Nieuw museum toont luthers Amsterdam: klein maar rijk
Het Luther Museum dat vorige maand in Amsterdam z’n deuren opende gaat niet zozeer over Luther, als wel over de volgelingen van de reformator in ons land. De lutheranen vormen momenteel een kleine gemeenschap. Maar ze zijn rijk, qua middelen en qua historie.
Een lange gang, een ruime eetkamer links en drie regentenkamers rechts. Dat is het Luther Museum dat Amsterdam sinds kort rijk is. Tamelijk klein. Maar een liefhebber van kerkgeschiedenis kan er zomaar twee uur ronddwalen. Al dan niet met een geavanceerde audiotour.
Het heet Luther Museum, omdat de reformator van Wittenberg natuurlijk aan de wieg van het wereldwijde lutheranisme stond. En dus ook aan de basis van het lutherse leven zoals dat in Amsterdam gestalte kreeg sinds lutherse vluchtelingen daar in 1588 een gemeente stichtten. Maar veelmeer dan een expositie over Luther is het nieuwe museum een ode aan de geloofsrichting die in 2004 haar plek kreeg binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), maar daarvóór eeuwenlang naast de Gereformeerde Kerk bestond.
En niet maar marginaal of teruggetrokken, zoals de doopsgezinden met hun eenvoudige vermaningen of de rooms-katholieken met hun schuilkerken. Nee, de lutheranen –in de 18e eeuw met zo’n 33.000 leden bijna 20 procent van de bevolking van Amsterdam– waren altijd prominent aanwezig. Met name in Amsterdam. De Oude Lutherse Kerk aan het Spui en de Ronde Lutherse Kerk aan het Singel getuigen er nog van. En ook het imposante Oude Mannen- en Vrouwenhuis uit 1772 in de Plantagebuurt, waar de lutherse diaconie bejaarden en weeskinderen onderdak verschafte, weerspiegelt het rijke lutherse verleden.
Logische keus dus om in dit pand, waarvoor een herbestemming werd gezocht, een museum te starten. Tot voor kort deed het nog dienst als luthers verpleeghuis. Maar het voldeed niet meer aan de moderne zorgeisen; in 2015 vertrokken de laatste bewoners. In het grootste deel van het complex zijn nu 115 dure ”short stay”-appartementen gevestigd. Het hart van het gebouw –de eetzaal en de regentenkamers– vormt het nieuwe museum.
Schatten
Wat het Luther Museum Amsterdam wil tonen? Drie dingen, zegt bestuurslid dr. Harry C. Donga (73). „Geloven op z’n luthers, zorgen op z’n luthers en besturen op z’n luthers.”
Dat is inderdaad wat het museum biedt. En dan blijkt het lutheranisme –nu telt de Amsterdamse gemeente nog zo’n 2000 leden– heel wat schatten te herbergen. Neem in de eetzaal de schilderijen aan de muur. ”De droom van de keurvorst” (1626) bijvoorbeeld, van Bartholomeus Breenbergh, waarop te zien is hoe Luther zijn stellingen opschrijft, maar tegelijk met de achterkant van zijn ganzenveer de paus naar de kroon steekt. Of de prachtige burgemeesterspoort (1771) in de hoek, van carrara-marmer, waarmee de vier burgemeesters van Amsterdam werden bedankt voor het feit dat ze gul een groot stuk grond voor het diaconale project van de lutherse gemeente schonken.
Geheime uitgang
Ook de drie regentenkamers, waar de dames en heren van het bestuur van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis resideerden, bevatten veel moois. In de administratiekamer een penningenkabinet met munten die voor alle mogelijke gelegenheden werden geslagen. En een vitrine vol antieke lutherse Bijbels.
In de linnenkamer een grote hoeveelheid glinsterende avondmaalsstellen. „Nogal wat lutherse gemeenten worden kleiner of moeten sluiten”, zegt dr. Donga. „Sommige geven bijvoorbeeld hun kostbare avondmaalsservies aan ons museum.” Er staat inderdaad een zilveren stel uit 1744 dat uit Middelburg komt. Een ander is afkomstig uit Leiden.
De gemeente van Monnickendam had wel een voorwaarde. De luthersen daar wilden hun 17e-eeuwse avondmaalsstel in bruikleen geven, als het maar één keer per jaar terugkwam, op Witte Donderdag. Omdat de gemeente dan nog één keer in haar eigen lutherse kerkje bijeenkomt.
Dr. Donga wijst in de linnenkamer nog op iets grappigs. Een kast met een geheime uitgang. Als de regenten zich de wijn te goed hadden laten smaken, konden ze via een trapje ongezien wegkomen en in hun koets worden afgevoerd. „Dat mochten de bewoners natuurlijk niet weten.”
Hoogtepunten
De lange gang vormt in afbeeldingen een tijdlijn. Van 1517 (Luther) tot nu (twee gasthuizen in de Rivierenbuurt). Met daartussen allerlei hoogtepunten en verworvenheden. Lutheranen liepen vaak voorop, zo blijkt. Met de eerste vrouwelijke predikant, de eerste homoseksuele predikant –dr. Donga– en de eerste inzegening van een homohuwelijk. Dat zal niet iedereen als hoogtepunten beschouwen. De lutheranen zelf duidelijk wel.
Luther Museum
Het Luther Museum Amsterdam, dat op 22 juni z’n deuren opende, is gevestigd in het Oude Mannen- en Vrouwenhuis (gebouw De Wittenberg) van de evangelisch-luthers diaconie aan de Nieuwe Keizersgracht 570 in Amsterdam. Het museum is geopend van donderdag tot en met zondag tussen 11.00 en 17.00 uur. De entree bedraagt voor volwassenen 7 euro (studenten: 5 euro; kinderen: gratis).
Meer informatie: www.luthermuseum.nl