Aanslag Noorse moskee behandeld als terreur
De politie in Noorwegen behandelt de aanval op een moskee in de plaats Baerum zaterdagavond als een „poging tot een terroristische daad”. „Uit onderzoek is gebleken dat de dader extreemrechtse opvattingen heeft”, aldus een politiewoordvoerder
Ook zou de 20-jarige verdachte vijandig staan tegenover migranten en sympathie hebben voor Vidkun Quisling (1887-1945), de collaborerende Noorse leider tijdens de Duitse bezetting.
De verdachte zelf weigert een verklaring af te leggen. Hierdoor is zijn motief nog steeds niet bekend.
De Noor was gewapend met twee jachtgeweren en een pistool zaterdagavond de al-Noor-moskee in Baerum binnengegaan. Waarschijnlijk wilde de dader meer bloedvergieten in de moskee veroorzaken, maar er waren slechts drie gelovigen aanwezig. Een van hen was in staat om de aanvaller te overmeesteren, die vervolgens werd gearresteerd. Beide mannen raakten lichtgewond.
Later werd het lichaam van een vrouw gevonden in een huis in Baerum. De politie bevestigde zondag dat het gaat om de zeventienjarige stiefzus van de verdachte.
Volgens berichten in de media had de man eerder de terroristische aanslag op twee moskeeën in Christchurch, Nieuw-Zeeland, geprezen. Daarbij schoot een rechts-extremist in maart 51 mensen dood.
Na de aanval kondigde de Noorse politie aan haar aanwezigheid te vergroten bij andere moskeeën in het land. Er zijn echter geen „concrete bedreigingen”, aldus de nationale politieleiding zondag.
Zondag bezocht de Noorse minister-president Erna Solberg leden van de gemeenschap in Baerum, die zich in een hotel hadden verzameld om het Offerfeest te vieren.