Zandkwestie glipte Barneveld door de vingers
De kwestie rond mogelijk verontreinigd zand van de firma Vink BV uit Barneveld is het bestuur van die gemeente helemaal door de vingers geglipt. Dat concludeert een onderzoekscommissie die op verzoek van de gemeenteraad heeft uitgezocht hoe de „zandcrisis” in Barneveld kon ontstaan.
De zandkwestie draait om een partij zand van Vink, die in een groot aantal gemeenten is gebruikt voor weg- en woningbouw. Het televisieprogramma Zembla onthulde in november 2018 dat dit zand volgens de regels niet schoon genoeg was en dat dit al in 2017 bekend was. Dat zorgde voor onrust die nog steeds voortduurt.
Volgens de commissie is het in Barneveld de gewoonte om zaken niet uit te vergroten en „klein” te houden. Dat is toen de zandkwestie allang „groot” was geworden veel te lang volgehouden. Het ontbrak de gemeente aan regie en leiderschap en bewoners voelden zich met name door hun burgemeester Asje van Dijk in de steek gelaten.
Het Barneveldse college heeft steeds gewacht op goedkeuring van het Openbaar Ministerie en de provincie als bevoegd gezag voordat er informatie aan inwoners werd verstrekt. In dit geval had de gemeente moeten kiezen voor de bevolking en de onrust moeten aanpakken, vindt de commissie. Temeer daar de kwestie zo complex werd dat er geen helder, eenduidig antwoord meer mogelijk was.
Het Openbaar Ministerie is bezig met een strafrechtelijk onderzoek en heeft in mei invallen gedaan bij Vink. Ongeruste bewoners van twee Barneveldse wijken met „Vink-zand” proberen via de rechter af te dwingen dat zij de gemeente, de provincie Gelderland en het bedrijf aansprakelijk kunnen stellen voor waardedaling van hun huis door de zandkwestie.
Ondertussen is uit diverse onderzoeken gebleken dat het zand niet schoon was, maar geen risico voor de volksgezondheid oplevert. Twee plekken waar styreen werd gevonden, zijn gesaneerd. De Barneveldse raad praat begin oktober verder over de zaak.