Terreurverdachten in Engeland voorgeleid
LONDEN (AP) - Acht terreurverdachten die begin deze maand door de Britse politie zijn opgepakt, zijn woensdag voorgeleid. Geen van de acht wilde iets zeggen over de eigen schuld of onschuld. De rechter bepaalde dat ze tot een volgende zitting over een week in hechtenis moeten blijven.De acht mannen werden op 3 augustus met nog een verdachte aangehouden bij politieacties in verscheidene Britse steden. Zij worden verdacht van samenzwering tot moord en het voorbereiden van aanslagen met explosieven en chemicaliën.
Een van de acht mannen is Abu Musa al-Hindi, volgens justitie een vooraanstaand lid van al-Qaida. Al-Hindi en de andere beklaagden zouden bezig zijn geweest met de voorbereiding van aanslagen in de Verenigde Staten. Hun aanhouding was een uitvloeisel van de arrestatie van een groot aantal terreurverdachten in Pakistan, waarbij informatie werd verkregen over de Britse terreurcel.
Volgens de openbaar aanklager bereidden de acht mannen, in leeftijd variërend van 19 tot 32 jaar, zich voor om in naam van hun geloof tot „extreme daden” over te gaan. Ze zouden met behulp van explosieven, gifgas, chemicaliën en radioactief materiaal „chaos, angst en verwondingen” hebben willen veroorzaken. De aanklager zei ook dat de politie nog zo’n honderd computers met duizenden files bestudeert op zoek naar meer bewijs voor de terreurplannen van de acht.
De Britse verdachten waren onder meer in het bezit van gedetailleerde kaarten van het gebouw van de Amerikaanse verzekeringsmaatschappij Prudential in de staat New Jersey, van de effectenbeurs in New York en het gebouw van de Wereldbank in Washington. Als gevolg van de aanhoudingen in Pakistan en Groot-Brittannië werd begin deze maand het terreuralarm in de Verenigde Staten opgeschroefd van geel naar oranje.