Handen uit de mouwen na orkaan
Zware zeecontainers liggen als kranten opgefrommeld. Palmbomen zijn geknakt, daken van huizen weggevaagd. „Nog nooit zoiets gezien.” Nederlandse militairen scheppen op de Bahama’s orde in de chaos, na de verwoestende orkaan Dorian.
Zo’n 550 Nederlandse militairen steken de handen uit de mouwen op het eiland Abaco op de Bahama’s. De verwoesting is zwaar, de ontreddering groot. Van veel huizen resteren alleen karkassen. Twaalf uur lang teisterde een orkaan van de zwaarste categorie het tropische eiland.
Het aantal dodelijke slachtoffers, nu officieel op vijftig, loopt naar verwachting nog sterk op. Het aantal vermisten is donderdag bijgesteld van 2500 naar 1300. Zo’n 7600 inwoners zijn dakloos, 15.000 aangewezen op noodhulp.
„De verwoesting is overweldigend”, zegt luitenant ter zee der tweede klasse Carlo van Diggele (30) vanaf een landingsvaartuig in Marsh Harbour op het eiland Abaco. „Ik heb nog nooit zoiets gezien. Dit natuurgeweld ken ik alleen van tv.”
Defensie zet twee marineschepen in en 550 militairen van landmacht, luchtmacht en marine. Aan boord bevinden zich ook vijftig Duitsers, vijftig Fransen, een Belg en een Brit. Zr. Ms. Johan de Witt fungeert als uitvalsbasis.
De marine voert met landingsvaartuigen mensen en materieel aan vanaf het 176 meter lange amfibische transportschip. Militairen zetten in de haven tenten op voor noodhulp van het World Food Program (WFP) van de VN.
Duizenen inwoners zijn vóór de komst van orkaan Dorian geëvacueerd. Nu willen ze terug. „Onmogelijk”, reageert Van Diggele. „Het eiland is ontwricht. We moeten eerst het dagelijks leven weer op gang brengen.” Veel noodhulp blijft steken in de haven, omdat de doorvoer is geblokkeerd.
Mariniers maken wegen vrij, genisten repareren de luchthaven en medisch personeel inventariseert de schade in het ziekenhuis. Achtergebleven inwoners zijn blij met de inzet van de militairen. „Ze grijpen elke noodhulp aan.”
De vooruitzichten zijn ongunstig voor de Bahama’s. Een tropische storm dient zich aan. In het rampgebied dreigt het uitbreken van besmettelijke ziektes. „Wij zijn hiervoor opgeleid”, verzekert Van Diggele. „Dit is ons werk.” Artsen en verplegers houden de manschappen in de gaten.
Militairen zijn „erg gemotiveerd” om een helpende hand te bieden. „Wij waren al onderweg voor een orkaanoefening in het Caraïbisch gebied. Als je dan hoort dat je echte noodhulp moet gaan verlenen, gaat de knop om”, zegt de militair. „Schouders eronder, voeten in de klei. Dát is waarom ik bij de marine ben gegaan.”