Brinta en pannenkoeken in Bethlehem
Bethlehem mag dan een eind van huis zijn, het voelt zeker als thuis. Brinta door de week en pannenkoeken op zaterdag.
Ikram (16) zit de hele dag in haar aangepaste rolstoel. Ze kan niet praten. Af en toe krijgt ze een toeval en maakt ze wat geluid. Voeding krijgt ze door een sonde. Ze leeft in haar eigen wereld, zo lijkt het. Maar wat kan ze ervan genieten als een van de werkers haar gitzwarte haren in een staart legt.
Andere bewoners van Huis Jemima kunnen wel praten. Er zijn er zelfs die wat zinnen Nederlands spreken. Als Jorien haar verjaardag viert bij de kinderen van groep Lemuel komt een groot deel van het personeel opdraven. Een van de lokale leidsters heeft een taart gemaakt met vruchten, noten en kwark. Forse punten gaan er in als koek. „Kezellik”, zegt een van de Arabisch sprekende mensen.
Jemima is opgezet door een Nederlands echtpaar, er komen tal van Nederlandse vrijwilligers langs en het voltallige bestuur zit in het lage landje bij de zee. Logisch dus dat ze in Beit Jala van Hollandse stroopwafels en koffie van Douwe Egberts houden. Oliebollen en pepernoten zijn er een begrip. Gelukkig voor de medewerker die begin december een wattenbaard om doet, is de temperatuur in dit deel van het Midden-Oosten dan dragelijk. Er kan zelfs sneeuw vallen.
De bewoners op hun beurt zijn dol op Brinta. Het Nederlandse ontbijtproduct is van gebroken tarwe en dat mixt zo lekker met van alles. Het slikt makkelijk door. En de sondes raken er niet van verstopt. Per maand gaan er bij Jemima wel twintig pakken Brinta doorheen. De aanvoer vanuit Nederland is deze zomer even gestokt zodat het huis zonder zit. Bezoekers die nog ruimte in hun koffer over hebben zijn hierbij gewaarschuwd.
In de keuken is kok Teresa de baas. De goedlachse dame ziet er niet tegenop om voor ruim dertig personen makloubeh te maken, een typisch Arabisch gerecht met groenten, rijst en aardappels. Dagelijks om 13.00 uur is er warm eten. Daarin lijkt Jemima op Urk; daar zitten ze op dat tijdstip ook aan „de kost.” De warme maaltijden zijn af te halen in de keuken op de begane grond. Zaterdag krijgt iedereen ook een portie voor zondag mee, want dan ligt de keuken plat. Afgelopen zaterdag waren er pannenkoeken. Als ik zeg dat Teresa pannenkoeken op de Hollandse manier bakt, steekt ze beide duimen omhoog.
Ronduit indrukwekkend is de zondagsschool. Uit alle groepen verzamelen kinderen en volwassenen zich op zondagmorgen in de grootste ruimte van het schooltje. In een kring muziek maken en zingen („Read your Bible, pray every day”) en een Bijbelvertelling. Dit keer over de verloren zoon. Vader wachtte op hem, wilde hem terug, ondanks alles wat de jongste zoon had gedaan. Ik word uitgenodigd om in het Engels te bidden. Met het ”amen” is een van de bewoners me voor.
Na een halfuur is het tijd voor het slotlied: „Zoek eerst het Koninkrijk van God.” Ahmed kijkt aandachtig de kring rond, Nour slaat met twee houten stokjes tegen elkaar. En Ikram? Bij het ”halleluja” verschijnt een stralende glimlach op haar gezicht.
Riekelt en Jorien Pasterkamp doen deze zomer vrijwilligerswerk bij Jemima in Bethlehem. Ze houden een dagboek bij. Deel 2.