Prof. Bar: Klaagmuur werd plaats voor religie en nationalisme
Ieder jaar bezoekt prof. Doron Bar uit Jeruzalem met zijn studenten de Herzlberg aan de westkant van de stad. Op die nationale begraafplaats ligt ook Theodor Herzl, grondlegger van het moderne politieke zionisme, begraven.
De Herzlberg was vlak na de stichting van de staat Israël in 1948 de belangrijkste gedenkplaats van Israël. Op de plek die ooit zo belangrijk was voor de nationale identiteit van Israël, is het nu echter rustig en leeg. De situatie is tekenend voor de veranderingen die gaande zijn in Israël, aldus prof. Bar. De rector van het Schechter Instituut te Jeruzalem sprak woensdagavond aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam in het kader van de zomerschool ”Jeruzalem in het jodendom, christendom en de islam” die de PThU deze week organiseert.
„Ik weet niet of ik het erg moet vinden dat ook Joden tegenwoordig meer te vinden zijn bij de Westelijke Muur of in Yad Vashem dan op de Herzlberg”, zegt prof. Bar. De muur wordt door niet-Joden ook wel de Klaagmuur genoemd. Yad Vashem is de Israëlische staatsinstelling voor het herdenken van de Joodse slachtoffers van de Holocaust en redders van Joden.
Bar: „De huidige situatie op de Herzlberg laat zien dat we ons veiliger voelen. Dat we voor onze identiteit niet meer terug hoeven naar het doorgaans seculiere zionisme, maar we ons ook kunnen richten op onze Joodse en daarmee onze religieuze wortels. We keren terug naar de Bijbel, de Misjna en de Talmoed, in plaats van naar onze zionistische helden. Dat past in een ontwikkeling waarin weer meer ruimte komt voor religie, ook in Israël.”
Pelgrimage
In de middeleeuwen, toen Palestina onder Ottomaans bewind viel, was er een levendige praktijk van pelgrimage naar heilige plaatsen en gedenkplaatsen op gang gekomen. Met de oprichting van de staat Israël in 1948 veranderde de positie van Jeruzalem. Plaatsen als Tel Aviv werden minder belangrijk, terwijl de status van Jeruzalem –en daarmee de Herzlberg– een flink stuk groter werd, aldus prof. Bar. „Waar in veel Europese landen het graf van de onbekende soldaat het belangrijkste graf is, hadden wij het graf van Theodor Herzl. Een deel van Jeruzalem behoorde echter niet tot de staat Israël en daarmee werd een aantal heilige plaatsen voor Joden opeens ontoegankelijk. Als reactie daarop werden er bewust andere heilige plaatsen gecreëerd, om de nationale identiteit te versterken.”
Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 kwam er verandering in die beperkte toegankelijkheid en konden Joden ineens wel op andere historische en heilige plekken terecht voor een bezoek. Een gevolg daarvan was dat zij niet alleen het graf van koning David konden bezoeken, maar ook het graf van Jozef en Samuel. „Het graf van David verloor hiermee zijn unieke positie en werd een van de vele heilige graven. Tegelijkertijd werd de Westelijke Muur gaandeweg het nationale symbool voor identiteit.”
Kritiek
Er ontstond al snel kritiek op deze ontwikkeling, gaf prof. Bar aan. „Met name prof. Yeshayahu Leibowitz, docent aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, liet zich kritisch uit over de verbinding van religieuze en historische identiteit. Hij kwam zelfs met het voorstel om helemaal van de heilige plaatsen af te komen. Dus ook van de Westelijke Muur. Andere critici vroegen zich af waarom de muur alleen voor Joden toegankelijk was, waarom mannen en vrouwen gescheiden werden en wat ze moesten doen als ze gewoon daar willen zijn zonder per se te willen bidden.”
Nationalisme
In het vervolg van de geschiedenis ontwikkelde de Westelijke Muur zich niet alleen als religieuze plaats om te bidden, maar ook als een plaats voor nationalisme, waar grote massabijeenkomsten werden gehouden.
Een voorbeeld daarvan is volgens prof. Bar de Joodse hongerstaking in de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw, als pleidooi voor vrijheid van het Joodse volk in de Sovjet-Unie. „De Westelijke Muur ontwikkelde zich tot een plek waar zowel het persoonlijke als het nationale lijden werd herinnerd. Hij is het symbool van het traumatische verleden, maar ook van onze geschiedenis van bevrijding en daardoor kenmerkend voor het moderne Israël. Sommigen zien de Westelijke Muur als symbool van overwinning, anderen zien hem als een heilige plaats die verwijst naar het religieuze Joodse verleden.”