Prinsjesdag: werken lonender, bedrijven zwaarder belast
Onze belastingwetgeving blijft in beweging: Prinsjesdag 2019 heeft ook voor 2020 weer diverse wijzigingen in petto.
Zo wordt de aanvankelijk voorgestelde invoeringsdatum van het tweeschijvenstelsel per januari 2021 versneld naar 1 januari 2020. Dit betekent dat inkomen in box 1 tot een bedrag van 68.507 euro belast zal worden tegen een tarief van 37,35 procent. Alles daarboven zal worden belast tegen het toptarief van 49,5 procent. Per 2021 zal het lage tarief afnemen tot 37,1 procent.
Ter financiering van deze voorgenomen lastenverlichting wordt gesneden in de zelfstandigenaftrek. Per 2020 zal dit jaarlijks stapsgewijs met 250 euro worden verlaagd tot uiteindelijk 5000 euro per 2028. Op dit moment bedraagt de zelfstandigenaftrek voor ondernemers nog 7280 euro. Veel ondernemers en zelfstandigen zijn hier uiteraard niet blij mee.
De verhogingen van het tarief in box 2 blijven ongemoeid. Het tarief zal derhalve worden verhoogd van 25 procent naar 26,25 procent in 2020 en 26,9 procent in 2021. Dit ondanks de beperking van de verlaging van het toptarief in de winstbelasting voor BV’s, de vennootschapsbelasting. De fiscale lasten van ondernemers die ondernemen via een eigen BV worden dus enigszins hoger. De voor hen aankondigde rekening courant maatregel is nog niet in een formeel wetsvoorstel opgenomen.
Ook de aankondigde hervorming van box 3 is nog niet als wetsvoorstel opgenomen. De staatssecretaris heeft aangekondigd om vóór de zomer van 2020 met een wetsvoorstel voor de hervorming van box 3 te komen.
De eerder tijdens Prinsjesdag 2018 aangekondigde verlaging van het toptarief in de winstbelasting voor BV’s en andere rechtspersonen wordt uitgesteld. Dat toptarief, voor winsten boven de 200.000 euro, blijft in 2020 namelijk gelijk met 25 procent en de verlaging in 2021 wordt beperkt tot een tarief van 21,7 procent. De tarieven voor winsten tot 200.000 euro zullen blijven dalen zoals vorig jaar bepaald naar 16,5 procent in 2020 en naar 15 procent in 2021.
Het kabinet stelt voor het tarief van de overdrachtsbelasting voor niet-woningen te verhogen met 1 procentpunt van 6 procent naar 7 procent ter dekking van overige uitgaven. Het belastingpakket bevat nog geen voorstel voor afschaffing van overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt.
De lagere bijtelling op elektrische auto’s van de zaak wordt de komende jaren verhoogd totdat deze in 2026 gelijk is aan de bijtelling op niet-emissievrije auto’s. In 2020 stijgt de bijtelling voor elektrische auto’s al naar 8 procent en vervolgens naar 12 procent in 2021. Tevens wordt het gedeelte van de catalogusprijs waarvoor de verlaagde bijtelling geldt verlaagd van 50.000 euro naar 45.000 euro in 2020, en daarna naar 40.000 euro.
De hoogte van de BPM is afhankelijk van de CO2-uitstoot van een auto. De testmethode waarmee deze uitstoot wordt gemeten is vanaf 1 juli 2020 verplicht gebaseerd op de WLTP-testmethode. Om te voorkomen dat méér BPM verschuldigd wordt als gevolg van deze verplichtstelling, worden CO2-schijven en tarieven in de BPM gewijzigd. Het effect van deze nieuwe methode, schijven en tarieven op het BPM-bedrag kan per auto verschillen. Mocht u een nieuwe auto willen, dan kan het lonen om dit vóór of juist na 1 juli 2020 te doen.
De auteur werkt bij HVK Stevens Belastingadvies. Reageren? fiscaal@refdag.nl