Een groenfonds met opmerkelijk veel tegenvallers
„Wij hadden allemaal het idee dat we met een goed doortimmerde zaak bezig waren." Dat zei oprichter H.K. uit Amstelveen van een groen beleggingsfonds donderdag voor de rechtbank in Amsterdam. Het Openbaar Ministerie (OM) denkt daar echter anders over. Justitie liet K. voor de rechter verschijnen, omdat hij zwaar zou hebben gesjoemeld met het groenfonds.
De officier van justitie vindt dat de 59–jarige verdachte ten onrechte deed voorkomen alsof zijn Euro Greenmix Fund „een bonafide beleggingsinstelling" was. Het fonds beschikte bijvoorbeeld niet over de benodigde vergunning om geld op te halen bij beleggers. En van de miljoenen die beleggers investeerden bleef weinig over, zo bleek in de rechtszaal. De tegenvallers stapelden zich op, waardoor de beloofde rendementen uitbleven.
K. begon halverwege de jaren negentig beleggers te werven voor bosbouwprojecten in het buitenland, voornamelijk in Costa Rica. Veel beleggers stopten in een keer 36.000 gulden in het fonds. Dat geld werd geïnvesteerd in teakhout, laurelbomen en voor een klein deel in walnoten. De belegging moest uiteindelijk een goudgerand rendement opleveren.
K. lokte investeerders met veelbelovende advertenties en beleggingsinformatie. Het Euro Greenmix Fund schermde daarbij ook met garanties die in de uiteindelijke contracten achterwege bleven. De verdachte vond dat geen probleem. „Dat is reclame. Die mag enigszins overdreven zijn."
Volgens schattingen van K. hebben er circa tweehonderd personen geld in gestoken. In totaal zou het om 7 miljoen gulden gaan. Ontevreden beleggers denken dat het totaabedrag in werkelijkheid hoger is.
Rond de eeuwwisseling begonnen enkele investeerders te morren, omdat het fonds ondermaats presteerde. De eerste oogsten leverden bij verkoop onvoldoende op om uit de kosten te komen. Volgens een van de investeerders verkeerden de plantages in een deplorabele staat.
Ontevreden beleggers wilden hun geld terug, maar daar piekerde K. niet over. Het fonds stevende op een bankroet af en investeerders namen het heft in handen. In 2001 verbraken zij alle banden met K.
Volgens de verdachte is het fiasco rond het fonds niet aan kwade opzet te wijten. Dat hij ondertussen geld van de rekening van het groenfonds had opgenomen om de studie van zijn dochter te bekostigen en de boodschappen te betalen, was volgens de verdachte geen probleem. Dat geld maakte onderdeel uit van zijn salaris als directeur.
Zowel fraudeofficier J. Tonino als de drie rechters toonden zich zeer kritisch over de praktijken waarmee de verdachte het groenfonds tussen 1995 en 2001 beheerde. K. hield echter vol dat hij niets achterover heeft gedrukt en de beleggers niet heeft opgelicht. Zij hebben nog altijd hun plantages, zo redeneerde hij.
De zaak wordt naar verwachting 9 december voortgezet. Dan zal de officier van justitie zijn strafeis formuleren.