Kerk & religie

Anderhalve ordner in plaats van drie

Nog krap een week, en dan gaat in Utrecht de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken weer van start. Wordt het opnieuw een „synode van de goede harmonie”, zoals de vorige generale synode wel is getypeerd? Ds. J. Westerink, assessor van de synode van 2001: „Ik heb er wel wat moed op, ja.”

A. de Heer
20 August 2004 22:09Gewijzigd op 14 November 2020 01:32
Ds. J. Westerink.
Ds. J. Westerink.

„Eigenlijk”, zegt de predikant, verbonden aan de christelijke gereformeerde kerk van Utrecht-West, „staat er deze keer niet eens zo veel op de agenda dat er echt uitspringt. De agenda is ook heel wat minder omvangrijk dan de vorige keren. Om een indruk te geven: wij krijgen onze stukken altijd aangeleverd in ordners. De vorige keer waren dat er drie, deze keer zijn het er anderhalf.”

In dat opzicht, zegt hij, „lijkt het erop dat we de laatste synodeweek, van 7 tot en met 10 december, niet eens nodig zullen hebben. En misschien kunnen we heel stiekem nog wel ergens een dag afhalen.” Dan: „Maar laten we ervoor oppassen dat we nu gaan jagen.”

Was het drie jaar geleden de christelijke gereformeerde kerk van Leeuwarden die de synode samenriep, ditmaal is dat de kerk van Utrecht-West (de Mattheüskerk), die de synode bij elkaar roept in de Pniëlkerk, in de wijk Oog in Al. Hier wordt de generale synode 2004 geopend, volgende week vrijdag. De avond ervoor heeft in hetzelfde kerkgebouw een bidstond plaats, waarin de preses van de vorige synode, ds. J. Plantinga uit Groningen, zal voorgaan.

De overige synodevergaderingen worden om praktische redenen in Nunspeet gehouden - evenals in 1998 en 2001. Van 28 september tot en met 1 oktober; van 19 tot en met 22 oktober; van 16 tot en met 19 november en, zonodig, van 7 tot en met 10 december. Om tijdens de eerste synodeweek over voldoende materiaal te kunnen beschikken, zijn begin september vier dagen gereserveerd voor commissiewerk.

Veel heikele punten komen er deze synode niet aan de orde, constateert ds. Westerink. „De synode heeft in 1998 een besluit genomen over de vrouw in het ambt. In 2001 heeft ze, als reactie op revisieverzoeken, nogmaals een uitspraak hierin gedaan. Dat betekent dat deze zaak van de agenda is, tenzij er nieuwe argumenten worden aangedragen.”

Er is ook slechts een „minimumaantal” bezwaarschriften binnengekomen, zegt de predikant. „En dat betreft dan nog vooral persoonlijke kwesties.”

Een belangrijk agendapunt is ook deze keer het rapport van deputaten eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland. Hoe ontwikkelen zich de relaties met andere kerkgenootschappen, met name de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV)? Ds. Westerink: „Ik verwacht dat er als het gaat om de relatie met de NGK niet zo veel zal veranderen. In de achterliggende periode hebben er, op officieel niveau althans, geen samensprekingen meer plaatsgehad met dit kerkverband. Ik denk dat dit vooralsnog zo blijft, zeker nu de Landelijke Vergadering van de NGK onlangs heeft besloten het ambt van ouderling ook open te zetten voor vrouwen. Professor Maris, voorzitter van deputaten eenheid, schreef hierover in De Wekker dat hij daar niet blij mee was. En vorige synoden hebben al uitgesproken wat een dergelijk besluit zou betekenen voor de contacten. Overigens moet ik zeggen dat het deputatenrapport het besluit van de LV alleen in een noot noemt. Daarvoor is het ook te recent genomen. Maar, er zal vast wel naar worden gevraagd.”

Inzake de contacten met de GKV heeft het rapport de teneur wat terughoudend te zijn, aldus de predikant. „Aan de ene kant willen de deputaten de contacten op plaatselijk niveau blijven stimuleren. Anderzijds willen zij ook niet te grote stappen zetten. En ik denk dat dat reëel is. De samensprekingen met de GKV leveren binnen onze kerken best spanningen op, bijvoorbeeld op het punt van de toe-eigening des heils.”

En dan zijn er nog de Gereformeerde Bond (GB), de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk (HNHK), de Gereformeerde Gemeenten. „Wat betreft de GB lees ik in het rapport dat het er, nu zij een plaats heeft binnen de PKN, voor ons als CGK niet gemakkelijker op is geworden. Maar er wordt niet gezegd dat het nu maar afgelopen moet zijn met de contacten. Over de HNHK wordt met geen woord gerept. Het is ook moeilijk om hierover al iets te zeggen. Het kerkverband is nog in wording. Al zou ik persoonlijk graag zien dat er een hand wordt uitgestoken naar deze broeders en zusters in hun moeilijke situatie. En wat de Gereformeerde Gemeenten aangaat: de kwestie verbond en verbondsbeloften ligt er nog altijd. Wel lees ik dat hier op een heel goede manier met elkaar over is gesproken. Deputaten stellen voor om deze besprekingen voort te zetten. Tegelijkertijd krijg je uit het rapport de indruk dat er niet veel openingen zijn.”

Het deputaatschap eenheid gereformeerde belijders bestaat nu sinds 1947, zegt ds. Westerink. „Maar sindsdien zijn er alleen maar kerken bijgekomen. En dat terwijl je weet dat je elkaar zo hard nodig hebt. Zelf ben ik van mening dat waar je plaatselijk iets samen kunt doen, je dat moet doen, zeker in de grote steden. Op het gebied van onderwijs bijvoorbeeld. Tegelijk zie ik dat hier een spanningsveld ligt. Wat ik voorsta is: ruimte voor plaatselijke samenwerking, zonder dat dit leidt tot independentisme, tot het uit elkaar vallen van kerkverbanden.”

Een christelijke gereformeerde predikant zei onlangs: „Het maakt het grondvlak echt niets uit wat er op de synode wordt besloten. De plaatselijke trein gaat gewoon verder.”
„Zo’n visie geeft mij een stuk zorg. Waar is dan nog de gedachte dat we in de synode als kerken bijeenkomen? Ik heb inmiddels heel wat synodes meegemaakt. En keer op keer valt het me daarbij op dat er, bij alle verschillen, toch gaande de vergaderingen een stuk verbondenheid ontstaat. Een gevoel van: samen de roeping hebben om kerk te zijn. En dat wil ik zo graag vasthouden. Dat je elkaar in het wezenlijke blijft herkennen. Maar ik geef toe dat wij het elkaar in dat opzicht niet gemakkelijk maken.”

Een ander thema is: Wat zingen we in de eredienst? Ds. Westerink: „Ik hoop dat we deze keer een besluit kunnen nemen dat wat helderheid in deze kwestie schept. Nu zie je dat in een aantal gemeenten alleen de Psalmen en Enige Gezangen worden gezongen, dat een aantal gemeenten de synode vraagt om verbreding, en dat een behoorlijk aantal gemeenten zegt: Laat dat maar aan ons over. Daarin zie je overigens ook iets van independentisme.”

Vast agendapunt is verder de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Haar samenwerking met de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen, haar uitbreidingsplannen. Over dat laatste wil ds. Westerink niet te veel kwijt. „Ik denk dat de kerken met de plannen zoals die er nu liggen in zijn algemeenheid blij zullen zijn.”

„De synode van 2001 is bekend geworden als een vriendelijke, samenbindende synode”, schreef ds. D. Quant vorige week in De Wekker. „Wat zou het een zegen zijn voor de kerken, wanneer het opnieuw zo zou mogen gaan!” Wat verwacht u?
„Ik heb er wel wat moed op dat het weer zo zal gaan. Ik merk niet zo veel van spanningen rond deze synode. Zaken als de vrouw in het ambt staan nu niet op de agenda. Mijn indruk is dat er breed het verlangen bestaat om elkaar vast te houden. Waarbij het wel duidelijk is dat de flanken steeds breder worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer