Verslavingsarts: Verslaving gaat reformatorische gezindte niet voorbij
„Stop met roken, want anders ga je dood”, kreeg een roker eens als advies. Waarop deze zei: „Stop jij maar eens met zondigen.”
„Heeft u dat wel eens geprobeerd?” vroeg ds. J. Joppe zaterdag in Oud-Beijerland. „Ten diepste zijn we allemaal verslaafd aan de zonde. Daar moeten we van verlost worden. Daar is Hulp, een Redder, voor nodig.”
Ds. Joppe, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Oud-Beijerland en voorzitter van de generale diaconale commissie van zijn kerkverband, opende in Oud-Beijerland de eerste van twee toerustingsdagen voor diakenen. De bijeenkomst had als thema ”Dienen bij verslavingszorg”. De tweede dag wordt zaterdag in Elspeet gehouden.
Gemeenteleden
Het thema werd ingeleid door Sjacco van Iwaarden, verslavingsarts bij De Hoop ggz, met de jeugd als aandachtsgebied. „Verslaving, ook onder ons”, stelde hij. „Maar wat kunt u als diaken betekenen voor gemeenteleden die verslaafd zijn?”
Verslaving wordt volgens van Iwaarden ook in de Bijbel genoemd. Hij wees op Noach, die dronken in zijn tent lag. „Verslaving zoals wij die nu kennen, vinden we eigenlijk niet in de Bijbel terug, behalve overmatig alcoholgebruik en genieten en zich inlaten met toverij.”
Psychische stoornis
Lang werd gedacht dat verslaving een keuze is. Later werd het een ziekte genoemd. „Nu definiëren we verslaving als een psychische stoornis”, aldus Van Iwaarden. Zo raakte Jasper verslaafd aan gamen. Hij voelde zich bij zijn vrienden gewaardeerd. Maar zijn verslaving ging van kwaad tot erger: hij sliep niet meer, raakte achter op school, werd agressief, geschorst van school, raakte depressief, agressief en suïcidaal.
Jongeren gaan volgens de verslavingsarts verdovende middelen veelal gebruiken voor de gezelligheid. „Lachgas wordt tegenwoordig veel gebruikt”, aldus Van Iwaarden. In de reformatorische gezindte komt volgens hem drugs-, game-, pornoverslaving en chatten veel voor. „Onderschat de smartphone niet.”
Uit recent onderzoek blijkt dat een op de vijf gezinnen een verslaafde kent. „Zo gaat verslaving ook onze gezindte niet voorbij”, zei Van Iwaarden. Voor de meeste gemeenteleden is het niet gemakkelijk naar een ambtsdrager te gaan; de drempel wordt als hoog ervaren. Hierdoor hebben ambtsdragers volgens hem onvoldoende zicht op de problematiek van verslaving die speelt binnen hun kerkelijke gemeente. Het overgrote deel zoekt uit zichzelf geen hulp bij ambtsdragers, blijkt uit het onderzoek.
Van Iwaarden: „Als je merkt dat er iets niet goed gaat met een jongere in een gezin, dan is een open gesprek heel belangrijk. Laat merken dat je een jongere niet afwijst. Toon interesse en houd contact. In sommige kerkelijke gemeenten functioneert een systeem waarbij een jongere een ”co-gezin” krijgt aangewezen.”
Veldwerk
Gerwin Rikkers, die als outreach-veldwerker op Goeree-Overflakkee samenwerkt met Stichting Ontmoeting, vertelde in een videoboodschap hoe hij op straat als jongerencoach op een motor probeert op hangplekken jongeren met allerlei vormen van verslaving te bereiken en te helpen. Rikkers hoopt zo een relatie op te bouwen met jongeren die door een opeenstapeling van problemen steeds minder perspectief overhouden.
Vanuit deze relatie wordt gezocht naar passende zorg en concrete oplossingen op het gebied van werk, scholing, zorg en huisvesting. „Hoe ver een jongere ook is afgegleden, altijd moeten we zoeken naar een oplossing om van zijn verslaving af te komen”, aldus Rikkers. De nood die gevoeld wordt voor deze jongeren tussen 14 en 26 jaar is de drijfveer achter het veldwerk op Goeree-Overflakkee, dat hier is ontstaan vanuit verschillende kerken op het eiland.