Milaan werd steeds belangrijker, maar Monza behield zijn allure
Het Noord-Italiaanse Monza is een stad van koningen en keizers, al meer dan duizend jaar. Het Huis van Savoye liet er een paleis met honderden kamers bouwen en de stad is de trotse bezitter van een legendarische kroon.
Tien minuten. Dat is de reistijd per lokale trein tussen Milaan en Monza. Daarna is het een goede vijf minuten te voet naar de kathedraal in het centrum van de stad. Deze kerk heeft een brede, witmarmeren gotische façade uit de 14e eeuw. Een sieraad. Maar het echte juweel bevindt zich in de kathedraal: de kapel met een serie fresco’s over het leven van Theodelinde. Alleen al om deze kapel is Monza een bezoek waard en hte maakt de stad een goed alternatief voor Milaan.
Als je de kapel binnenstapt opent zich als het ware een boek. Het ‘boek’ bestaat uit 45 schilderingen op 5 horizontale stroken (registers) die 180 graden omvatten. Zoals elk boek begin je te lezen van links naar rechts en van boven naar beneden. Zo kom je te weten dat Theodelinde, dochter van de hertog van Beieren, in 588 trouwt met de Longobardische koning Authari. De arme man overlijdt binnen het jaar. Het stel is kinderloos.
Het is ongebruikelijk in die tijd dat een vrouw de troon bezet. Het koninkrijk is dus in gevaar. Theodelinde zou niet de eerste vrouw zijn die aan de kant wordt gezet door een usurpator die de boel vervolgens overneemt. Toch lukt het de intelligente Theodelinde om zelf een geschikte nieuwe echtgenoot te kiezen. Uiteraard kiest ze niet de schoenmaker op de hoek, maar zoekt ze in het kringetje van de hoge adel. Haar oog valt op hertog Agilulfo. Het huwelijk is een succes, een troonopvolger wordt geboren en het koninkrijk is gered.
Een vergelijkbaar voorval vindt negen eeuwen later plaats. Filippo Maria Visconti, de aartshertog van Milaan, lijdt aan een ongeneeslijke ziekte en heeft maar één kind, dochter Bianca Maria. Die is weliswaar getrouwd met Francesco Sforza, maar heeft geen kinderen. Het koningshuis is gedoemd te verdwijnen. Maar in 1444 baart Bianca dan toch een zoon. De dynastie is gered, ook al draagt de toekomstige troonopvolger de achternaam van zijn vader.
Ode aan Theodelinde
Het is dan ook geen toeval dat in 1444 wordt begonnen met de versiering van de Theodelindekapel. De kapel is zowel een ode aan Theodelinde, die zelfs negen eeuwen na haar dood faam geniet, als een ode aan de geslaagde overname binnen het familiebedrijf – eigenlijk een heel actueel thema. Zowel de wapens van de Visconti’s als die van de familie Sforza zijn afgebeeld.
De fresco’s zien er kraakhelder uit, maar straalden eeuwen geleden nog meer. Dat was te danken aan de ondertekening in okerkleur, die niet zoals te doen gebruikelijk onder het fresco was aangebracht maar direct op de natte pleisterlaag. Daarmee werd een extra doorzichtigheid gecreëerd. Er zijn ook sporen van bladgoud, zilver en Afghaans lapis lazuli. Wat een spektakel moet het destijds zijn geweest toen het kaarslicht de kapel deed flikkeren en fonkelen.
Theodelinde was trouwens ook de vrouw die de Longobarden liet overgaan tot het katholicisme. De Longobarden waren namelijk ariaanse christenen, die anders dachten over de Drie-eenheid en daarmee in contrast waren met het mainstream christendom. Uiteraard was de paus erg in zijn nopjes met Theodelinde. Hij schonk Monza een aantal schatten, die tegenwoordig nog in de kathedraal en het aangrenzende kathedraalmuseum zijn te zien. Het belangrijkste object is een kroon, die in een schrijn op het altaar van de kapel is opgeborgen. Het reliek wordt zwaarbeveiligd. Fort Knox is er niets bij.
De kapel is met een zwaar metalen hek hermetisch afgesloten en bezoekers worden rondgeleid door twee personeelsleden. Elisabetta, een van de medewerkers, haalt een indrukwekkende sleutel tevoorschijn. Ze opent een metalen luik. Daarachter bevindt zich nog een deurtje. Ook dat wordt met een sleutel geopend. Daarna trekt ze een glazen kubus naar voren, schuift er een fluwelen bankje onder en dan zien we de kroon in zijn glazen omhulsel. De ronde kroon bestaat uit zes gouden elementen met kleurrijke edelstenen.
Ondanks het goud heet dit object de IJzeren Kroon. Hij bevatte ooit, zo gaat het verhaal, het ijzer van een van de nagels van het kruis van Christus. Het kan natuurlijk als rooms-katholieke afgoderij worden beschouwd, maar Elisabetta vindt dat we dat zo niet moeten zien. Relieken geven moed en de kracht om moeilijkheden te overwinnen, zegt ze.
De kroon heeft het hoofd van belangrijke personen uit de geschiedenis getooid. Het is fascinerend te bedenken dat keizers (van het Heilig Roomse Rijk) zoals Karel de Grote, Frederik Barbarossa en Karel V in Monza zijn geweest vanwege die kroon. Ook Napoleon heeft hem opgehad.
Pijnlijk
Dankzij de IJzeren Kroon had Monza zeker 1000 jaar lang de aura van konings- en keizersstad. Ook al werd Milaan door de tijd heen steeds belangrijker, Monza behield zijn allure. De laatste koningen van Italië, die van het Huis van Savoye (1861-1946), moesten het echter zonder de kroon doen. Omdat de familie de Italiaanse eenheidsbeweging had ondersteund die had geleid tot de ondergang van de kerkelijke staat, werd haar de kroon geweigerd.
Dat was best wel pijnlijk, aangezien ze om de hoek woonden. De Savoyes hadden hun buitenverblijf namelijk in de Villa Reale (koninklijke villa), die met 740 kamers een Versailles in het klein is. De villa werd in de achttiende eeuw gebouwd in opdracht van keizerin Maria Theresia van Habsburg. De villa lag symbolisch op de lijn tussen Wenen en Milaan. Het was in die tijd gebruikelijk dat de elite in de heuvels rond Monza buitenhuizen had.
Napoleon kwam ook geregeld naar Monza. Hij liet de Villa Reale herinrichten en verlegde de as van de villa zodanig dat die daarmee op de lijn tussen Milaan en Parijs kwam te liggen. Het belangrijkste wat de kleine man deed, was het afbakenen van het park. De omheining bestaat trouwens uit de stenen van de antieke (Romeinse) stadsmuur van Monza. Door de muur is Villa Reale (dat ook de benaming is voor het park) tegenwoordig het grootste omheinde park van Europa.
Vermoord
De laatste bewoners van de villa waren koning Umberto I en zijn vrouw Margherita. Ook de anarchist Gaetano Bresci wist van de koninklijke voorliefde voor Monza. Op 29 juli 1900 vermoordde hij –net buiten de omheining– de koning. Op die plek staat nu een enorm monument bestaande uit een zuil met daarop de kroon van de Savoyes.
De villa en het omringende park waren in die tijd geheel zelfvoorzienend. Anno 2019 bevinden er zich op het terrein nog steeds onder andere een landbouwbedrijf en een rozentuin en er groeien wel 110.000 bomen. Nederlanders voelen zich vast thuis in het park. Het is er vlak en met 700 hectare ruim bemeten – het herbergt zelfs een camping. Wie niet wandelt of jogt, neemt de fiets. Het is ook populair bij beoefenaars van nordic walking. De boerderij verkoopt verse melk en yoghurt. Bruggetjes leiden over de Lambro, een riviertje dat door het park loopt.
Een deel van het park wordt ingenomen door een autocircuit. Monza (120.000 inwoners) geniet bij autofanaten bekendheid omdat er elk jaar in september op dat circuit een formule 1-race wordt gehouden. Monza staat dan eventjes in de middelpunt van de belangstelling.