Kerk & religie

Binnenstadskerken Utrecht doen de deuren open

Met het project Kerken Kijken Utrecht laat de domstad de culturele rijkdom in twaalf binnenstadskerken zien. De hele zomer zijn de kerkdeuren open. Een rondje te voet door de stad, op zoek naar open deuren, op zoek naar de missie van kerkelijk Utrecht.

Jan van ’t Hul
5 August 2019 13:25Gewijzigd op 16 November 2020 16:40
De Sint-Willibrordkerk. beeld RD, Henk Visscher
De Sint-Willibrordkerk. beeld RD, Henk Visscher

Aan de Oudegracht bevindt zich, onder de bomen en achter ijzeren hekken, de Sint-Augustinuskerk. De voorzijde van de kerk staat, groots en geweldig, strak aan de gracht. Links van de kerk bevindt zich Theater Rembrandt. Tussen kerk en theater is een scheefgezakt woonhuis ingeklemd, met in de gevel de aanduiding: ’t Vagevuur. Daar woon je tussen kerk en wereld, zogezegd.

In 2016 werd de Sint-Augustinuskerk gesloten na vallend gips uit het plafond. Eerder dit jaar werd bekend dat de kerk weer voluit als rooms-katholieke stadskerk voor Utrecht moet gaan functioneren.

De Sint-Augustinuskerk heeft drie voordeuren achter geweldige zuilen. De linkervoordeur heet Porta Santa, net als de beroemde deur in het voorportaal van de Sint-Pieter in Rome. Maar de heilige deur aan de Oudegracht zit potdicht.

Jacobikerk

In de Jacobikerk aan de St.-Jacobsstraat leidt een gastheer enthousiast een groep Duitse toeristen rond. Ze kijken omlaag, naar grafdeksels en grafteksten, en om zich heen, naar het koorhek, het hoofdkoor en de eikenhouten preekstoel.

De Jacobikerkgemeente wil een levendige gemeenschap zijn. Dat wordt zo geformuleerd: „We zijn een protestantse wijkgemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland. De Jacobikerk is een missionaire gemeenschap waar we elkaar aanmoedigen en steunen om in het dagelijks leven discipel van Jezus Christus te zijn.”

Het middaglicht valt met bakken door de hoge ramen naar binnen. Dit is een echte preekkerk, met houten banken in het middenschip, gescheiden door het gebruikelijke middenpad. Honderden jaren is ER in deze kerk gepreekt, over genade, barmhartigheid en vrede. Hier vond de mus een huis en de zwaluw een nest voor zich.

Zes zuilen dragen het orgel. Achter het instrument hangt een groot bord aan de muur, met de tekst: „Namen der eerw. Heeren predikanten sedert den tyd der Kerkhervorming tot op heden.” De eerste namen zijn die van Hubertus Duyfhuys en Petrus Dathenus, de laatsten die van D. Methorst en P. Warners. Verder vallen op de namen van Uyttenbogaert, Voetius en Hoornbeeck, die hier ook het Woord hebben verkondigd.

Aan de bovenzijde van een van de houten lambriseringen staat geschreven: „Komt herwaerts tot my, alle die vermoeyt ende belast zijt, ende ick zal u ruste geven.”

Janskerk

Voor de ingang van de Janskerk aan het Janskerkhof staat een beeldje van het Joodse meisje Anne Frank. Stoer en dapper staat ze daar, twee benen stevig op de grond. De maker van het beeld zag in haar „een absolute positieve levensinstelling, met een geloof in het leven.”

Aan de kerkgevel hangt een informatiebord over „de oecumenische geloofsgemeenschap” die de Janskerkgemeente wil zijn. „Vanuit diverse achtergronden zijn wij actief bezig met geloofs- en zingevingsvragen.” Er is bijzondere aandacht voor studenten.

De kerkdeuren staan open. Binnen is de Janskerk –gewijd aan Johannes de Doper– echt een ruimte waar het licht kan komen. Het schip van de kerk is akelig leeg. Langs weerzijden staan rode stoelen. Vierkante pijlers houden de kerk hoog. Op een tafel staat ergens een biertap van Heineken, samen met dozen wijn en flessen frisdrank.

Het koor is ook leeg. Op de moderne lezenaar ligt geen boek, laat staan een Bijbel. Tegen de linkerwand is een kanunnikenbank neergezet. Aan de rechtermuur hangt het orgel. In een folder over de Janskerkgemeente staat dat je hier inspirerende woorden tot je kunt nemen, kunt mediteren, kunt luisteren naar muziek, praten over een probleem of een luisterend oor zoeken voor je persoonlijke verhaal.

’s Zondags zijn er twee diensten. Centraal staan dan „het lezen, uitleggen en toepassen van Bijbelpassages, lofprijzing en gebeden.”

Pieterskerk

De Pieterskerk is een van de oudste kerken van de stad en gewijd aan Petrus. Stokoud en ingetogen staat hij aan het Pieterskerkhof. In de hal hangt een pamflet over de tentoonstelling in Museum Catharijneconvent, ”Bij ons in de Biblebelt”. Voor de zoveelste keer kijkt de bekende oude dame je aan, in het zwart gekleed, met zwarte tas en zwarte handschoenen tussen de vingers. Ze staat gereed om naar Gods huis te gaan. Wat zou ze er trouwens zelf van vinden dat ze op deze manier het land doorgaat?

Binnen ruikt het naar de middeleeuwen. Onder het orgel hangt een portret van Johan Uyttenbogaert, van 1585 tot 1589 predikant in de Pieterskerk. Aan de andere kant van de kerk kun je weer naar buiten, de pandhof in. De omsloten kerktuin is „een symbool voor het paradijs”, zo valt daar te lezen. Er groeien Bijbelse planten. „Planten met drie bladeren staan symbool voor de Drie-eenheid, met vier bladeren verwijzen ze naar het kruis, en met vijf bladeren naar de wonden van Christus.”

Mieke van Galen is er gids. Wat heeft ze met de Pieterskerk? „In 2006 is de urn van mijn schoonmoeder, lid van deze Waalse gemeente, bijgezet in de crypte. Zo kwam de kerk op mijn pad. Of liever gezegd: zo kwam duizend jaar geschiedenis op mijn pad. Want zo’n gebouw is één brok geschiedenis.”

Dit stille gebouw geeft Van Galen rust, zegt ze. „De Pieterskerk spreekt haar eigen taal. Het is gewoon prettig om hier te zijn. Mensen zouden veel meer tot rust moeten zien te komen.”

Roodbruine zuilen scheiden het schip van de lagere beuken. In een van de kapellen worden tweedehandsboeken verkocht, ook veel religie en theologie.

Van Galen hoopt dat de Pieterskerk kerk mag blijven: „Het zou toch treurig zijn als dit een boekwinkel zou worden.”

Willibrordkerk

De Sint-Willibrordkerk staat vlak bij de Domkerk, tussen de Minrebroederstraat en de Annastraat. Op een bord staat: „Zondags hoogmis, 10.30 uur.” Aan de gevel hangt een spandoek van het project Kerken Kijken Utrecht. Boven de toegangsdeuren is in gotische letters een tekst uit Leviticus uitschreven: „Hebt eerbied voor Myn heiligdom.”

Binnen is de Willibrord een rooms bolwerk, volgepakt met beelden, brandende kaarsen en een altaar in het Mariakoor. Hier liggen de verhalen voor het grijpen.

Aan een tafeltje zit ”broeder” Henk Scholte, in een zwart habijt tot op de pantoffels. Hij is gastheer vandaag: „Heeft u vragen? Stel ze. Wilt u liever het orgel horen? Zeg het.”

Eerst het orgel dan maar. Broeder Scholte (71) schuift op de orgelbank (de speeltafel staat op de kerkvloer), laat de wind in de pijpen stromen, kantelt wat registerknoppen en zet zijn vingers op de toetsen. Zacht ruisen strijkers langs de gewelven, waarna op het andere klavier een melodie zich onbestemd een weg zoekt door de ruimte.

De woorden van broeder Scholte zijn onstuitbaar: „Alle religie is gelijkwaardig, hoewel, niet gelijkvormig.” Wat hij precies bedoelt? „Ik bedoel: alles wat mensen bij Christus brengt, is welkom. Dat kan langs de weg van Rome, of langs die van de protestanten. Kerken moeten meer de intentie hebben om 1 Korinthe 13 in praktijk te brengen, de liefde. Want zonder de liefde baat ons niets.”

Met stralende ogen en wijd uitgebreide handen zegt hij: „Alles wat ons in verticale richting bij Christus brengt, is oké. En dat kan in deze kerkruimte buitengewoon goed.”

Scholte wijst naar de preekstoel: „Dit is een katholieke kerk, maar wel een kerk met een preekstoel. En die wordt nog gebruikt ook.”

Over het project Kerken Kijken Utrecht zegt hij: „Een uitstekend initiatief. Dan komen mensen tenminste weer eens in de kerk. Misschien ontstaat er dan wel een gesprek. Want alle mensen hebben levensvragen. De kerken lopen leeg, maar ons religieuze besef verdwijnt niet en de vragen blijven leven: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik eigenlijk heen?”

Bij de uitgang van de Sint-Willibrordkerk ligt het opengeslagen gastenboek. Iemand schreef vanmorgen: „Lieve Vader. Help ons aub. Laat ons nog bij elkaar blijven. Uw wil geschiede aub.”

Domkerk

De toren van de Domkerk, Utrechts visitekaartje, staat indrukwekkend in de steigers. Tot 2024 blijft de toren ingepakt voor een grote restauratie, maar nog steeds staat hij fier als een vluchtheuvel in de binnenstad en een baken in de wereld.

Natuurlijk is de Domkerk open, als een toevluchtsoord voor mensen die kort van dagen en zat van onrust zijn. Jaarlijks komen hier 250.000 bezoekers.

Een schoolklas sjouwt lawaaierig door de oude bisschopskerk. Ergens valt te lezen: „Al eeuwen wordt in deze kerk een geloofstraditie in stand gehouden en de liturgie gevierd. Nog steeds vormt het dagelijks gebed de hartslag van deze kerk en op zondagochtend vieren we de opstanding van Christus.”

In een kerkbank in het middenschip zit een ouder echtpaar om zich heen te kijken. Wat ze hier zoeken? Hij: „Ik zoek niets, maar ik krijg in zo’n kerk altijd wel last van heimwee.” Zij, wijzend op de rumoerige schoolklas: „Geweldig toch, dat ook jongeren hier komen.”

Dinsdag, 12.30 uur. In de dagkapel worden twee kaarsen aangestoken, als het begin van de dagelijkse pauzedienst. Er zijn twaalf bezoekers, elf mensen van boven de zestig, plus een meisje van rond de twintig. Op rieten stoelen zitten ze te wachten op woorden die van elders moeten komen.

Psalm 46 is het openingslied. Onder begeleiding van een kistorgel zingen twaalf mensen onmetelijke woorden: „De godsstad ligt aan blanke stromen, God staat haar bij, de dag zal komen. Hij woont in haar, zij wankelt niet.”

De Schriftlezing is uit Handelingen 9, over de genezing van Enéas. Dan is er stilte, voor gebed, overpeinzing en tobberijen, over dingen die geweest zijn, of nooit wilden komen. De voorganger bidt: „Genadige en barmhartige God, zie toch hoe gebroken deze wereld is.”

Toeristen staan even te luisteren, zien het aan, wachten eens af, lopen dan weer door. Het slotlied is Lied 749: „Op, waakt op, zo klinkt het luide, wat wil dit roepen toch beduiden, gij torenwachters van de tijd.”

Het is bijna één uur. De kaarsen worden gedoofd. De pauzedienst is voorbij.

Een van de bezoekers was een vrouw met een rood jack. Wat kwam ze doen? „Ik kwam voor de stilte. Voor de macht en de grootheid van dit gebouw. Maar het geloof zit niet in hout en steen.”

Na een korte weifeling zegt ze: „Ik geloof in God. Ik heb in mijn leven Hem weleens losgelaten, maar Hij heeft me toch altijd vastgehouden.”

„Hebt eerbied voor Myn heiligdom”

Aan de Ambachtstraat in het centrum van Utrecht staat het kerkgebouw van de oud gereformeerde gemeente in Nederland. De kerk is gesloten. Enkele vragen aan diaken C. van Haaften.

Uw kerkgebouw is gesloten op doordeweekse dagen?

„Dat is om praktische redenen. Wij hebben geen mensen beschikbaar die doordeweeks gasten kunnen ontvangen. Al onze weekactiviteiten worden gehouden in de Nederlands gereformeerde Jeruzalemkerk in Tuindorp-Oost. Alleen onze zondagse diensten houden we in de Ambachtstraat. Wij hebben een gastvrije houding ten opzichte van zwervers, daklozen en nieuwsgierigen die tijdens een dienst soms zomaar even binnenlopen. Het Evangelie is eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Met sommige losse bezoekers hebben we na jaren nog steeds contact.”

Hoe ziet uw gemeente haar plaats in de seculiere binnenstad van Utrecht?

„Ons stadsdeel wordt vooral gezien als een plek voor sportieve en culturele activiteiten en vertier. Soms wordt ons de kerkgang daardoor moeilijk gemaakt, maar we hebben nog geen verlof van ’s hemelswege gekregen om uit het centrum te vertrekken, al hebben we die mogelijkheden wel verkend. De opdracht: „Zaait aan alle wateren” is door onze aanwezigheid alleen al een realiteit, ook al evangeliseren we niet actief. Onze predikant, ds. A. F. R. van de Veen, typeert de gemeente weleens als een „hutje in de komkommerhof”, of als een „spelonk van Adullam.””

Heeft uw gemeente een boodschap voor de ‘wereld’? Hoe luidt die, in enkele zinnen samengevat?

„De boodschap is voor ons en voor de stad: „Bekeert u.” Het besef leeft dat duizenden mensen die in de omgeving van de kerk wonen ook een ziel te verliezen hebben. Geen zondaar is te goddeloos om getrokken te kunnen worden door Gods Geest. Zolang Christus’ voorbede voortduurt, zullen er zondaren worden toegebracht. Dat hangt niet van ons af, maar als de gemeente daar een middel voor mag zijn, door gewoon als bevindelijk gereformeerde christenen midden in de stad samen te komen, zou dat een Godverheerlijkende gunst zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer