Magneetvisser takelt kalasjnikov uit het water
Hengelen naar geheimen onder water. Met een magneet. Steeds meer mensen maken er hun hobby van. Ook kinderen. Zaterdag sloeg de Explosieven Opruimingsdienst Defensie alarm. Want de avonturiers halen ook bommen en granaten boven.
Hij kon zijn ogen niet geloven. Magneetvisser Glenn van den Brekel (30) en zijn kameraden haalden onlangs in Amsterdam een kalasjnikov boven water. „We belden de politie, zodat die het zware wapen kon onderzoeken.”
In Amsterdam viste Van den Brekel vaker wapens op. „We zoeken op plekken waar criminele zaken hebben plaatsgevonden. Daar zou een pistool in het water gegooid kunnen zijn. Een van de wapens vonden we bij een scoutingclub. Je moet er niet aan denken dat zwemmende kinderen met een pistool gaan spelen.”
Opmars
Magneetvissen is bezig aan een stevige opmars. Telde Nederland vijf jaar geleden 1000 mensen die met een magneet naar spullen onder water zoeken, nu staat de teller op zo’n 5000, schat Van den Brekel. Hij geldt als een ervaren magneetvisser en plaatst op internet filmpjes van zijn avonturen.
Samen met een paar vrienden beproeft Van den Brekel zo’n twee keer per week zijn geluk. De magneetvissers gooien op een dag al gauw „een paar honderd keer” hun touw met daaraan de magneet in het water, doorgaans in Amsterdam. Van den Brekel gebruikt een magneet van formaat. „Die kan spullen van 600, 700 kilo trekken. De magneet heet niet voor niets ”Beast”, beest dus.”
Intussen houden de autoriteiten hun hart vast. Want de magneetvissers, soms kinderen, halen ook explosieven uit de Tweede Wereldoorlog of moderne wapens boven water. Met alle gevaren van dien. Verschillende gemeenten doen de hobby in de ban. Zo verbood Amersfoort recent magneetvissen in een groot deel van de stad. In de keistad liggen in grachten bommen, granaten en kogels uit de oorlog verborgen. Ook in de vestinggrachten van Naarden is magneetvissen sinds kort taboe.
Balletjespistool
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) heeft de handen vol aan vondsten van magneetvissers. De EOD moest dit jaar tot dusver 98 keer uitrukken na meldingen van magneetvissers. Terwijl het in het hele jaar 2018 om 78 dergelijke zaken ging.
Dat overheden zich zorgen maken, kan Van den Brekel wel begrijpen. „Een kind van 12 jaar zou alleen samen met een volwassene moeten magneetvissen. Want kinderen kunnen gaan denken dat een opgevist wapen een leuk balletjespistool is.” Toch keert hij zich tegen een verbod. „Hobbyisten laten zich niet afschrikken. Het risico is dat ze na de vondst van een explosief de politie niet meer inschakelen.”
Zelf seinde Van den Brekel één keer de EOD in. In Maastricht viste hij een bom op. „Met eigen afzitlinten bakenden we het gebied af. De bom bleek op scherp te staan. De EOD durfde het niet aan om de magneet ervan af te halen. Toen de dienst het explosief gecontroleerd liet ontploffen, ging onze magneet er ook aan.”
De Amsterdamse politie gooit het op een akkoordje met de magneetvissers. Te allen tijde dienen de hobbyisten een wapenvondst bij de politie te melden. In een video geeft een explosievenexpert van de politie tips. Eén: Voor je eigen veiligheid is het beter om het explosief terug te hangen in het water. Twee: Kom niet aan het wapen, anders kun je sporen wissen. Drie: Zet niet te snel beelden van de vondst op internet. Een wapen kan een rol spelen in een nog lopende moordzaak.
Troep
Van den Brekel helpt naar eigen zeggen de politie een handje én maakt de grachten schoner. Het gros van de vondsten is troep. „Bouten, moeren, sloten, verroeste koelkasten, magnetrons, fietsen.”
De magneetvisser trok al meer dan zeventig kluizen naar boven. In één zo’n apparaat zaten persoonsbewijzen. „Aan de data op de pasjes konden we zien dat het ding al jarenlang in het water lag.” Doorgaans zit er niets in de gedumpte kluizen, ooit troffen Van den Brekel en zijn kameraden er 20 euro aan. „Dat houdt niet over.” De mooiste vondst deed hij in Alphen aan den Rijn. „Een kistje met daarin een Romeinse munt.”
Voorlopig vist hij onverdroten voort. Ook buiten de landsgrenzen. Al is hij op zijn hoede. Bij het Franse Verdun, waar in de Eerste Wereldoorlog zwaar is gevochten, ontdekte hij een watertje met daarin „een paar duizend” granaten. „Toen dacht ik: Lekker laten liggen.”