Christenvervolging

Kim Stanislav, een Koreaanse pionier in Urgench

„We zitten hier in een uithoek van Oezbekistan”, zegt de baptistische voorganger Kim Stanislav in Urganch in Oezbekistan. „De meeste buitenlandse gasten bezoeken de gemeente in de hoofdstad Tasjkent. Gemeenschap met gelovigen uit de wereldwijde kerk is voor ons echter erg belangrijk.”

Klaas van der Zwaag
23 August 2019 18:27Gewijzigd op 16 November 2020 16:47
Kim en Gylja Stanislav met hun kinderen.  beeld RD
Kim en Gylja Stanislav met hun kinderen.  beeld RD

Stanislav werd in 2016 vanuit Tasjkent uitgezonden als evangelist in Urganch, een stad in het westen van Oezbekistan. Zijn ouders komen uit Zuid-Korea. Hijzelf is geboren in Oezbekistan. Zijn vader woont nog in Tasjkent en is adventist.

Stanislavs gemeente, die twintig leden telt, heeft in het verleden regelmatig te maken gehad met boetes vanwege godsdienstige bijeenkomsten bij hem thuis. Hij behoort tot een niet-geregistreerde baptistengemeente, die daarom in zekere zin illegaal is. Maar ook wel weer legaal, want volgens de wet mag je in een huis samenkomen.

Filip Uijl, woordvoerder van stichting Friedensstimme die niet-geregistreerde baptisten in Rusland en Oezbekistan steunt, becommentarieert: „Dus je doet feitelijk niets tegen de grondwet. Er is in Oezbekistan vervolging maar die komt niet zozeer van de staat als wel van de doorgaans islamitische familie, die niet accepteert wanneer iemand christen wordt.”

De afgelopen maand zijn er vier nieuwe gelovigen gedoopt. De gemeente is nu bezig om tweehonderd kilometer verderop een voorganger voor een nieuwe gemeente te krijgen. Er is daar een groepje van tien christenen ontstaan.

Heel religieus

Oezbekistan is een heel religieus volk, zegt Stanislav. Hij wijst op de recente bouw van een nieuwe heilige islamitische plaats. Dat is eigenlijk niet volgens de regels van de islam, want bijgeloof is niet toegestaan. In het Oezbeekse Samarkant wordt het graf van Daniël –een tombe van achttien meter lang– vereerd.

Je zou van een verering van de onbekende God kunnen spreken, zegt Stanislav. „Veel Oezbeken erkennen de Schepper van de wereld. Je kunt met hen praten over allerlei religieuze zaken. Echter, zolang je maar niet de exclusiviteit van Christus leert. Oezbeken durven er niet openlijk over te spreken omdat ze bang zijn voor de familie. Als je openlijk Jezus belijdt, breekt de vervolging in alle hevigheid los. Toch denk ik dat veel mensen een verborgen relatie met Jezus hebben maar die niet openbaar durven te maken.”

Een zondagse dienst in Urganch wordt bezocht door zo’n dertig mensen. De meerderheid is gedoopt; er zijn enkele belangstellenden die meeleven met de gemeente.

Een van hen is Zuchra Ahmedova (25) uit Urganch. Zij is lerares Engels. Ze heeft, zoals dat heet in baptistenkringen, haar zonden beleden („zich bekeerd”) en verlangt nu naar haar doop. Ahmedova komt echter uit een moslimfamilie die zich fel tegen deze keuze verzet, met name haar grootouders. Tijdens het gemeenschappelijk gebed –dat door de leden zelf wordt gedaan– bidt ze vurig. Ahmedova: „Elke dag stel ik mijn hoop op Jezus en dat geeft rust maar ik ben ook bang voor de moeilijkheden thuis.”

Ze vertelt dat ze naar de gemeente is gekomen dankzij een vrouwelijk lid. Zij voelde zich er direct thuis, zegt ze. Ahmedova heeft voor het eerst een Bijbel gekregen, maar zij leest vooral het Nieuwe Testament. „Het Oude Testament is voor mij nog te moeilijk.”

Een ander gemeentelid, Aibek Rachinmov, is drie jaar geleden gedoopt. Hij werkte als gastarbeider in Rusland en komt uit een moslimgezin. Van de voorganger kreeg hij antwoord op levensvragen en het verlangen groeide om Jezus te leren kennen.

Rachinmov vertelt hoe hij geworsteld heeft om het behoud van zijn familie. Hij is er ten volle van overtuigd dat wie sterft zonder Jezus te kennen, voor eeuwig verloren is. „Ik heb twee broers. De ene heeft zijn zonden beleden maar bij mijn andere broer is er nooit een geestelijke doorbraak geweest. Hij is zonder Christus gestorven.”

Niet alleen

Kim en Gylja Stanislav nodigen de Nederlandse gasten op de laatste dag van hun bezoek uit voor een etentje. Ze benadrukken het belang van het bezoek van buitenlanders. Gylja Stanislav: „Als we bezoek krijgen uit Nederland, Duitsland of Amerika kunnen we aan de buurt laten zien dat we geen vreemde sekte zijn, maar deel van de wereldwijde kerk. Dat geeft tegelijk een goed getuigenis. Je beseft dat je niet alleen staat, maar dat mensen voor je bidden en aan je denken.”

Kim Stanislav: „Toen we dit huis betrokken, kwamen baptisten uit heel Oezbekistan helpen klussen. Onze buren zagen dat aan de nummerborden van de auto’s. Ze vroegen: zijn er geen klussers in Urganch? Ik antwoordde: dit zijn mijn broeders.”

Gylja Stanislav: „We voelen ons best eenzaam. We gaan daarom regelmatig naar de broeders en zusters in omliggende plaatsen.”

Kim Stanislav: „We ervaren dat de Heere dichtbij is en soms broeders op ons pad stuurt om ons te bemoedigen. Zo zie je dat Hij steeds voor ons zorgt.”

Serie

Vervolging en vrijheid

Dit is de zevende aflevering in een negendelige serie over christenen in Oezbekistan en Rusland, dertig jaar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie.

Volgende week vrijdag deel 8

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer