School mag twee lesweken schrappen
Scholen in het voortgezet onderwijs krijgen vanaf het schooljaar 2006/2007 ruimte om het aantal lesweken te verminderen van 40 naar 38 weken. De leerlingen moeten deze twee weken wel op school komen. Wat ze moeten gaan doen, is nog niet duidelijk.
Dat blijkt uit een brief die minister Van der Hoeven van Onderwijs naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Ze antwoordt daarin op kritische vragen over te lange vakanties die sommige scholen geven. De Kamer wilde graag weten hoeveel scholen te veel vakanties geven, maar Van der Hoeven heeft daar geen inzicht in. Scholen die het keer op keer te bont maken, krijgen een tijdje geen geld meer. De minister weet wel dat deze sanctie nog nooit is opgelegd.
Van der Hoeven erkent de problematiek. Door ziekte van leraren, onvervulde vacatures, studiedagen en dergelijke kunnen veel scholen niet voldoen aan de eis dat ze 40 weken 32 lesuren moeten geven. Het percentage scholen dat niet meer voldoet aan deze norm is in de afgelopen jaren toegenomen van 17 naar 30 procent.
Van der Hoeven deelt de Kamer mee dat de onderwijsinspectie de norm van 40 maal 32 lesuren niet langer zal hanteren. De bewindsvrouw wil vanaf het schooljaar 2006/2007 naar 38 weken van 32 lesuren. Die twee weken minder lesuren mogen de scholen echter niet gebruiken om hun leerlingen extra vrij of extra vakantie te geven.
In haar antwoorden laat ze in het midden wat de jongeren dan moeten doen. Scholen kunnen daaraan een eigen invulling geven. Scholen mogen in ieder geval geen extra vakantie geven. De norm blijft maximaal twaalf weken.
In haar plan voor een nieuwe opzet van de basisvorming in de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs, dat de minister enkele maanden geleden presenteerde, heeft ze al op deze problematiek gewezen. Daarin bood ze een opening om het aantal lesuren voor de basisvorming ook te verminderen. De norm blijft 1067 klokuren, maar scholen mogen daar 67 uur vanaf doen of aan toevoegen. Als een school er 67 uur vanaf doet, zit ze ongeveer op 38 weken van 32 lesuren.
Het onderwijs in de basisvorming hoeft niet allemaal te bestaan uit traditionele lessen met een leraar voor de klas. Ook andere vormen zijn mogelijk. Te denken valt aan het uitwerken van opdrachten. Er moet wel begeleiding van een leerkracht zijn en het moet onder schooltijd gebeuren.