Schikken of strijden?
„Ik zal mijn gelijk halen, koste wat het kost!” Duidelijk een uitspraak van iemand die voor zijn recht gaat en er veel, zo niet alles, voor over heeft om bevestigd te krijgen dat hij het bij het juiste eind heeft.
Leden die ik heb bijgestaan heb ik dit slechts een enkele keer horen zeggen. In zo’n uitspraak zit een en al emotie en de redelijkheid is vaak ver te zoeken.
Als de emotie de overhand krijgt, worden meestal niet de beste beslissingen genomen. Als belangenbehartiger is het dan mijn taak om die persoon uit die emotie te halen en te proberen om hem nuchter, rationeler naar het geschil te laten kijken.
Herkenbaar
Je gelijk willen krijgen en niet de minste willen zijn is een veel voorkomend menselijk trekje. Complicerende factor daarbij is dat men geneigd is om alleen vanuit het eigen perspectief naar een geschil te kijken.
Wat zou het de mensheid veel opleveren als we meer vanuit het perspectief van de ander gaan kijken. Dat zorgt er voor dat je meer zicht krijgt op het eigen handelen en daarmee wellicht ook op de eigen tekortkomingen.
Daarin is een taak weggelegd voor de belangenbehartiger. Maar een belangenbehartiger is geen sociaal werker of bemiddelaar, maar moet juist iemands belangen behartigen.
Afraden
Dit betekent dat ik de ene keer afraad een procedure te starten en de volgende keer adviseer ik er juist een.
Een goede juridische inschatting van de risico’s van een procedure is van groot belang. Maar niet alles is zodanig zwart-wit waardoor ik van tevoren weet of we gelijk krijgen of niet. In die situaties ligt het treffen van een schikking voor de hand.
Een schikking heeft als voordeel dat er wordt afgerekend met de onzekere uitkomst van een procedure. En niet geheel onbelangrijk: beide partijen kunnen weer verder en zich op positievere dingen richten.
Schikken
Als het dan toch aankomt op een juridische procedure, is het goed om te weten dat rechters vaak willen dat de betrokken partijen in de rechtbank verschijnen. Zo’n zitting heeft meestal twee doelen. In de eerste plaats wil een rechter door het stellen van vragen meer zicht krijgen op wat er zich daadwerkelijk heeft afgespeeld.
Een ander doel is om te kijken of er een schikking kan worden getroffen. De wetenschap dat er in rechtbanken vaak wordt geschikt zou er voor kunnen zorgen dat dit gebeurt voordat een procedure wordt gestart. Dit bespaart tijd en vaak ook geld.
Bijbelse notie
Als christen zouden we al ons handelen moeten toetsen aan wat de Bijbel zegt. Beter gezegd: aan wat God zegt. In 1 Korinthe 6 roept Paulus mensen op om niet naar de rechter te stappen. Hoewel het hier een kerkelijk geschillen betreft, kunnen we een lijn trekken naar alledaagse geschillen; zouden we elkaar niet sneller moeten vergeven?
Aan de andere kant mag op basis van Mattheüs 18 een rechtszaak worden gestart. Maar wel nadat geprobeerd is de ander op andere gedachten te brengen, al dan niet met behulp van anderen. Belangenbehartigers, met name christelijke, zouden naast het juridische ook op het Bijbelse kader moeten wijzen.
De auteur is adviseur ondernemers bij vakorganisatie RMU. Reageren? sociaal@refdag.nl