„Laat prediking doordrenkt zijn van besef van heiligheid”
De heiligheid van God moet prediking én prediker vormen, stelt ds. J. J. ten Brinke. „Die heiligheid blinkt het meest uit in het kruisoffer van Zijn Zoon. Gods liefde openbaart zich niet hoewel Hij heilig is, maar juist omdat Hij heilig is.”
Wie over God denkt en spreekt, kan dat alleen doen op „belijdende toon en in een gestalte van aanbidding.” Ds. Ten Brinke sprak dinsdagochtend tijdens de Haamstedeconferentie over ”Gods heiligheid in de prediking”. De predikant van de hervormde gemeente van Oud-Beijerland benadrukte dat het hierbij niet alleen gaat om hoe Gods heiligheid de prediking bepaalt, maar ook hoe die heiligheid de persoon van de prediker stempelt.
De predikant behandelde twee Schriftgedeelten waarin Gods heiligheid naar voren komt. In Jesaja 6 ziet de profeet in een gezicht God op Zijn troon in de tempel. „De tekening in dit hoofdstuk van wie God is, wordt hier verbonden met waar Hij woont – de tempel.” Dat is veelzeggend, aldus ds. Ten Brinke. „Want als in 2019 de gemeente de plaats is waar God woont –waar twee of drie in Zijn Naam samen zijn– dan is Hij daar wel zó: in Zijn blinkende heiligheid. Als we komen op de plaats waar God woont, komen we op heilige grond.”
Dat besef moet degenen tekenen die in dienst van de Koning verlangen te staan, zei de predikant. „Dan moet je iets kennen van de drie aspecten die in dit hoofdstuk naar voren komen: een diep besef van de heiligheid van God, een diep besef van je eigen onwaardigheid en een diep besef van de verzoening in en door het offer, Jezus Christus.”
Wending
In een ander gedeelte, Hosea 11, krijgen we volgens ds. Ten Brinke „meer dan waar dan ook in het Oude Testament, een blik in het hart van de levende God.” De conclusie in dit hoofdstuk lijkt „alleen maar te kunnen zijn dat God Zijn volk gaat oordelen.”
Maar dan vindt –vanaf vers 7– een wonderlijke wending plaats. „Er is sprake van innerlijke worsteling in God. Wat bij de Heere Jezus innerlijke ontferming heet, dat heet hier: „Mijn hart keert Zich in Mij om.” En dat niet hoewél Hij heilig is, maar juist omdát Hij heilig is. Hij zegt: „Want Ik ben God, en geen Mens, de Heilige, in uw midden.” De diepte van Gods heiligheid blinkt hier in de overmacht van Zijn liefde voor het volk van Zijn verbond.”
Er staat dat de Heilige „in uw midden woont.” Als God de Heilige is, dan lijkt dat juist een oneindige afstand tussen God en mens te betekenen, zei de predikant. „En dat is ook zo. Maar laat nu het Bijbelse getuigenis verkondigen dat deze unieke, onvergelijkelijke God, de God is die woont temidden van Zijn volk. Dat zien we in het bijzonder in Zijn Zoon –Immanuël– en in de inwoning van Zijn Geest.”
Geen mens
Ds. Ten Brinke schetste drie manieren waarop Gods heiligheid de persoon van de prediker stempelt. „Ten eerste is er een diep besef van Gods heiligheid.” De Heere zegt dat Hij geen mens is. „Laten wij ons als dominee dan ook niet aanstellen alsof wij God zijn. De prediking is het Woord van God: „Zo zegt de HEERE!” Maar dat hoeven wij onze gemeente niet in alle toonaarden te vertellen. De prediking is alleen dan Woord van God, als wij als predikers onze plaats weten. Als je er zelf helemaal tussenuit valt.”
Een tweede aspect is het hebben van een helder zicht op de heiligheid van de prediking. „Hoe nodig is het dat wij diep doordrongen zijn van datgene, waar het om gaat in de dienst van het Woord. Het gaat niet om overwegingen bij de tekst. Het gaat evenmin om een uitstalling van verschillende uitlegmogelijkheden bij een bepaald tekstgedeelte. Het gaat in de verkondiging om bediening van de verzoening. In de zuivere verkondiging van het Evangelie gaan de grendels van het Koninkrijk der hemelen open én dicht. Er vallen eeuwigheidsbeslissingen.”
Een derde manier waarop Gods heiligheid de prediker moet vormen, is in de heiliging van de prediker zelf. „Het roept ons tot een heilig leven. De Heere zegt: „Wees heilig, want Ik ben heilig.”
Dit is ook voor „dominees in nette pakken” geen vanzelfsprekendheid, volgens ds. Ten Brinke. „Ik denk dat een drieslag die in het algemeen opgeld doet, ook voor dienaren van het Woord niet ver weg is: de verleiding van geld, seks en macht. Als ik hoor van predikanten die belastingtechnische constructies wensen die volgens de administrateur niet door de beugel kunnen; als we horen van steeds terugkerende berichten over predikanten die in de relationele sfeer in pastoraal contact grenzen overschreden hebben; als ik merk hoe predikanten een machtspositie uit willen stralen en soms nauwelijks aanspreekbaar zijn voor kerkenraden als het gaat om de prediking of andere aspecten van de ambtelijke roeping. Ik ben er diep van overtuigd dat de duivel in het bijzonder hen probeert te laten vallen, die op vooraanstaande posten staan in het Koninkrijk van God. De Heere zegt: „Wees heilig, want Ik ben heilig.”
Verheven en nabij
Niet alleen in de persoon van de prediker, maar ook in de inhoud van de prediking moet Gods heiligheid doorklinken, stelde de Oud-Beijerlandse predikant. „De prediking moet tot uitdrukking brengen dat de Heilige de Heere is, de God van het verbond. Hij is de Heilige, Die niet verandert. Niet in Zijn trouw, maar evenmin in Zijn verbondswraak. De prediking moet doordrenkt zijn van het besef dat de God van het verbond Die zo nabij komt, de Heilige is. Maar tegelijk dat de God die zo verheven is, de God van het verbond is.”
Gods heiligheid is het meest wezenlijke wat we over Hem kunnen zeggen, aldus ds. Ten Brinke. „We zijn soms Gods heiligheid te veel als een van Zijn eigenschappen gaan zien. Dan ontstaan er uitspraken als: „God is wel liefde, maar Hij is ook heilig.” Een dergelijke manier van spreken, verraadt een volstrekt verkeerd zicht op Gods heiligheid.”
Het meest blinkt de heiligheid van God uit in het kruisoffer van Zijn Zoon, stelde de predikant. „God kiest er in Zijn absolute vrijheid voor, om Zich te vernederen in de menswording van Zijn Zoon – tot op het kruis en tot in het graf. In onze Zaligmaker, onze Heere Jezus Christus, openbaart Zich de heilige God in eigen Persoon.”