Kerk & religie

Vreugde van het Woord vieren op het Preekfestival

Is een preekfestival de zoveelste poging tot „leukigheid” in de kerk? Dr. Kees van Ekris: „Nee, het is een feestelijk woord dat verwijst naar het spel tussen de lofzegging, de gemeente en het Woord.”

Van onze verslaggever
18 September 2019 10:40Gewijzigd op 16 November 2020 16:59
Preekfestival in Amersfoort. Beeld RD, Henk Vissscher
Preekfestival in Amersfoort. Beeld RD, Henk Vissscher

In Amersfoort werd dinsdag voor de eerste keer het Preekfestival gehouden. Tussen de viering aan het begin van de dag en de afsluiting konden bezoekers –zo’n 400 predikanten en 75 theologiestudenten– kiezen uit talloze workshops over allerlei aspecten van de prediking. De workshops vonden plaats in verschillende kerken in de stad. De organisatie lag in handen van zendingsorganisatie IZB, de Protestantse Kerk in Nederland en enkele theologische opleidingen.

Dr. Van Ekris, verbonden aan IZB-Areopagus, mediteerde over Efeze 3. Hij noemde drie belangrijke zaken: de vreugde, de gemeente en het Woord. „Er wordt in dit gedeelte op een buitensporige wijze gesproken over de liefde van Christus en de afmetingen van het heil. Misschien is een festival wel een uitstekend moment om elkaar te herinneren aan de vreugde van waaruit wij leven en dienen, en aan de vreugde die het doel is van ons spreken.”

Toonrede

Prof. dr. Maarten Kater, verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, vroeg zich in een van de workshops af waar mensen het „lef” vandaan halen om „hoge, heilige” woorden te spreken. Dat kan volgens hem alleen als het recht om te spreken je gegeven is. Het begrip roeping komt hier naar voren, maar dan als dynamisch begrip, een steeds geroepen worden om het Woord van de andere kant te brengen.

De Bijbel is volgens dr. Paul Visser (Amsterdam) soms een tragisch en triest Boek, maar daarin geschiedt iets van genade dat ieder mens hard nodig heeft.

Op een alternatieve ‘troon’ verzorgde journalist Karel Smouter een „toonrede”, een rede om de toon van het publieke debat in Nederland ter discussie te stellen. „We nemen elkaar voortdurend de maat. En dan niet op de inhoud, maar op de toon. Je zou het als een welvaartsziekte kunnen beschouwen: in een land waar vrijwel alles tot in de puntjes geregeld is, kunnen we het ons kennelijk veroorloven om te haarkloven over hoe we een debat moeten voeren, in plaats van dat debat gewoon te voeren.”

Theologe Kelly Keasberry, redacteur bij weekblad Tertio (Antwerpen), merkte op dat het gaat goed met Nederland. „De huizenprijzen stijgen. Het aantal banen bereikte het afgelopen jaar een recordaantal van 10,5 miljoen. Toch zijn Nederlanders niet tevredener over hun leven. Het aantal psychische problemen neemt zelfs toe. Geluk is duidelijk meer dan geld alleen”, aldus Keasberry.

Dr. Roel Kuiper, rector van de Theologische Universiteit Kampen, pleitte voor een participatiekerk. „Het lukt ons niet meer om een verzorgingskerk te zijn, dat is een duur project. De participatiekerk staat open voor nieuwe toetreders en kent geen drempel waar minima op stuiten bij het naar binnen en naar buiten gaan. Zij laat zien dat ze de wereld liefheeft zoals God de wereld liefheeft. Er klinkt een stille roep om het christendom te herontdekken, in een tijd die zachtjesaan postseculier wordt. Niet het christendom van de instituties, maar het christendom als weg van zelfopoffering, zorg voor de wereld, liefde voor mensen.” Cieka Galenkamp, coördinator van de Voedselbank Amersfoort, ziet twee werkelijkheden. In de ene wereld ziet zij wekelijks vijfhonderd huishoudens aankloppen voor een voedselpakket. In de andere wereld ontmoet zij vertegenwoordigers van kerken die zich inzetten voor maaltijdprojecten. Maar zij komt ook kerken tegen die veel meer diaconaal geld oppotten dan de norm die is afgesproken. „Laten we het diaconale geld meer gebruiken voor mensen in nood.”

Dr. Arjan Plaisier, missionair predikant in Apeldoorn, benadrukte de nauwe band tussen prediking en sacrament. „Het sacrament maakt de kerk één. Er is één doop en één avondmaal, maar in de prediking ontplooit dit heil zich in vele richtingen.”

Een prediking die vol urgentie zit, kan volgens hem de mens doodmoe maken. „Een preek is ook maar een fragment. Zij mag weleens uit de liturgie breken. Als prediker sta je in de wereld met haar rauwe vragen.” Wat is het doel van de prediking? zo werd gevraagd tijdens een andere workshop. Voor de Vlaamse theoloog Filip De Cavel is dat het benoemen van de aanwezigheid van God, naar een definitie van de Engelse theoloog Samuel Wells. „Daarom is elke preek maatwerk, een uniek middel om Gods aanwezigheid op te laten lichten.”

Voor de theoloog Ciska Stark is dat wel erg lastig. „Voor een vrijzinnige is de prediking het middel om in gesprek te komen met de verschillende stemmen van God in de Bijbel. Voor een gereformeerde is dat mensen tot Christus brengen. Het is daarom de taak van de theoloog om al die stemmen te kunnen onderscheiden.”

Dr. Arie van der Knijff uit Bodegraven belichtte de plaats van de bevinding in de prediking bij de Gereformeerde Gemeenten. Kenmerkend is volgens hem het leren van een min of meer vaste volgorde van geloofservaringen die begint met de wedergeboorte. Predikanten geven een toelichting op de kenmerken van die geloofsweg, zodat hoorders zich daaraan kunnen toetsen. Het geloofsleven is sterk gericht op de uitverkiezing en gestempeld door een juridische relatie met God als rechter.

Volgens prof. dr. W. van Vlastuin, hoogleraar aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam, geeft de Bijbel niet een objectieve bekeringsweg, maar komen alle sola’s van de Reformatie daarin samen. „De geloofsweg is niet lineair maar circulair, vanuit de gemeenschap met de levende Christus. Bevindelijkheid is niet een plus bij het geloof, maar de kracht van het Woord in het hart.” De dag werd besloten met een korte liturgische viering met medewerking van Amersfoortse predikanten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer