Column: In veel landen is natuurbeschermer zijn levensgevaarlijk
Je kunt in Nederland bijna alles zeggen. Heb je een uitgesproken mening over homo-emancipatie, abortus of euthanasie, over windmolens of klimaatverandering, dan kun je die gewoon kwijt. Natuurlijk kun je drek over je heen krijgen als je mening afwijkt van die van de goegemeente, maar in ieder geval kom je er niet voor in het gevang en laat je er zeker het leven niet voor.
In het publieke debat spelen maatschappelijke organisaties een grote rol. Van politieke partijen tot vakbonden, van denktanks tot jongerenorganisaties. In Nederland gaat de burgerlijke vrijheid zo ver, dat de regering zelfs het tegengeluid subsidieert, dus niet alleen organisaties die haar nakakelen. Over de grens ligt het soms heel anders. Opkomen voor gerechtvaardigde belangen kan je duur komen te staan. Het kan je zelfs je leven kosten.
Als ik terugga in mijn geheugen, kan ik me niet herinneren dat er vanuit reformatorische kring veel positieve aandacht was voor politiek activisme over de grens. Ik ben opgegroeid met de vanzelfsprekendheid dat je van je rijkdom deelt met je naaste. Dichtbij, via bijvoorbeeld Stichting Ontmoeting, en ver weg, via bijvoorbeeld ZOA, Woord en Daad of Stéphanos. Voor zover het over politieke vrijheden ging, richtte onze aandacht zich vooral op vervolgde christenen. In de donkere weken voor Kerst schreven wij voorbeeldkaarten in het Russisch over van Friedensstimme. Om Russische christengezinnen een hart onder de riem te steken.
Vanuit christelijke hoek werd soms heel kritisch naar politiek activisme gekeken. Geboren in Zuid-Afrika, schreef ik een van mijn eerste werkstukken op school over het einde van apartheid. Tegen apartheid werd genuanceerd aangekeken vanuit christelijk Nederland. Sommigen sympathiseerden er zelfs mee. Milieuactivisme kon zeker niet op warme gevoelens rekenen. Zelf vond ik die rubberbootjes van Greenpeace op zijn minst spannend. Zo’n varende olietanker enteren is toch een avontuur? Ergens begrijp ik die kritische houding van toen wel. Activisme kwam nogal eens voort uit communistische of extreemlinkse hoek.
Inmiddels ligt het allemaal genuanceerder. Of het nu gaat om communistisch Noord-Korea, om autoritair Turkije en Rusland of om populistisch geregeerde landen zoals Brazilië en de Filippijnen, er zijn altijd tegengewichten en tegengeluiden nodig tegen de gevestigde orde. Die zijn er om burgerlijke vrijheden te bepleiten (denk aan vervolgde christenen), maar ook om andere gerechtvaardigde belangen te behartigen (bijvoorbeeld die van inheemse volken die vanwege boskap of mijnbouw van voorvaderlijke grond verdreven worden). Zelfs in een fatsoenlijke democratie is tegengeluid essentieel. Daarom kent Nederland inmiddels de Mars voor het Leven.
Momenteel woeden er ongekende bosbranden in Zuid-Amerika. Dat het er deze zomer zoveel zijn, en op zo’n schaal, heeft niet alleen natuurlijke maar ook politieke oorzaken. De huidige regering geeft meer ruimte aan de houtkappers. Inheemse Amazonebewoners staan machteloos.
Vorig jaar werden 164 natuurbeschermers vermoord. Vaak waren overheden en grote bedrijven daar (in)direct bij betrokken. De vijf voor natuurbeschermers gevaarlijkste landen zijn, op volgorde: de Filippijnen, Colombia, India, Brazilië en Guatemala.
Wegkijken kunnen we niet. We halen zelf steenkolen uit Colombia en hout uit Brazilië. En om soja voor ons veevoer te kunnen verbouwen, sneuvelen er bossen. Los van naastenliefde die we voor inheemse groepen kunnen hebben, zijn we ook gewoon medeverantwoordelijk voor de situatie.
Groepen die zich uitspreken rechtstreeks steunen, gaat niet zomaar. Dat kan opgevat worden als ongewenste buitenlandse inmenging. Je kunt die groepen er zelfs verder mee in gevaar brengen. En niet elke vorm van tegenspraak is gerechtvaardigd, handig of verstandig. Maar gezien de waarde die we vanuit onze Nederlandse ervaring toekennen aan sterke maatschappelijke organisaties, aan een gezond tegengeluid, is er veel voor te zeggen om er wel oog voor te hebben. En (voor zover het gaat om gedeelde idealen) er zelfs op een verstandige wijze mee te sympathiseren.
De auteur is politiek adviseur Woord en Daad.