Daniël, een „geseculariseerde Israëliet” met biddend leven
De profeet Daniël leefde als een balling in een vreemd land. Met zijn vrienden vreesde hij daar de Heere, zonder zich terug te trekken uit de wereld. Het geheim van zijn ballingenleven lag in zijn gebedsleven, aldus ds. J. M. J. Kieviet.
De christelijke gereformeerde emeritus predikant hield dinsdagochtend tijdens de Haamstedeconferentie in Elspeet zijn eerste lezing in een tweeluik over Daniël. Thema van zijn bijdrage was ”Daniël als balling”.
De predikant wees de gedachte af dat het in dit boek zou gaan om „profetieën achteraf. Inderdaad is het opmerkelijk dat zijn profetieën letterlijk in vervulling zijn gegaan. Dat toont echter niet aan dat het daarmee geen profetieën zijn geweest, maar dat deze hoofdstukken het kenmerk van ware profetie dragen – dat ze vervuld zijn. Laten we ons niet laten meeslepen door allerlei modieuze Schriftopvattingen, die ons iets anders willen laten geloven. We brengen er de gemeente mee in verwarring, en brengen duisternis over onze ziel en over onze prediking.”
Verleiding
Daniël leefde als balling in Babel, een „Gode-vijandige wereldmacht. Ongetwijfeld zal hij het er moeilijk hebben gehad. Zouden de tempels en beelden van andere goden geen verleiding hebben betekend?”
Ook de plaats van Gods kerk in de wereld is „in Babel”, zei ds. Kieviet. „Die metafoor verzin ik niet, maar is door en door Bijbels. De kerk leeft in ballingschap een leven van vreemdelingschap.”
Zou Daniël „ons en onze mensen, onze jongeren ook, wat kunnen leren hoe als balling in Babel te verkeren?” vroeg de predikant zich af. „Het komt heel dichtbij. Wij ademen allemaal de lucht van de secularisatie in: van het leven buiten, zonder en tegen God. Een geseculariseerd christen, dat zou ik zomaar kunnen zijn. In mijn denken. In mijn doen. In mijn voortgejaagd worden. In mijn ambities. In mijn prestatiedrang. In mijn willen meedoen”
Ook Daniël zou een „geseculariseerde Israëliet” genoemd kunnen worden, stelde ds. Kieviet. Hij kreeg een Babylonische naam. „Zijn kleding, zijn positie, de taal die hij spreekt; het is allemaal bepaald door wat van Babel is. Hij woont er ook. Maar één ding: Hij vreest de Heere. Hij en zijn vrienden. Dat is hun geheim.”
Niet wereldvreemd
Zijn vreemdelingschap dreef Daniël echter niet „in een hoekje”, aldus de predikant. „De zaken van Babel gingen hem ter harte. Daniël is een vreemdeling in een vreemd land, maar hij is niet wereldvreemd. Hij kent zijn verantwoordelijkheid. Het zoeken van de toekomende stad ontslaat christenen niet om ook voor Babel het goede te zoeken.”
Daniël en zijn vrienden schroomden niet om „God te belijden, ook toen hun leven op het spel stond. Deze ballingen kozen geen algemene woorden, waarmee je alle kanten op kunt. Ze zochten bewust het front op van hun tijd.”
Het uiteindelijke geheim van Daniëls ballingenleven ligt in het gebed, stelde ds. Kieviet. „Daniël is zo’n bidder. Niet uit gewoonte of voor de vorm. Maar vanuit een hartelijk verlangen om Gods leiding te kennen. Om Gods nabijheid te ervaren. Om Gods genade te ontvangen. Om Gods verlossing te ondervinden.”
De predikant verwees naar het „aangrijpend en hartstochtelijk gebed” van de profeet in Daniël 9. In dat gebed is te zien dat Daniël dicht bij Gods Woord leefde. „Hij herinnert de Heere aan Zijn toezeggingen. En hij vraagt om de vervulling van die beloften.”
Ook wordt Daniëls gebed getekend door verootmoediging en schuldbelijdenis. „Belijdenis van de gemeenschappelijke én de persoonlijke schuld. Daniël distantieert zich niet van de zonden van het volk.”
Perspectief
Een ander kernmerk van zijn „ballingengebed” is dat Daniël bidt met perspectief. „Niet voor niets eindigt hij zijn gebed met een beroep op de Naam van zijn God”, aldus ds. Kieviet. „En met een verwijzing naar de stad van zijn God. Hij weet zich hartstochtelijk verbonden met Jeruzalem, de stad van de grote Koning.”
De geopende vensters naar Jeruzalem waarachter Daniël bad, zijn als het ware een sacrament, een zichtbaar teken en zegel van de beloofde verlossing uit de ballingschap, zei de predikant. „Nu leeft Gods kerk nog in ballingschap in deze wereld. Maar zelfs in dit Babel wil de Heere vensters openen op de stad die fundamenten heeft. Waarvan de Heere Zelf de ontwerper en de bouwmeester is. Die heimwee hebben, komen thuis.”