Handige uitvindingen die het huishouden hebben veranderd
Wie wist dat de oer-Hollandse kaasschaaf is uitgevonden door een Noorse timmerman? Nog zo’n handigheidje is de pleister: in elk huishouden ligt wel een doosje klaar om kleine wondjes af te dekken. En de handige karabijnhaak maakt het gemakkelijk om een extra sleutel aan de bos te hangen.
Kaasschaaf
Het is een hardnekkige mythe dat de kaasschaaf een Nederlandse uitvinding zou zijn. In werkelijkheid komt het oer-Hollandse gebruiksvoorwerp uit Noorwegen. En vreemd genoeg was het geen kaasmaker maar een timmerman, Thor Bjørklund (1889-1975) om precies te zijn, die hem ontwikkelde. Zijn inspiratiebron: de houtschaaf. Hij wilde iets dergelijks voor huishoudelijk gebruik en de kaasschaaf –ostehøvel in het Noors– was het resultaat.
Hij leverde de kaasschaven in eerste instantie vanuit zijn werkplaats, maar vanaf 1927 werden ze in massaproductie genomen. In heel West-Europa sloeg de kaasschaaf aan; in Zuid-Europa daarentegen kon men, vanwege de overwegend zachte of juist te harde kazen, niets met de kaasschaaf.
Het hulpmiddel is niet meer weg te denken uit onze keukens en zelfs wie niet van kaas houdt, gebruikt ’m vast weleens om komkommerschijfjes te schaven.
Pleister
Een lief en hulpvaardig gebaar stond zo’n honderd jaar geleden aan de wieg van de pleister. De vrouw van katoeninkoper Earle Dickson sneed zich nogal eens in de vingers. Haar echtgenoot, werkzaam bij het bekende geneesmiddelenconcern Johnson & Johnson, knutselde dan zelf elke keer een verbandje in elkaar.
Op den duur legde hij een voorraadje plaktape aan, om bij ongelukjes meteen te kunnen ingrijpen. Op elke handgemaakte pleister bevestigde hij een klein stukje katoen.
Toen zijn werkgever hier lucht van kreeg, was hij meteen geïnteresseerd. Niet lang daarna lagen de eerste ”band-aids” in de winkel. Het katoen op de tape werd later vervangen door viscose en de lijm werd huidvriendelijker. Daarvoor wordt nu meestal synthetisch rubber gebruikt of, bij een gevoelige huid, het minder hechtende middel polyacrylaat.
De pleister behoort inmiddels bij het dagelijks leven. In 2001 ging het honderdmiljardste exemplaar over de toonbank. In de tussentijd kwamen er tientallen varianten bij, van likdoorn- tot waterafstotende pleisters en van pijnstillende tot nicotinepleisters.
Paraplu
Het vroegste exemplaar van de paraplu komt waarschijnlijk uit het China van de eerste eeuw en was meteen een inklapbare. Paraplu’s waren –net als parasols die er toen al eeuwen waren– exclusief voor welgestelden bedoeld, zoals de keizerlijke familie. Die nam het regenscherm mee tijdens jachtpartijen.
Via de Zijderoute verspreidde de paraplu zich over Azië en kwam uiteindelijk ook in Europa terecht. Tot de achttiende eeuw bleef de paraplu voorbehouden aan de vrouwelijke elite; voor mannen was het not done om met een dergelijke modeaccessoire rond te lopen.
Voor de ‘spaken’ van de paraplu gebruikte men tot ver in de twintigste eeuw baleinen van walvissen – en die benaming is in zwang gebleven, ook nu daarvoor metaal wordt gebruikt.
Om het regenscherm zo waterdicht als mogelijk te maken, bewerkte men de stof met wax en lak. Waterafstotende stof werd pas in de negentiende eeuw uitgevonden, door de Schotse chemicus Charles Mackintosh (1766-1843).
Karabijnhaak
De naam klinkt als een wreed middeleeuws wapen of bloederig slagersgereedschap, maar niets is minder waar. De kans is groot dat er gewoon een karabijnhaak bij op tafel ligt of in de jaszak zit. En waarschijnlijk zijn het er zelfs meer. Zowel de huis- als fiets- als autosleutel hangen eraan.
De peervormige karabijnhaak is voor veel mensen de ideale sleutelhanger waaraan je, dankzij het scharnierende deel, heel eenvoudig sleutels koppelt.
Die functie is een stuk onschuldiger dan de naam doet vermoeden. Die is dan ook afkomstig uit het zeventiende-eeuwse Franse leger waar de haak voor het eerst opdook. De karabinier was een cavaleriesoldaat, bewapend met een kort geweer, de karabijn. Hij was daardoor wendbaar en snel. Omdat karabinieren zich vaak te paard voortbewogen en onderweg moesten kunnen reageren op onverwachte situaties, hing de karabijn aan een eenvoudige scharnierhaak.
In 1938 ontwikkelden twee Amerikaanse bergbeklimmers, Paul Allain and Raffi Bedayn, op basis hiervan lichtere versies van aluminium. De karabijnhaak van Bedayn was het meest succesvol, waarschijnlijk omdat hij ze in eerste instantie gratis aanbood aan medebergbeklimmers. Al snel werd deze een onmisbaar onderdeel in de bergsport. En dat is hij nog steeds, om bagage of veiligheidslijnen aan te haken.
Afstandsbediening
Was de eerste televisie-uitzending (in Nederland in 1951) al een mirakel voor de meeste mensen, toen de televisie vanaf 1980 ook nog vanaf de bank te bedienen was, geloofde niemand z’n ogen meer.
De Amerikaan Eugene Polley vond de afstandsbediening overigens al in 1955 uit, lang voor de introductie bij het grote publiek.
Zijn Flash-Matic had meer weg van een zaklantaarn, die beter bekend staat als knijpkat, en een föhn.
Het apparaat stuurde een lichtstraal af op een aantal lichtgevoelige cellen in de hoeken van het televisiescherm. Hiermee werden beeld en geluid geactiveerd en kon van kanaal worden gewisseld.
Nadeel was dat dat zelfs zonder afstandsbediening gebeurde, als de televisie werd blootgesteld aan zonlicht.
Radiogolven waren ook niet meteen de oplossing. Die gingen dwars door muren, waardoor je vaak niet alleen je eigen tv bediende maar ook die van de buren.
Robert Adler, een in Oostenrijk geboren Amerikaan, bedacht toen dat geluidsgolven met een hoge frequentie wel eens het ei van Columbus konden zijn.
Hij maakte van aluminiumstaafjes een soort stemvork en hamertjes. Als de gebruiker nu op een knop drukte, sloeg een hamertje een toon aan, die de gewenste reactie in de controlefunctie van de tv voortbracht. Dit werkte.
De Zenith Space Commander, zoals zijn afstandsbediening heette, werd een groot succes. Een paar jaar later verbeterde Adler zijn vinding nog door de geluidsgolven te verhogen naar ultrasoon, een voor mensen onhoorbaar geluid.
Nog weer vijfentwintig jaar daarna volgde de infrarood afstandsbediening. De lichtstraal die deze voortbrengt heeft zo’n korte golflengte (800-950 nanometer), dat het zich in het onzichtbare deel van het golflengtegebied bevindt.
De afstandsbediening heeft naast gemak ook een nieuwe activiteit voortgebracht: zappen. Een niet al te verheffende bezigheid, vindt schrijfster Yvonne Kroonenberg.
Jaren geleden maakte ze dat al onomwonden duidelijk in de titel van een van haar boeken: ”Het zit op de bank en het zapt”.
Ook kwam de voorspelling van uitvinder Adler, dat zijn afstandsbediening een einde zou maken aan tv-reclames omdat je die immers makkelijk kon wegklikken, niet uit. Integendeel, de hoeveelheid commercials is de afgelopen decennia met duizenden procenten gestegen.
Tweeluik Handige uitvindingen
In de afgelopen tweehonderd jaar is de wereld drastisch veranderd. Naast grote technologische innovaties zijn er ook kleinere, die ons dagelijkse leven hebben vergemakkelijkt. Deel 2: het huishouden.