Ansichtkaart vanaf vakantieadres kwijnt langzaam weg
Ze zijn er nog. Ansichtkaarten, verstuurd vanaf het vakantieadres. ”Warm hier. Zonnetje. 28 graden. Groetjes van...” PostNL verwerkt dagelijks containers vol. Toch kwijnt de ansicht langzaam weg.
Op de werkvloer van het internationaal postsorteercentrum van PostNL in Den Haag heerst een koortsachtige drukte. Dik 300 man verwerkt hier een continue stroom post. „Een bijenkorf”, wijst teamleider Michiel vanaf een loopbrug. Links en rechts staan lange rijen containers. Bomvol postzakken.
Een gele lorry levert twee rolcontainers tegelijk af bij een sorteerband. Twee mannen kiepen de grote zakken leeg, waarna vier vrouwelijke medewerkers –zwarte handschoenen aan– de stukken sorteren. Pakjes in rolcontainers, kaarten en brieven in rode bakken. Dikke stapels. Uit Italië, Slovenië, Sri Lanka en Australië. ”Zonnige groetjes”. Michiel toont vier volle bakken. „De oogst van een half uur.”
Vier voetbalvelden
PostNL verwerkt alle internationale post voor Nederland in het Haagse sorteercentrum van 20.000 vierkante meter – vier voetbalvelden groot. Veel stukken komen uit Azië. Dankzij Chinese webwinkels als Alibaba en AliExpress. „Een stroom aan post.”
Ook het kaartje van ome Henk en tante Nel uit Lago Maggiore reist via Schiphol en Den Haag. „Wij sorteren hier op formaat”, aldus Michiel. Vervolgens verdwijnen de kaarten naar vijf verschillende sorteercentra in het land. „Daar selecteren we op postcode en plaats.” Pakweg 16.000 postbodes staan paraat om de ansichten op de mat te laten ploffen.
De vakantiekaart lijkt een uitstervend fenomeen. Bezorgde PostNL in 2000 nog dagelijks 22 miljoen kaarten en brieven, vorig jaar waren dat nog maar 7 miljoen stuks. Foto’s en video’s via WhatsApp vanuit verre oorden verdringen de vakantiekaart.
Toch is 30 procent van de consumenten nog altijd van plan een ansichtkaart te sturen, weet PostNL-woordvoerder Dagna Hoogkamer op basis van onderzoek. Maar of het er ook altijd van komt, kan ze niet met zekerheid zeggen. Het postbedrijf turft vakantiekaarten niet apart. „We blijven geloven in de kracht van de brievenbus”, zegt Hoogkamer. „De post die op de mat valt, krijgt namelijk meer aandacht.”
Verpleeghuis Salem in Ridderkerk –173 bewoners– krijgt elke maand pakweg 400 kaarten en brieven binnen. „In de zomermaanden is dat ongeveer het dubbele”, vertelt afdelingscoördinator Marina Knoppert. Het aantal kaarten neemt in de loop der jaren licht af.
Bewoners stellen post op prijs. „Voor sommigen is de vakantieperiode moeilijk, omdat ze minder bezoek krijgen als de kinderen bijvoorbeeld op vakantie zijn. Ze maken zich dan zorgen over hun veiligheid”, zegt Knoppert. „Een kaartje wordt dan gewaardeerd.”
Gezellig praatje
Niet elk kaartje bereikt de bewoners. Soms krijgt Salem post met een gezellig praatje –„dag pa, het gaat goed met ons, het is hier mooi, tot ziens. Groeten Gerard en Paulien”– maar zonder naam van pa. Helaas. Bezorging blijkt dan onmogelijk.
In het postsorteercentrum werken medewerkers zich in het zweet om de vakantiekaarten op het juiste adres te krijgen. Bezorging binnen 24 uur na aankomst in Den Haag. Een race tegen de klok. Teamleider Michiel licht een ansichtkaart in de vorm van een lieveheersbeestje uit de oneindige stroom post. Afwijkende formaten krijgen een aparte behandeling om te voorkomen dat sorteermachines vastslaan.
Lief kaartje. Voor opa Klaas.