Het Nivra is tot de conclusie gekomen dat „thans beschikbare feiten” hiertoe geen aanleiding geven.

Daarmee pleit het Nivra de betrokken accountants voorlopig vrij. De organisatie houdt rekening met de mogelijkheid dat andere lopende onderzoeken nieuwe feiten aan het licht brengen. In dat geval zou het Nivra alsnog tot actie kunnen overgaan en eventueel de zaak kunnen voorleggen aan de tuchtrechter, aldus een woordvoerder vrijdag.

Na een soortgelijk vooronderzoek concludeerde het Nivra vorig jaar dat de accountants die bij frauderende bouwbedrijven de boeken controleerden geen blaam trof. Ook toen zag de organisatie geen reden om naar de tuchtrechter te stappen.

Het Nivra heeft na een vooronderzoek wel besloten om de rol van een accountant bij de beursgenoteerde projectontwikkelaar AM diepgaander onder de loep te nemen. De accountant zou bij een overname een bonus ontvangen als hij de overnameprijs omlaag zou weten te krijgen. Een commissie van het Nivra wil de accountant in het kader van het vervolgonderzoek horen.

De beroepsorganisatie heeft geen opsporingbevoegdheid. Een vooronderzoek is uitsluitend gebaseerd op openbare bronnen. In het geval van Ahold betrof het onder meer mediaberichten en het verweerschrift van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). De VEB heeft de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam gevraagd onderzoek te gelasten naar mogelijk wanbeleid bij Ahold.

De fraude bij Ahold betrof onder meer het onterecht meetellen van de resultaten van dochterondernemingen in Scandinavië en Portugal en geknoei met leverancierskortingen bij de Amerikaanse dochter US Foodservice

P. Lakeman van de Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (Sobi) diende maart vorig jaar een klacht in tegen de Deloitte-accountants bij de raad van tucht voor registeraccountants. Die zaak loopt nog. Volgens Sobi heeft Deloitte de jaarrekeningen 1996 tot met 2001 van Ahold ten onrechte goedgekeurd.