Zilte zeelucht en oestersoep bij aftrap van oesterseizoen
Ze zijn er weer: Zeeuwse oesters. De eerste van het nieuwe seizoen werden donderdag opgevist op de Oosterschelde. De sector heeft het moeilijk, maar nieuwe teeltmethoden bieden de kwekers perspectief.
Kotter YE 95 van Arjan van Vliet haalt de netten op. De bemanningsleden hengelen er behendig een vrachtje oesters uit. Als even later het schip langszij de voormalige kokkelboot YE 100 komt, is het moment daar. Burgemeester José van Egmond van Reimerswaal, de Zeeuwse provinciebestuurder Jo-Annes de Bat en de ambassadeur van de Vlaamse regering in Nederland Filip D’havé smullen aan boord van de YE 100 op de Oosterschelde van het zojuist opgeviste verse zeebanket.
Yerseke is hét oesterdorp van Zeeland. Jaarlijks kweken de plaatselijke oesterkwekers zo’n 15 miljoen creuses (Japanse oesters) en een miljoen platte Zeeuwse oesters. Enkele honderden gezinnen in Yerseke verdienen direct of indirect hun boterham in de branche.
Lekkernij
De oester is een lekkernij die tegenwoordig tot ver in het buitenland geliefd is. Zelfs in Hongkong dienen restaurants het schelpdier op. Daarom maakt de Nederlandse Oester Vereniging van het inluiden van het nieuwe seizoen altijd een klein feestje. Een feestje dat donderdag werd begunstigd door ideaal weer: een zonnetje en nauwelijks wind. Voordat de genodigden aan boord gaan van de Yerseke 100, zijn er in een partytent op de Havendijk toespraken, een presentatie van de Hogeschool Zeeland (HZ) en een minisymposium over de toekomst van de sector.
Glossy
De voorzitter van de Nederlandse Oester Vereniging, Kees van Beveren, maakt in de partytent de lancering bekend van een glossy magazine en een speciale website over de oester en de gasten krijgen een oestersoepje.
De HZ presenteert de voorlopige resultaten van een eigen onderzoek om de oestersector beter te beschermen tegen de gevreesde oesterboorder: een slak die op de bodem van de Oosterschelde leeft en die oesters vernietigt door een gat in de schelp te boren en het kostelijke vlees er uit te zuigen.
Daarom is de oestervereniging blij dat het Rijk nu in de Oosterschelde vijftig hectare domeingrond beschikbaar stelt waar de kwekers ‘tafeloesters’ mogen kweken; dit zijn oesters die boven de waterbodem groeien in zakken, die liggen op stalen geraamtes in de vorm van tafels. Ook kunnen tafeloesters groeien in mandjes die onder die tafels worden opgehangen.
Door deze zogenaamde off-bottom kweekmethode zijn de schelpdieren onbereikbaar voor de oesterboorder. „Hiermee komt de oesterkweek letterlijk van de grond”, citeert Kees van Beveren in zijn toespraak een krantenartikel.
Bedreiging
De oesterboorder is volgens hem een serieuze bedreiging voor de traditionele oesterkweek op de bodem. „De productie nam de laatste jaren zo drastisch af dat het voor veel kwekers bedrijfsmatig echt kantje boord is. Eigenlijk is, om de sector te redden 150 tot 200 hectare nodig voor de off-bottom kweek.”
Dan is het tijd om aan boord te gaan. Kwekers, handelaren, leveranciers en andere genodigden snuiven de zilte zeelucht van de Oosterschelde op en nippen temidden van geanimeerde kout aan hun glas.
Ook secretaris Koos Meulenberg-Op ’t Hof van de Stichting Zeker Zeeuws is er bij. „Bijna alle Zeeuwse oesters die op de markt komen zijn voorzien van het streekkeurmerk Zeker Zeeuws”, stelt ze tevreden vast.
Oesterbars
Een kweker signaleert dat steeds meer toeristen Yerseke weten te vinden. „Vanouds is ons dorp heel erg in trek bij Belgen, maar nu zie je ook steeds meer bezoekers die afkomstig zijn uit Oost-Europa, Rusland en Azië; vaak medewerkers van ambassades in ons land.” Zelfs jongeren ontdekken de zilte lekkernij, zegt een ander, „getuige de groei van het aantal oesterbars in Nederland”.
Het seizoen voor de Zeeuwse platte oester loopt van september tot april. Ze zijn dus verkrijgbaar in de acht maanden met een r in de naam. Nog een leuk weetje dat te lezen is in het donderdag gepresenteerde glossy magazine: het Franse woord voor oester is ‘huître’ en verwijst hiernaar. Letterlijk vertaald betekent dit woord: 8 r’en.