecotheologie” te maken? De Zuid-Afrikaanse theoloog Ernst Conradie (Kaapstad) laat op een internationale conferentie in Kampen, die vrijdag werd afgesloten, zien hoe Bavincks visie op de heiliging kosmologische implicaties had voor het bewaren van de schepping. Hij zou paus Franciscus’ pleidooi voor een „radicale ecologische bekering” verwelkomen, omdat vernieuwing van de schepping bij Bavinck alles te maken had met het positieve effect van wedergeboorte.
Bavinck stond altijd open voor nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en volgde alles nauwlettend en nieuwsgierig. Hij verwierp de evolutieleer als product van het darwinistisch mensbeeld, maar zou ongetwijfeld de nieuwe inzichten rond natuurlijke selectie met interesse gevolgd hebben, zo meent Conradie.
Dat is ook de mening van dr. Hillie van de Streek (Kampen). Zij zet uiteen hoe de vrouw bij Bavinck een steeds prominentere plek kreeg. Hij is zelfs een van de weinige gereformeerde theologen die de feministische literatuur kende en op haar waarde schatte. Ze denkt zelfs dat Bavinck de acceptatie van vrouwen in ambten in reformatorische kerken zou kunnen accepteren, zegt ze desgevraagd.
De rooms-katholieke prof. dr. Marcel Sarot (Tilburg) is ervan onder de indruk hoe Bavinck in zijn ”Gereformeerde Ethiek” schrijft over de imitatie (navolging) van Christus, volgens Bavinck de kern van de christelijke spiritualiteit. Maar Bavinck vult de mystieke vereniging met Christus volgens Sarot wel te individualistisch in, los van de kerk als Lichaam van Christus. Volgens rooms-katholieken is het beleven van deze mystieke unie een voorrecht van slechts enkelen. „Zelfs de meeste clerici, monniken en nonnen hebben die niet.”
Het kosmische perspectief van Bavinck komt ook aan de orde bij de Indonesische theoloog Gray Sutanto (Jakarta). De zonde verwoest niet alleen de verhouding van de individuele mens tot God, maar tast de hele mensheid aan; mensen, volken en culturen. Terwijl zonde isoleert en verdeeldheid brengt, vernieuwt de Geest en schept nieuwe gemeenschappen.
Hoe word je zeker van je geloof? Bavinck liep ertegen aan in afgescheiden kring. Prof. dr. Henk van den Belt (Amsterdam) zet uiteen hoe Bavinck daar pastoraal, maar ook theologisch en wetenschappelijk op inging. Aanvankelijk met scholastieke onderscheidingen, maar later de nadruk leggend op het Bijbelse aspect van de verzegeling van de Geest.
Twee Bavincks
Van den Belt maakt onderscheid tussen twee Bavincks. „Niet tussen de orthodoxe en moderne, maar tussen de piëtistische en neocalvinistische Bavinck.” Hoewel Bavinck kritisch stond ten opzichte van ontsporingen in de afgescheiden kring, had hij soms heimwee naar de vroomheid ervan. Hij zag de tekorten van het kuyperiaanse neocalvinisme, hoewel hij de brede blik ervan voluit deelde. Het zou volgens Van den Belt interessant zijn om te onderzoeken hoe de afgescheiden spiritualiteit zich verhoudt ten opzichte van de vroegere gereformeerde orthodoxie enerzijds en de spiritualiteit van de reformatorische zuil anderzijds.
Genoeg materiaal dus voor verder onderzoek, onderstreept prof. dr. George Harinck (Kampen/Amsterdam), die het Neo-Calvinism Research Institute (NRI) promoot, een internationaal onderzoekscentrum in Kampen. Het NRI wil Bavinck en Kuyper niet alleen bestuderen, maar ook hun inzichten toepassen op deze tijd. Dat vindt de Kamper ethicus prof. dr. Ad de Bruijne ook. „We kunnen waardevolle inzichten aan Bavinck ontlenen, maar we moeten nu een gereformeerde ethiek ontwikkelen die voor deze tijd geldt.”
Prof. John Bolt (Grand Rapids, VS) kijkt terug op een fantastisch congres, zegt hij desgevraagd. „Bavinck is voor mij de sleutel voor de kennis van God”, vindt hij. Dat betekent niet dat hij hem op alle punten volgt. Of de Nederlanders niet veel kritischer zijn? Ja, dat weet ik, lacht hij. „Maar ik voel me er niet ongemakkelijk onder.”